100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Opgroeien in het hedendaagse gezin, ISBN: 9789401469548 Gezinspedagogiek $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Opgroeien in het hedendaagse gezin, ISBN: 9789401469548 Gezinspedagogiek

1 review
 70 views  12 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van het boek Opgroeien in het hedendaagse gezin (2e druk) voor het vak Gezinspedagogiek. In het document zijn de hoofdstukken 2 t/m 4, 6 & 8 t/m 11 samengevat, dit zijn de hoofdstukken uit dit boek die voor het tentamen geleerd moeten worden.

Preview 3 out of 18  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2-4, 6 & 8-11
  • January 20, 2022
  • 18
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: didijacobs • 2 year ago

Translated by Google

Misses, among other things, subchapters from chapter 6, which are essential to me

avatar-seller
SAMENVATTING OPGROEIEN IN HET HEDENDAAGSE GEZIN

HOOFDSTUK 2 – HET GEZIN IN HISTORISCH PERSPECTIEF
2.2 – Gezinshistorische benaderingen en gebruik van historische bronnen
Binnen het onderzoek naar de geschiedenis van het gezin wordt er gebruik gemaakt van drie benaderingen:
1. Demografische/tellende benadering. Bij deze benadering worden kwantitatieve, demografische
gegeven verzameld en geïnterpreteerd waarmee een beeld gevormd wordt van de leef- en
opvoedingsomstandigheden van ouders en kinderen.
- Er wordt gebruikt gemaakt van seriële bronnen, dit zijn met vaste regelmaat opgestelde
cijferreeksen.
2. Affectieve/vertellende benadering. Bij deze benadering ligt de nadruk op menselijk gedrag en
persoonlijke beleving en motieven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van kwalitatieve bronnen zoals
dagboeken, brieven, autobiografieën, schilderijen, kleding en speelgoed.
➔ Het gevaar is culturele filters: niet elke groep schreven dagboeken etc.
3. Historische maatschappijwetenschappen. Bij deze benadering ligt de focus op de invloed van
sociaaleconomische, cultureel-maatschappelijke en technologische ontwikkelingen op
veranderingen in het gezin. Hiervoor worden wetgeving, erfrecht en gezags- en
eigendomsverhoudingen bestudeerd.
Bij het gebruiken en interpreteren van bronnen moet er rekening gehouden worden met een aantal zaken:
1. De mate van representativiteit: het kan zijn dat de bron een deel van de werkelijkheid weergeeft.
2. Regionale verschillen
3. De schrijver/bedenker van de bron en voor wie de bron bedoeld is.
4. Of een bron een prescriptie (hoe men geacht werd te handelen) of een descriptie (hoe er feitelijke
gehandeld werd) is.

2.3 – Pedagogische stromingen: humanisme, verlichting en romantiek
Er zijn drie stromingen die de meeste invloed hebben gehad op de pedagogiek:
1. Humanisme. Het humanisme kenmerkt zich door een individualistische benadering en nadruk op
leren.
- Het doel van het humanisme was de vorming van een klassieke homo universalis, oftewel een
universeel mens.
- De humanisten gingen uit van de vrijheid van de menselijke wil.
- Desiderius Erasmus speelde een belangrijke rol: hij hechtte waarde aan goed onderwijs en hij
geloofde in het natuurlijk verlangen naar kennis en maakbaarheid van kinderen.
➔ Kinderen leerden door imitatie, dus een goede opvoedomgeving met de vader als
hoofdopvoeder was van belang.
2. Verlichting. Bij de Verlichting werd ervan uitgegaan dat de mens van nature goed is.
- Aanhangers van de Verlichting gingen uit van de menselijke reden als criterium bij het zoeken
naar de waarheid.
➔ God werd alleen gezien als de schepper, dus moest de mens vertrouwen op eigen
kennis en handelen.
- John Locke kan gezien worden als de persoon die de Verlichting vertegenwoordigd (ook wel
exponent genoemd): hij bracht een bijdrage aan de opvoeding met zijn werk ‘Some thoughts
concerning education’ waarin lichamelijke ontwikkeling en hygiënische verzorging centraal
staan.
➔ Het opvoedingsdoel was om welgemanierdheid aan te leren.
- Locke stelde dat een kind ter wereld komt als een tabula rasa.

, - Het doel van de opvoeding was het verwerven van vrijheid en zelfbesturing.
3. Romantiek. In de romantiek lag de nadruk op gevoel en intuïtie.
- De romantiek is een tegenbewering van de Verlichting.
- Jean-Jacques Rousseau benadrukte het kind op zich en niet alleen het kind die zich als
volwassene moet ontwikkelen.
➔ Opvoeding komt van binnenuit, waardoor er weinig invloed op is. Het opvoedingsdoel
is het kind zich optimaal te laten ontwikkelen en dicht bij de onbedorven mens van de
schepping te laten blijven.

2.4 – Invloed van Locke en Rousseau op opvoeding en gezinsleven
Locke en Rousseau zijn tegenstrijdig in hun opvoedingsideeën:
1. Locke suggereert een opvoeding tot welgemanierdheid.
2. Rousseau beperkt de ouderlijke interventie en benadrukt de natuurlijke ontwikkeling van het kind.

