Deel III: Forensische Zorg
Hoofdstuk 1: Algemene aspecten
1. Wat is forensische zorg?
Forensische cliënten:
o personen die strafbare feiten gepleegd hebben of hiervan verdacht worden,
die opgevolgd worden door een justitiële instantie en binnen dit kader een
behandeling of begeleiding dienen te volgen.
De opgelegde behandeling of begeleiding kan zowel een forensische
behandeling (of categorale zorg) zijn als een reguliere behandeling
Forensische geestelijke gezondheidszorg:
o zorg voor personen met geestelijke gezondheidsproblemen, die gelinkt is aan
het plegen van strafbare feiten, waarbij kwaliteitsvolle zorg geboden wordt,
die primair gericht is op het verminderen van het delict-risico. Specifiek aan
de forensische categorale geestelijke gezondheidszorg is de triade patiënt –
justitie – hulpverlening, met als primair doel recidive-beperking.
2. Kenmerken van forensische zorg
Focus op risicofactoren (verminderen) en beschermende factoren (bevorderen)
Risicotaxatie centrale plaats. Daarnaast is ook een delict-analyse cruciaal
Er is aandacht voor slachtofferkwesties
Een goede samenwerking tussen het hulpverleningstraject en het justitiële toezicht
Evenwicht zoeken tussen enerzijds de noden en wensen van de patiënt en anderzijds
de noden en wensen van de maatschappij en/of het slachtoffer
De behandeling vindt plaatst binnen een aangepast beveiligingsniveau (zie verder
lessen internering)
Motivatie-bevorderend en aanklampend werken
Bijzondere aandacht voor de zorgcontinuïteit
Forensische herstelvisie:
o naast klinisch, functioneel en maatschappelijk herstel moet er bij forensische
cliënten ook nog aandacht zijn voor forensische herstel
3. Fundamentele verschillen
1
,4. Risicomanagement strategieën
2
,Hoofdstuk 2: Overkoepelende modellen – kaders
1. Risk-Need-Responsivity Model (RNR)
1.1 Wat ging eraan vooraf?
Behandelingsmodel en resocialisatie-ideaal ‘50-’60:
o doelstelling was delinquenten te ondersteunen zodat zij na hun straftijd terug
hun normaal leven in de gemeenschap zouden kunnen opnemen.
o MAAR: criminaliteit scheen niet te dalen, wel integendeel.
Martinson (1974) : Questions and Answers about Prison:
o “With few and isolated exceptions, the rehabilitive efforts that have been
reported so far had no appreciable effect on recidivism.”
o “Nothing Works”
1.1.1 Nothing works
Martinson baseerde zijn besluit op een analyse van 231 programma’s.
o Gunstige invloed op verschillende zaken, zoals aanpassing aan de gevangenis,
studieresultaten, instelling tav de maatschappij
o Geen invloed (muv 1 studie) op recidive
“Nothing works” benadering
Er kwam echter al snel kritiek op deze nothing works benadering, zowel op de
uitvoering van het onderzoek door Martinson, als op de resultaten ervan
Kritiek op de Nothing works benadering:
o Cullen et al. (1982, 1984): was is het alternatief? Opsluiten werkt enkel
contraproductief en is minder humaan
o Gendreau & Ross (1979): laten wij eens naar de studies kijken die wel
positieve resultaten vertonen
o Ted Palmer (1983): some things work
o Mark Lipsey (1989): meta-analyse: 64% van de 443 effect sizes wel effect op
recidive
3
, 1.1.2 Van Nothing works naar What works?
Als tegenreactie op de “Nothing Works”-gedachte werden er sinds de jaren tachtig
opnieuw pogingen ondernomen om de effectiviteit van de resocialisatieprogramma’s
empirisch aan te tonen.
Deze nieuwe wind kwam hoofdzakelijk uit Canada en wordt de “What Works”-
Movement genoemd.
De pioniers van deze beweging - D.A. Andrews en J. Bonta - benadrukten dat
crimineel gedrag in belangrijke mate aangeleerd is en daardoor dus vatbaar is voor
verandering
Om effectief te gaan behandelen moet je wel een aantal principes volgen = what
works principes: RNR
1.2 What works?
Het “Risk-Need-Responsivity Model (RNR)” vormt de basis van rehabilitatie- en
behandelingsprogramma’s voor delinquenten.
o Wel degelijk interventies die leiden tot vermindering van recidive.
o Evidence based practice: interventies moeten gebaseerd zijn op
wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van die interventies.
Sinds 1990 zijn nog een aantal beginselen toegevoegd om het ontwerp en de
implementatie van efficiënte interventies te verbeteren.
o Behandelintegriteitsprincipe
o Professionaliteitsprincipe: voldoen aan wettelijke voorwaarden (o.m.
opleiding, erkenning)
1.2.1 Achterliggende theorie
De theoretische achtergrond van het model bevindt zich in de algemene
persoonlijkheidsleer en de sociale psychologie van (crimineel) gedrag.
Meer specifiek wordt de nodige aandacht geschoken aan sociale leerprocessen en de
sociaal-cognitieve theorie.
Andrews & Bonta noemen dit een General personality and cognitive social learning
perspectief op gedrag
o enerzijds intra-persoonlijke predispositie (persoonlijkheid)
o anderzijds interpersoonlijke en maatschappelijke invloed
4
Los beneficios de comprar resúmenes en Stuvia estan en línea:
Garantiza la calidad de los comentarios
Compradores de Stuvia evaluaron más de 700.000 resúmenes. Así estas seguro que compras los mejores documentos!
Compra fácil y rápido
Puedes pagar rápidamente y en una vez con iDeal, tarjeta de crédito o con tu crédito de Stuvia. Sin tener que hacerte miembro.
Enfócate en lo más importante
Tus compañeros escriben los resúmenes. Por eso tienes la seguridad que tienes un resumen actual y confiable.
Así llegas a la conclusión rapidamente!
Preguntas frecuentes
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
100% de satisfacción garantizada: ¿Cómo funciona?
Nuestra garantía de satisfacción le asegura que siempre encontrará un documento de estudio a tu medida. Tu rellenas un formulario y nuestro equipo de atención al cliente se encarga del resto.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MarieMulder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.