Samenvatting wereldoriëntatie natuur en techniek tentamen
26 views 2 purchases
Course
Natuur (DR1WO10)
Institution
Katholieke Pabo Zwolle (KPZ)
Book
Natuuronderwijs inzichtelijk
In deze samenvatting worden de onderdelen van natuur en techniek samengevat die voorbij komen in de wereldoriëntatie toets van de opleiding deeltijd regulier 1e jaar van de KPZ
NATUUR EN TECHNIEK
1.3 DE VOORTPLANTING VAN BLOEMPLANTEN
1.3.1 GESLACHTELIJKE EN ONGESLACHTELIJKE VOORTPLANTING
Geslachtelijke voortplanting -> er vindt een versmelting plaats van een mannelijke en een vrouwelijk
geslachtscel.
Ongeslachtelijke voortplanting -> de plant kan uitgroeien tot een nieuwe plant en heeft hetzelfde erfelijke
materiaal als de ouderplant.
1.3.2 BOLLEN, KNOLLEN EN UITLOPERS
Bollen, knollen en uitlopers planten zich voort doormiddel van ongeslachtelijke voortplanting.
Bollen
Bolgewassen slaan hun reserve voedsel op in gespecialiseerde bladeren onder de
grond, die noemen we bolrokken. Tussen deze bolrokken bevinden zich de
knoppen. In het voorjaar groeit de eindknop uit tot een plant. Hij verbruikt
daarbij het reserve voedsel uit de bolrokken. De bolrokken verschrompelen
en vormen zich tot de bolvliezen die aan de buitenkant van de nieuwe plant
zitten. Er ontstaan ook zijknoppen, zij krijgen voedsel en vormen zich tot
nieuwe bollen. Dit proces heet klister. (denk aan de teentjes van knoflook).
Knollen
In stengelknollen kan ook reserve voedsel worden opgeslagen. In
voorjaar groeien deze knollen uit tot een nieuwe plant. Ondergronds
groeien stengels waaraan stengelknollen groeien. De stengels
ontstaan uit knoppen van de knol. Die stengels noemen we ook wel
uitlopers. Sommige planten kunnen reserves opslaan in wortelknollen,
maar deze kunnen zich niet voortplanten.
Uitlopers
In het voorjaar lopen de knoppen van kruidachtige planten uit en
vormen zo uitlopers. Aan de knoppen van de uitlopers groeien nieuwe
wortels en stengels. Zo ontstaan er nieuwe planten. Wanneer de
uitlopers onder grond groeien noem je dat wortelstokken. Dit zijn
alleen geen echte wortels.
Planten ver meervouden en stekken.
Wanneer je zelf een uitloper maakt door een stengel te buigen en te bedekken met grond noem je dat
afleggen. Je kan een plant ook ver meervouden door het nemen van stekken van een stengel, wortel of blad.
Voor de stekjes kun je speciaal stekaarde en stekpoeder gebruiken. Ook kun je planten ver meervouden door
scheuren. Je scheurt dan de plant met wortel en al in meerdere stukken. Deze manieren zou je als klonen
kunnen beschouwen.
, 1.3.3 DE BOUW EN FUNCTIE VAN BLOEMEN
Bij de geslachtelijke voortplanting van bloemplanten speelt
de bloem een centrale rol. De stamper is het vrouwelijke
geslachtsorgaan en vormt vrouwelijke geslachtscellen in de
zaadbeginsels. Als de vrouwelijke geslachtscellen zijn
bevrucht, groeien de zaadbeginsels uit tot de zaden van een
plant. Het vruchtbeginsel groeit mee en vormt een
beschermende vrucht om het zaad.
Meeldraden zijn de mannelijke geslachtsorganen. De meeldraden bestaan uit helmdraden en helmknoppen. De
helmknoppen produceren de stuifmeelkorrels, die bevatten de mannelijke geslachtscellen.
Veel bloemen hebben kroonbladeren en kelkbladeren, die op de bloembodem groeien. De kelkbladeren
beschermen de bloem in de knop. De kroonbladeren kunnen felgekleurd of juist onopvallend zijn. Dit hangt af
van de manier waarop de bloem bestoven wordt. De kelkbladeren en de kroonbladeren noem je samen het
bloemdek.
Bij de meeste planten zie je dat de stampers en meeldraden in één bloem zitten. Deze bloemen noem je
tweeslachtig. Er zijn ook planten die aparte mannelijke en vrouwelijke bloemen hebben. Dit noemen we
eenslachtig. Wanneer het stuifmeel aan lange draden zit noemen we dat katjes. Ook zijn er planten waarbij de
mannelijke en de vrouwelijke bloemen op aparte planten voorkomen, die nomen we tweehuizig.
1.3.4 BESTUIVING
Wanneer stuifmeel van de helmknoppen worden overgebracht naar de stempel van de vrouwelijke bloemplant
heet dit bestuiving. De belangrijkste mechanismen zijn insectenbestuiving en windbestuiving. Aan de bouw van
de bloem kun je zien op welke manier dit gaat.
Insectbestuiving
De bloemen die zich op deze manier voortplanten hebben een aantrekkelijke geur, vorm en kleur. Insecten zijn
geïnteresseerd in bloemen omdat deze hen wat te bieden heeft. Bijvoorbeeld stuifmeel of nectar. Nectar is een
natuurlijke suikeroplossing. De plaats waar de nectar zit wordt bijna altijd aangegeven door patronen op de
kroonbladeren. De zogenoemde honingmerken. De helmknoppen, die het stuifmeel bevatten, zitten op een
strategische plaats op in een bloem. De insecten komen er mee in aanraking en het stuifmeel blijft aan ze
plakken. Wanneer de insecten naar de stempel van en gelijksoortige bloem gaan, wordt de bloem bevrucht. De
stempel is plakkerig zodat het stuifmeel er makkelijk aan blijft kleven.
Windbestuiving
Bloemen die door de wind bestoven worden zijn meestal klein, groen en onopvallend. De helmknoppen van
deze bloemen zijn relatief klein en hangen buiten de bloem. Daardoor kan de wind makkelijk het stuifmeel van
de helmknop meenemen. Het stuifmeel van windbloemen is glad, zodat het niet aan elkaar blijft plakken.
Bloemen die door de wind bestoven worden, maken veel meer stuifmeel aan dan bloemen die door insecten
worden bestoven. Het verspreiden van het stuifmeel gebeurt een paar keer per jaar. Mensen met hooikoorts
zijn hier gevoelig voor. Het stuifmeel veroorzaakt een allergische reactie van de slijmvliezen. De stempels van
windbloemen hangen ook buiten de bloem. Ze zijn kleverig en vormen een soort vangnet voor het stuifmeel.
Als een stempel van een bepaalde plant wordt bestoven door stuifmeel van een andere plant, spreken we van
kruisbestuiving. Er kan soms ook zelfbestuiving optreden, waarbij stuifmeel van de bloem op zijn eigen stempel
terechtkomt. Om dan bloemen te creëren heeft een plant veel meer energie nodig. Om zelfbestuiving te
voorkomen zijn er bij bepaalde planten specifieke aanpassingen. Zoals: De stamper en meeldraden van
dezelfde bloem zijn niet op hetzelfde moment rijp. De stamper en de meeldraden bevinden zich op ongelijke
hoogte. Stuifmeel dat om de stamper terecht komt leidt niet tot bevruchting. Tweehuizigheid maakt
zelfbestuiving onmogelijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller serenadriesen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.