De nieuwe opvoedingsideeën werden niet gelijk opgenomen in de maatschappij omdat de traditionele
ideeën van generatie op generatie doorgegeven werden.
➔ In de tweede helft van de negentiende eeuw veranderde de ouder-kind relaties vanuit de stedelijke
middenklasse waarbij vanuit de Verlichting de nadruk werd gelegd op een intellectuele ontwikkeling
en vanuit de romantiek werd er meer aandacht gegeven aan de emotionele ontwikkeling en kregen
moeders een grotere rol in de opvoeding.
- De ouders moeten naast disciplineren ook leiding geven aan het kind.
- Met het reguleren van kinderarbeid en de invoering van de leerplicht, verspreidde deze
nieuwe opvoedingsideeën zich ook onder de lagere klasse.
Het huiselijkheidsideaal, waarbij de man zorgt voor de inkomsten en de vrouw voor het gezin, ontstond ook
halverwege de negentiende eeuw.

2.5 – Start van het gezinshistorisch debat: de zwarte legende
Het gezinshistorisch debat gaat over de vraag of er voor de Verlichting en de industrialisatie wel sprake is
geweest van een kindertijd en gezinsgevoel.
- Het debat is begonnen door Philippe Ariès: hij stelde dat de kindertijd niet bestond voor de
zeventiende eeuw.
➔ Zijn onderzoek naar het wegvallen van grotere familieverbanden werd voortgezet door
aanhangers waaruit de evolutionaire benadering of zwarte legende ontstond.
De zwarte legende stelde een aantal punten:
1. Er was geen sprake van liefdevolle relaties tussen ouders en kinderen.
2. Er was geen sprake van een hecht gezinsleven.
- Het kerngezin is pas ontstaan na de vroegmoderne tijd.
➔ Aanhangers van de zwarte legende geloven dat er pas liefdevolle relaties binnen het
gezin zijn ontstaan nadat sociaaleconomische omstandigheden en pedagogische en
maatschappelijke denkbeelden veranderden.
3. Er was geen sprake van kindertijd: kinderen zijn kleine volwassenen.
➔ De stellingen van de zwarte legende zijn gebaseerd op egodocumenten waaruit blijkt dat er weinig rouw
of verdriet was om de dood van kinderen en dat pasgeborenen werden verzorgd door anderen.

2.6 – Reactie op de pessimistische visie: de witte legende
Er kwam een reactie op de zwarte legende, namelijk de revisionistische benadering of witte legende.

, Ook de witte legende stelden een aantal punten:
1. Er was sprake van liefdevolle relaties tussen ouders en kinderen.
- De dood van een kind werd gezien als de wil van God.
2. Er was sprake van positieve gezinsbanden.
- Het kerngezin was al vanaf de middeleeuwen zichtbaar.
3. Er was sprake van een duidelijk onderscheid tussen kinderen en volwassenen.

2.7 – Conclusie in het debat tussen zwart en wit
Er zijn een aantal conclusies te trekken over het debat:
1. Beide stromingen hebben een gebrek aan nuance:
1. De zwarte legende heeft te veel geloof in vooruitdenken en de veranderlijkheid van menselijk
gedrag overschat.
2. De witte legende onderschat de mogelijkheden tot verandering.
2. Er is overeenstemming over de economische uitbreiding en de reformatie die hebben geleid tot
individualisering en de ontwikkeling van het kerngezin.
3. Beide uitgangspunten zijn te kort door de bocht:
1. De zwarte legende legt te veel nadruk op het gebruik van normen en stelt normen gelijk aan
attitudes en gevoelens.
2. De witte legende ziet feitelijk gedrag als een weerspiegeling van innerlijke gevoelens.

2.8 – De mythe van het Europees gezin
Er bestaat een mythe over het Europese gezin: lange tijd werd er aangenomen dat de industrialisatie het
begin was van de ontwikkeling van een moderne gezinssamenstelling. Hiervoor werd gedacht dat mensen in
Europa samenleefden in grote familieverbanden waar veel kinderen geboren werden en waar de ouders
bepaalde wie met wie ging trouwen.
Er zijn een aantal dingen te noemen over deze mythe:
1. Deze samenlevingsverbanden kwamen niet voor in West-Europa: er was sprake van parigenituur
(alle kinderen erven gelijkelijk) waardoor alle zoons zich na het trouwen zelfstandig konden vestigen.
2. In Oost-Europa was er sprake van primogenituur (de oudste zoon erft alles) waardoor de anderen
bleven inwonen.
➔ Europa werd ingedeeld op dit kenmerk in West en Oost.
In West-Europa was er sprake van kleine gezinnen, dit had een aantal oorzaken:
1. Hoge huwelijksleeftijd
2. Neo-lokaal vestigingspatroon, dit houdt in dat kinderen niet bleven inwonen.
3. Weinig inwoning van familie of personeel
4. Hoge sterfte op jonge leeftijd
5. Parigenituur

2.9 – Invloed van geboorte en sterfte op gezinsvorming: de demografische transitie
In de demografische transitie kunnen de geboorte- en sterftecijfers weergegeven worden.
- De demografische transitie kent vier fasen:
1. Een hoog geboortecijfer gecombineerd met een hoog sterftecijfer
2. Een hoog geboortecijfer en een dalend sterftecijfer
- Het dalende sterftecijfer was een gevolg van modernisering en economische groei
door industrialisatie, betere voeding, verbeterde leefomstandigheden en toenemende
private en publieke hygiëne.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nadinedevogel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52928 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  12x  sold
  • (1)
Add to cart
Added