1. Wat zijn de economische redenen voor het aannemen van een informatieplicht?
2. Waar is het dwalingsleerstuk op gebaseerd (CAVEAT EMPTOR of economische redenen)?
3. Wat vinden rechtseconomen van algemene voorwaarden, en is het relevant of de koper dit
heeft gelezen?
Vraag 1: Wat zijn de economische redenen voor het aannemen van
een informatieplicht?
Dwaling bij de totstandkoming van overeenkomsten heeft als basis de informatie-asymmetrie. ‘Als ik
dit geweten had, had ik de overeenkomst niet gesloten’. De overeenkomst gemaakt door dwaling is op
grond van art. 6:228 BW vernietigbaar. Wie een contract wil sluiten moet vermijden dat onder invloed
van een onjuiste veronderstelling van feiten toestemming wordt gegeven. Maar wie is verantwoordelijk
voor het vergaren en verstrekken van die informatie?
Het caveat emptor principe gaat uit van een grote eigen verantwoordelijkheid van de partijen om voor
zichzelf de benodigde informatie te verkrijgen. De koper zal zelfstandig onderzoek moeten verrichten
en de verkoper hoeft geen informatie te vergaren en te verstrekken aan de koper. De koper mag zelfs
valse mededelingen doen, want de koper heeft dan onvoldoende onderzocht of die mededelingen juist
waren.
Volgens het GKIV principe is het de verantwoordelijkheid van de geringste-kosten-informatie-verkrijger
om informatie te vergaren en te verstrekken ‘informatie moet worden vergaard en verstrekt door
degene die de informatie tegen de geringste kosten kan verkrijgen’. Als de dwalende dwaalt over
feiten waarvan de wederpartij de informatie tegen de geringste kosten kon verkrijgen, wordt de
dwalingsactie toegewezen. Let op, de kosten zijn niet altijd 0! Vaak is de verkoper de GKIV, omdat de
verkoper:
a. de informatie vaak goedkoop kan verkrijgen omdat hij het goed bezit (= bijproduct van het
bezit en het gebruik van een goed);
b. vaker een deskundige is de professionele koper zit hierdoor in een betere positie om
informatie te verkrijgen dan een niet-deskundige koper;
c. schaalvoordelen krijgt bij de productie van informatie.
Maar de koper is altijd de GKIV wat betreft zijn behoeften, omdat hij beter in staat is om te achterhalen
in welke mate de aankoop aan zijn behoeften zal verdoen. Een uitzondering hierop is een relatie
gebaseerd op informatie, waar de wederpartij gevraagd wordt en betaald wordt voor het geven van
informatie over de behoeften van de ander. De koper is ook de GKIV als hij deskundiger is dan de
koper.
Wanneer moet informatie niet gedeeld worden:
- als de wederpartij de informatie al heeft of zou moeten hebben (bijv. bij zichtbare gebreken
van het goed);
- als de communicatiekosten hoger zijn dan de waarde van de informatie: informatie moet
alleen verkregen en vermeldt worden als de informatie verkrijgingskosten + de communicatie
kosten lager zijn dan de waarde van de informatie voor de koper;
- er moet geen plicht zijn tot het delen van ondernemingsinformatie (entrepreneurial
information): expertise kost vaak veel tijd en geld om te verkrijgen. Entrepreneurial information
is informatie dat duur is om te produceren, onmogelijk is om te beschermen via intellectueel
vermogensrecht en waardevol is voor anderen. Vanwege het free-ridersprobleem krijgen
mensen die deze kennis verwerven bescherming via deze maatregel, waardoor het
, aantrekkelijk blijft om die kennis te blijven verwerven. VB: een kunstexpert die een waardevol
van Gogh schilderij ziet en het koopt voor €10,-;
- er zou geen plicht moeten zijn om eerlijk te zijn wat betreft meningen of andere niet-
vervalsbare uitspraken, want ze zijn allemaal subjectief.
Het verschil tussen liegen en het verbergen van informatie is irrelevant. Beide activiteiten zijn duur en
verspilling en leiden tot inefficiënte toewijzing. Dit is ook terug te zien in het leerstuk van de
onrechtmatige daad, waar je zowel aansprakelijk bent voor wangedrag als nalatigheid.
Vaak wordt er gezegd dat de dwalende partij de overeenkomst niet aangegaan was met een juiste
voorstelling van zaken. Maar volgens de economisten heeft deze voorwaarde grote tekortkomingen:
1. in een perfecte concurrerende markt, zal het kleine detail leiden tot een ander besluit;
2. in een minder perfecte concurrerende markt, zullen details het besluit van veel consumenten
niet veranderen, maar er zullen altijd mensen zijn voor wie het wel uitmaakt;
3. zelfs in een tweezijdige monopolie – waar de enige vraag is hoe het surplus verdeeld zal
worden onder partijen – zal elk detail de overeengekomen prijs kunnen veranderen, waardoor
de verkoper de consument subtiel kan misleiden om een hogere prijs te behalen (wat niet
wenselijk is).
Het echte probleem van het rechtssysteem is tweedelig: (1) rechtssystemen zullen geschillen
kleinschalig willen voorkomen met algemene geschilregelingen en (2) rechtssystemen zullen willen
voorkomen dat kleine imperfecties in de informatie gebruikt worden om onder een achteraf betreurde
overeenkomst uit te komen, wat alleen opgelost kan worden door schadevergoedingen met hogere
kosten dan de deal in stand te laten en het wegnemen van het recht om onder een contract uit te
komen.
Er zou een informatieplicht moeten komen, waar er is een plicht is voor A om B te informeren als aan
deze voorwaarden is voldaan:
a. A is de GKIV van deze informatie;
b. de informatie is waardevol vol B de waarde is hoger dan de informatie- en
communicatiekosten;
c. het is onwaarschijnlijk dat B al over deze informatie beschikt;
d. de informatie is niet ondernemingsinformatie (enteprenurial information), want die is duur om
te produceren en moeilijk om hiervoor gecompenseerd te worden als deze informatie is
onthuld;
e. de informatie bestaat niet uit meningen of andere niet falsificeerbare verklaringen.
Let op dat onnodige informatie zal moeten worden weggefilterd, zodat het mensen een prikkel geeft
om overeenkomsten te lezen, maar zodat het ook sneller begrepen zal worden door de lezer (less =
more). Zo stelt art. 3:106 van de DCFR dat informatie duidelijk en precies moet worden gegeven, in
een standaard taal, die begrijpelijk is voor de consument. Dit zal het ook moeilijker maken om de
consument te misleiden. Het art. geeft ook duidelijke regels voor standaard informatie die verteld moet
worden, zoals de prijs, verzendkosten, belasting, de voorwaarden, de rechten en plichten voor beide
partijen, etc.
Vraag 2: Waar is het dwalingsleerstuk op gebaseerd (CAVEAT
EMPTOR of economische redenen)?
Bij het sluiten van een overeenkomst weet de verkoper vaak beter de gebreken van zijn product (bijv.
zijn huis). Hij kan dit eenvoudig mededelen aan de koper. Maar de koper kan ook het product laten
onderzoeken door een expert. Moet de verkoper nu het gebrek mededelen of moet de koper een
expert instellen?
- caveat emptor: de koper moet een expert aanstellen, omdat bij hem de verantwoordelijkheid
ligt te voorkomen dat hij onder invloed van een verkeerde voorstelling van zaken een
overeenkomst sluit. Economisch gezien zijn de kosten voor het inhuren van een expert een
pure verspilling van middelen: het onderzoek zorgt alleen voor informatie die bij de verkoper al
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Max1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.