1. ALS DEEL VAN SOCIAAL RECHT
i. Toegestaan zijn onderstrepingen, inkleuringen, pijltjes, lijnen,kaders e.d.
ii. Toegestaan is eveneens het aanbrengen van cijfers (bv. verwijzingen naar een bepaald
wetsartikel).
iii. Verboden is het aanbrengen van letters, woorden en zinnen – ook als deze door schrapping
onleesbaar zijn gemaakt (let er dus op dat u geen woorden e.d. aanbrengt tijdens het
studeren: u zou uw codex onbruikbaar maken voor het examen). Worden wel getolereerd:
het woord “artikel”en aanduidingen van de titels van wetten (bv. RSZ-wet, Arbeidswet, ZIV-
wet, WAO).
iv. Via de codex mogen geen (beschreven of onbeschreven) fiches of bladen worden
binnengesmokkeld.
2. BEGRIP
A. Ge hebt individueel arbeidsrecht en collectief arbeidsrecht; ondergeschikt verband (is da dan
collectief boven individueel staat?)
B. Gemengde rechtstak → privaat ( gwn zo oplossen) en publiek
C. Te brijpen vanuit geschiedenis van het arbeidsrecht
i.
3. BRONNEN
A. Nationale bronnen
i. De grondwet
1. Sociale grondrechten
a. Artikel 23 Grondwet
i. → gebruiken als extra been om op te staan
ii. Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.
, iii. Daartoe waarborgen de wet, het decreet of de in ar tikel 134 bedoelde
regel, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de
economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden
voor de uitoefening bepalen.
Die rechten omvatten inzonderheid :
iv. 1° het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het
raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht
is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk
werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een
billijke beloning, alsmede het recht op informatie, overleg en collectief
onderhandelen;
v. 2° het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en
sociale, geneeskundige en juridische bijstand;
vi. 3° het recht op een behoorlijke huisvesting;
vii. 4° het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu;
viii. 5° het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing;
ix. 6° het recht op gezinsbijslagen.
2. Standstill principe
a. eens rechten gegeven zijn, kunnen die niet meer ingetrokken worden (wel
hervormd, zoals bij kinderbijslag, maar kinderbijslag kan niet volledig
ingetrokken worden)
b. → er moet aanzienlijke vermindering van de rechten zijn of onlegitiem doel
vooraleer stand still kan ingeroepen worden
3. Andere grondrechten
a. art. 10 & 11 GW discriminatieverbod → soms op beroepen bij ongelijke regeling
in statuten van arbeiders en bedienden (bv. carenzdag)
4. Bevoegdheidsverdeling in het federale België
a. Art. 1. België is een federale Staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de
gewesten.
b. Art. 2. België omvat drie gemeenschappen : de Vlaamse Gemeenschap, de Franse
Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap.
c. Art. 3. België omvat drie gewesten : het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en
het Brusselse Gewest.
2
, d.
e. Gemeenschappen zijn bevoegd voor
i. Gebruik van talen
1. (taaldecreet niet van toepassing op vacatures + individuele
arbeidsovereenkomst met grensoverschrijdend karakter mag ook in officiële
taal EU)
ii. Beroepsopleiding, bijscholing, sociale promotie
iii. Arbeidsgeneeskundige controle
f. Gewesten zijn bevoegd voor
i. Arbeidsbemiddeling
ii. Begeleiding leefloon
iii. Controle op beschikbaarheid werkzoekenden
iv. Doelgroepenbeleid
v. Dienstencheques
vi. Betaald educatief verlof
g. Federale staat behoudt het gros van de bevoegheden inzake arbeidsrecht
ii. Formele wetten
1. Wet-decreet( deelstaten of gemenschappen frans duits fvlams)-ordonnantie (brussel)
2. Gesloten door parlementen
3. Uitgevoerd door regering → regering kan zelf ook besluiten nemen vb KB
4. Besluiten van de uitvoerende macht
5. Wetten staan boven belsuiten en verorderingen
iii. Eigen rechtsvorming
1. Het arbeidsreglement
a. Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen
i. → rechten en plichten van WG en WN en is bindend, tenzij individuele
arbeidsovereenkomst ervan afwijkt
ii. opgesteld door ondernemingsraad
2. Collectieve arbeidsovereenkomsten
a. CAO-wet van 5 december 1968
3
, i. CAO is een overeenkomst waarbij individuele en collectieve
betrekkingen tussen werkgever(s) en werknemers wordt vastgesteld
ii. met vakbonden enerzijds en representatieve werkgeverorganisaties
anderzijds
iii. nationaal: gesloten in NAR
iv. sectoraal: in paritaire comités
v. ondernemingsniveau: in ondernemingsraad
vi. art. 51 CAO-wet: hiërarchie der normen van verbintenissen in
arbeidsbetrekkingen
iv. Hiërarchie der nogmen
1.
B. Inter-en supranationale bronnen
i. VN
1. Mensenrechtenverdragen
a. Verdrag inzake Burgerlijke en politieke rechten
b. Verdrag inzake Economische, sociale en culturele rechten
c. En natuurlijk universele rechten van de mecns hieronder
2. Internationale arbeidsorganisatie
a. Conventies en aanbevelingen: bepaalde normen opleggen
b. Toezichts- en rapportagemechanisme = controleorgaan
ii. Raad van europa
1. (Hernieuwd) Europees sociaal handvest
2. Europees verdrag rechten van de mens
3. 40 tal landen voor beleid rond mensenrechten
iii. EU
1. 27 landen die deel van hun beleid samen voeren → eengemaakte markt
2. Primair EU-recht
a. soort grondwet (VEU en VWEU voor de fans)
3. Secundair EU-recht
a. Verordening
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aliesjacobs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.10. You're not tied to anything after your purchase.