Uitgebreide begrippenlijst met alle moeilijke woorden in vervat.
Zeer duidelijk en handig om uit te studeren!
Is hetzelfde handboek als 22-23 dus is zeker relevant voor academiejaar 22-23
Begrip Definitie/Uitleg
DEEL 1: HOOFDSTUK 1: COGNITIEVE ACHTERGROND
Voorwaardelijke verbanden of Bepaalde zin of uitspraak (propositie) vormt voorwaarde voor
propositie andere propositie (als… dan…)
Via-verbanden of metonymieën Een ding of entiteit gebruiken (vehikelentiteit) om mentale
toegang te krijgen tot andere entiteit (doelentiteit) dat er in onze
ervaring nauw mee verbonden is (A staat voor B)
Apofenie Neiging om verbanden te leggen tussen niet-gerelateerde dingen
Causale verbanden Neiging om samenhangende gebeurtenissen in een relatie van
oorzaak en gevolg tot elkaar te plaatsen
Correlatie Aangeven in welke mate variabelen verband met elkaar houden
(onderlinge verhouding of relatie)
Causaliteit Oorzakelijk verband
Als-het-ware-verbanden of Een concreet brondomein gebruiken om entiteit uit doeldomein
metaforen beter te begrijpen (A is (als) B)
Hermeneutische functie Interpreteren
Heuristische functie Vinden wat je zoekt
Conceptueel domein Knooppunt van verschillende draadjes/stukjes kennis
DEEL 1: HOOFDSTUK 2: BOUWSTENEN VAN REDENEREN
Redenering Aaneenschakeling van beweringen, waarbij één bewering (de
conclusie) wordt afgeleid uit één of meerdere andere beweringen
(de premissen) gevolgtrekking
= concrete uitspraak over situatie (inferentieel verband)
Voorwaardelijke uitspraak Bestaat uit 2 delen: het ene deel geeft een voorwaarde aan
(antecedens), het tweede deel geeft een gevolg aan dat afhangt
van de voorwaarde in het eerste deel (consequens)
= blijft abstract (conditioneel verband)
Antecedens Als – stuk, voorwaarde
Consequens Dan – stuk, gevolg
Premisse Stelling die in een redenering gebruikt wordt om conclusie te
rechtvaardigen
Propositie Abstract object dat ofwel waar ofwel onwaar is (maar niet beide)
Bewering Bevestiging van de waarheid of onwaarheid van een propositie
welwillendheidsprincipe
Geldig redeneren Formele activiteit die losstaat van het waarheidsgehalte van de
premissen
Implicatie Voldoende voorwaarde: als p dan q: ‘p q’ (p impliceert q)
Materiële implicatie Voorwaardelijke uitspraken
Tegenfeitelijke implicatie Hypothese, tegen de realiteit in redeneren
Inclusieve disjunctie ‘p v q’: p en q mogelijk allebei waar
Exclusieve disjunctie ‘p v q’: p en q onmogelijk allebei waar
Negatie ‘-p’: het is niet waar dat p
Contrapositie van implicatie ‘-q -p’
Replicatie Noodzakelijke voorwaarden: slechts als p dan q: ‘p q’
Contrapositie van replicatie ‘-q -p’
Van Rompaey Britt-Fleur 1
, Juridische argumentatieleer 21-22
Equivalentie Voldoende en noodzakelijke voorwaarden: als en slechts als p dan
q: ‘p <-> q’
Conversen Zinnen waarbij de materiële implicatie wordt omgekeerd
Enthymeem Redenering waarin niet alle premissen uitdrukkelijk worden
vermeld
DEEL 1: HOOFDSTUK 3: SOORTEN REDENERINGEN
Deductief geldig redeneren Naar de vorm kijken, niet naar de inhoud
Waarheid premissen waarheid conclusie
Inconsistentie Onmogelijkheid dat proposities tegelijk waar zijn
Consistente proposities Kunnen waar zijn: vorm
Coherente proposities Moeten samenhangend verhaal vormen, maar moet niet per se
waar zijn: inhoud
Puzzeldenkfout Neiging om coherente verhalen als ware verhalen te beschouwen
Contradictorische uitspraken Het één of het ander
Contraire uitspraken Max. 1 waar, derde weg mogelijk
Subcontraire uitspraken Min. 1 waar, derde weg mogelijk
Syllogisme Vorm van deductief redeneren, 2 premissen nemen concrete
vorm aan: propositio maior (algemene regel) en propositio minor
(concreet geval)
Inductief redeneren Vertrekken vanuit een concreet geval naar een algemene regel,
doel = algemene uitspraak over niet-geobserveerde gevallen
A priori - waarschijnlijkheid Voor observaties
A posteriori - waarschijnlijkheid Na observaties
Gesloten domein Domein waarbij verbanden en wetten niet van buitenaf
wijzigbaar zijn
Open domein Domein waarbij inzicht, relaties en wetten wel wijzigbaar zijn van
buitenaf
Abductief redeneren Inferentie naar beste verklaring, verklarende waarde hangt af van
de inhoud van redenering (= waarheidsgehalte premissen)
Ampliatief Versterkend
DEEL 1: HOOFDSTUK 4: GELDIG EN CORRECT DEDUCTIEF REDENEREN
Logica Normatieve studie van geldig deductief redeneren
Descriptieve kant Beschrijving van normen, extern standpunt: niet gebonden door
normen
Prescriptieve/normatieve kant Voorschrijven van normen, intern standpunt: gebonden door
normen, altijd van toepassing
Propositielogica Verbanden tussen zinnen
Predicatenlogica Binnen zinsdelen kijken
Modale logica Redeneren met modaliteiten
Modaliteit Geeft aan of propositie bevestigt of ontkent dat haar inhoud
mogelijk, onmogelijk, voorwaardelijk of noodzakelijk is
Verplichting (obligatory = OB) Wat verplicht is
Toelating (permissible = PE) Wat toegelaten is
Verbod (impermissible = IM) Wat verboden is
Nalaatbaar (ommisible = OM) Wat mag worden nagelaten en niet verplicht is
Optie (optional = OP) Wat optioneel is
Van Rompaey Britt-Fleur 2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller britt-fleurvanrompaey. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.
