1) Wat zijn de economische voor- en nadelen van privaat- en gemeenschappelijk eigendom?
2) Wanneer is de invoering van privaateigendom efficiënt?
3) Hoe kunnen verandering in eigendomsvormen in de loop der tijd worden verklaard?
Literatuur
- Recht en Efficiëntie
- Private versus gemene eigendom: de ‘Tragedy of the Commons’ herbekeken
- Van wie is het milieu?
Wat is eigendom (leerdoel 1)
Essentieel bij het verhandelen van goederen en diensten via markten is daarbij natuurlijk dat
er markten voor de goederen en diensten in kwestie bestaan. Met andere woorden, de
verkopers moeten de beschikkingsmacht hebben over de goederen en diensten en deze bij
verkoop kunnen overdragen. En de kopers moeten de goederen en diensten niet op een
andere, voor hun goedkopere manier kunnen bemachtigen.
Bij nadere beschouwing komt het erop neer dat we als vanzelfsprekend hebben
aangenomen dat er een stelsel van wetten en regels bestaat waarmee de private eigendom
van en de beschikkingsbevoegdheid over goederen en diensten zijn vastgelegd, en dat er
een stelsel van rechtspraak en politie bestaat waarmee die eigendom en
beschikkingsbevoegdheid tegen inbreuken van anderen kunnen worden beschermd. Dit
wordt ook wel exclusiviteit genoemd. Als dit niet bestond zouden niet-eigenaren zonder
tegenprestatie van de goederen en diensten kunnen genieten, en zou de markt niet of niet
goed kunnen functioneren. Daarnaast hebben we de kenmerk rivaliteit dit houdt in dat het
gebruik van de een ten koste gaat van het gebruik door iemand anders.
Economen spreken van private goederen als het gaat om goederen en/of diensten die de
kenmerken exclusiviteit en rivaliteit voldaan. Op moment dat de niet-eigenaar deze
goederen en/of diensten met geweld probeert toe te eigenen komen politie en justitie in het
geweer. We hebben ook goederen die worden gekenmerkt door non-rivaliteit en non-
exclusiviteit. Voorbeeld hiervan is een polderdijk. Dit zijn gemeenschappelijke goederen of
een andere benaming is publiek goederen.
Het is bekend dat het juridische en economische taalgebruik ter zake sterk verschilt.
Economisch gezien kan men spreken van ‘common property rights’. Wat is de precieze
verhouding tussen het begrip ‘common property’ en het begrip ‘public goods’.
Het begrip eigendom vanuit juridische perspectief kunnen we vinden in art. 5.1 lid 1 BW.
Deze formulering geeft geen helder afgebakende definitie, maar levert ons wel twee
kenmerken op. Ten eerste wordt duidelijk dat eigendom slecht betrekking kan hebben op
een zaak. Een zaak wordt dan weer in art. 3:2 BW verder toegelicht. Ten tweede wordt
eigendom omschreven als ‘het meest omvattende recht’. In lid 2 wordt de bevoegdheden
die het eigendomsrecht aan de eigenaar verleent verder toegelicht. We hebben
gebruiksrecht die we kunnen verdelen in genotsrecht en beschikkingsrecht. Genotsrecht
betreft alle feitelijke handelingen die uit het eigendomsrecht voortvloeien. Het
, beschikkingsrecht geeft de eigenaar de mogelijkheid ten aanzien van zijn zaak
rechtshandelingen te verrichten. Overigens zijn aan het gebruiksrecht van de eigenaar wel
grenzen gesteld, dit blijkt uit lid 2 door het woordje ‘mits’. De wetgever behoudt zich hier
het recht voor de uitoefening van het private eigendomsrecht te beperken, als dat naar zijn
oordeel nodig is. De exclusiviteit wordt dus door art. 5:1 BW en 5:2 BW gegarandeerd.
Het juridische begrip eigendom is in sommige opzichten niet ruim genoeg en in andere
opzichten te omvattend. In de rechtseconomie wordt er veelal gewerkt met het aan de
Angelsaksische literatuur ontleende begrip ‘property right’. In het Nederlands vertaald
‘eigendomsrechten’. Het gaat dan om een bundel van exclusieve gebruiksrechten die
bepalen wat men met een object mag doen. Het omvat onder andere: het recht om een
object te gebruiken; het recht op de opbrengsten van het object; het recht om anderen van
het gebruik en de opbrengsten uit te sluiten.
Na deze afbakening is de vraag hoe de aanwezigheid en inrichting van deze exclusieve
gebruiksrechten ten aanzien van goederen, diensten en hulpbronnen van invloed zijn op de
maatschappelijke welvaart.
(Voorbeeld eilanden en verschillende families)
Het sociaal contract leidt onmiskenbaar voor de gemeenschap als geheel tot een
welvaartsverbetering in de zin van Hicks-Kaldor. Of er ook een welvaartsverbetering in de zin
van Pareto optreedt, hangt af van de positie van de sterkste. Instellen van een overheid
betekent immers dat de keuzemogelijkheden en bevoegdheden van de individuele leden van
de gemeenschap worden ingeperkt. Die inperking zal zwaarder wegen naarmate de
individuen in kwestie hun zaakjes op basis van het recht van de sterkste al goed voor elkaar
zouden hebben. Om de medewerking van de sterksten te verkrijgen, kan het nodig zijn om
hun onder het sociaal contract een relatief gunstige positie toe te bedelen.
Kortom door het instellen van een sociaal contract en door een overheid in combinatie met
het regelen en handhaven van eigendomsrechten een einde maakt aan het recht van de
sterkste. Tot besparing leidt op particuliere legertjes en de schade van krijgshandelingen en
daardoor een aanzienlijke verbetering van de maatschappelijke welvaart kan opleveren.
Tragedy of the commons en overgebruik
Voorbeeld met veehouders met overbegrazing. Afzonderlijke veehouders kijken naar hun
eigen private kosten en opbrengsten, maar geen rekening hoeven te houden met de
negatieve gevolgen van hun handelen voor anderen. Dat zou anders zijn als de grond een
eigenaar zou hebben, die de andere gebruikers zou kunnen uitsluiten. Of als de grond in
meer stukken zou toebehoren aan verschillende eigenaren, die elkaar over en weer zouden
kunnen aanspreken voor schade in de vorm van gederfd melkopbrengsten.
Om te onderzoeken of de veehouders, op grond van hun individuele streven naar
maximalisatie van de eigen netto-opbrengst, zullen besluiten tot uitbreiding van hun
respectievelijke kuddes. Om dit soort zaken te beantwoorden kan je gebruik maken van de
spelttheorie ontleende concept van de uitkomstenmatrix.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Max1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.60. You're not tied to anything after your purchase.