Vak: Methodologie: kwantitatief onderzoek in de gezondheidszorg
Schakeljaar: Master in de verpleegkunde en vroedkunde (zelfde als master in management in beleid in de gezondheidszorg)
Samenvatting van alle lessen die aan bod kwamen: Chapter 4, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 26, epidemiology
14 niet
Gesl...
master in management en beleid in de gezondheidszorg
methodologie kwantitatief onderzoek
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
TEST BANK For Nursing Research Generating and Assessing Evidence for Nursing Practice 11th Edition by Denise Polit; Cheryl Beck | Verified Chapter's 1 - 31 | Complete Newest Version
TEST BANK For Nursing Research Generating and Assessing Evidence for Nursing Practice 11th Edition by Denise Polit; Cheryl Beck | Verified Chapter's 1 - 31 | Complete Newest Version
Test Bank for Nursing Research Generating and Assessing Evidence for Nursing Practice 11th Edition by Polit
All for this textbook (6)
Written for
Universiteit Gent (UGent)
Schakeljaar Master in de verpleegkunde en vroedkunde
Methodologie: kwantitatief onderzoek
All documents for this subject (4)
1
review
By: laura2036 • 1 year ago
By: JoMari • 1 year ago
Translated by Google
Please confirm where this review comes from... I've already received several positive reviews so wonder where this comes from..?
Seller
Follow
JoMari
Reviews received
Content preview
Les 1: Kwantitatief onderzoek;
Chapter 4: Research problems, research questions and hypotheses
1. Basic terminology
• Research problem: (onderzoeksprobleem)
o Iets wat onderzoek nodig heeft ➔ in bepaald domein tekort aan kennis die
onderzocht moet worden
o Altijd iets breed dat je zal vernauwen (trechtervorm)
o Te vinden in introductie:
▪ Vb: 15% van de pten heeft te kampen met
doorligwonden
• Problem statement: (probleemstelling)
o Argument waarom je onderzoek doet
o Vb onderzoek naar doorligwonden
▪ Vb Hoe efficiënt is een alternating matras? ➔ van hieruit komen we tot
onderzoeksvraag
• Research question: (onderzoeksvraag)
o Wat de onderzoeker specifiek wil beantwoorden
• Hypotheses: (voorspelling/ verwachting)
o Afgeleide van onderzoeksvraag
o Bepaalde voorspelling
▪ Vb Pt met obesitas heeft verhoogd risico op diabetes ➔ directieve hypothese
• Statement of purpose
• Research aims/ objectives: (doelstellingen)
2. Research problems and paradigmas
• Nature of research question:
o Aard van onderzoeksvraag moet altijd gerelateerd zijn aan het paradigma
(kwalitatief/ kwantitatief)
o Onderzoeksvraag moet 1 vd 2 paradigma’s bevatten
Kwantitatief Kwalitatief
Vb niveau van depressie vergelijken tussen Vb de betekenis of ervaring van depressie
tewerkgestelden en gepensioneerden. onderzoeken
• Meten wat niveau is van depressie • Betekenisvol
(2 groepen vergelijken)
• Adhv surveys (vragenlijsten) • Kan niet adhv vragenlijsten
• Statistisch vergelijken • Wel adhv focusgroepen, persoonlijke
interviews
• Niveau van data • Niveau van betekenis
,2.1. Sources of research problems
• Clinical experience
o Praktijkervaring
• Quality improvement efforts
o Kwaliteitsverbeterend project
▪ Data nodig vooraleer je weet wat je moet verbeteren
• Nursing literature
o Literatuurstudie
• Social issues
o Gemeenschappelijke en sociale problemen
▪ Vb coronacrisis zet aan denken ➔ effect op sociale welbevinden
• Theories
• Ideas from external sources
2.2. Selecting a topic
• Creative process
• Preliminary ideas
• Sort ideas in terms of:
o Interest
o Knowledge about topic
o Feasibility
▪ Haalbaar om onderzoeksvraag te beantwoorden?
▪ Is onderzoekspopulatie bereikbaar?
▪ Bestaan er meetinstrumenten om outcome te meten?
▪ Beantwoordbaar met vooropgestelde middelen en tijd?
2.3. Narrowing the topic
• Ask some broad questions
o Breed starten en vernauwen
o ‘What factors contribute to…?’, ‘What is the meaning of…?’
o Vb ‘welke factoren dragen bij tot hartfalen?’
o Verder vernauwen:
▪ Vb ‘welke factoren dragen bij tot hartfalen bij mannen tussen 50 en 60 jaar?’
o Nota:
▪ ‘wat is de betekenis van…?’ ➔ doet denken aan kwalitatief onderzoek
(niveau van betekenis), maar kan ook kwantitatief
• Minder gebruikelijk ➔ Minder rijke data opleveren
• Be aware of problems that are too broad/complex
o Hoe specifieker vraag ➔ hoe gemakkelijker om data te verzamelen en later
conclusies te maken
o MAAR: je kan enkel veralgemenen voor doelgroep
• Several possible research problems may emerge
• Each research problem would be studied differently (paradigm)
• Critical evaluation is necessary
, 2.4. Evaluating research problems
4 important considerations for selecting a research problem:
• Significance of the problem (Belang)
o Is het de moeite waard?
o Kan je waardevolle bijdrage leveren tot bepaald domein
• Researchability of the problem (Onderzoekbaarheid)
o Omwille van bepaalde ethische redenen kunnen we zaken niet onderzoeken
• Vb vaccinatie, palliatieve setting
• Feasibility of the problem (Haalbaarheid)
o Eigen tijdsplan, financiële middelen, onderzoekers,…
• Researcher interest
o Interesse van de onderzoeker
3. Research questions
3.1. Statements of purpose
➔Doel gaan formuleren adhv PICO
• PICO:
o Problem/ pt groep
o Intervention
o Controlegroep
o Outcome
• Niet ideaal ➔ doordat je interventie en controlegroep hebt ga je PICO meer gebruiken in de
vorm van experimentele onderzoeken
o Vb effectiviteit van interventie X en controlegroep Y
• Kwantitatief onderzoek
o Vb ‘om de associatie te onderzoeken…’
• Associatie: vaak gebruikt bij wetensch artikels ➔ bij onderzoek willen we zo
veel mogelijk zekerheid van oorzakelijke relatie
• Oorzakelijkheid: we kunnen met zekerheid zeggen dat A, B veroorzaakt
- Vb experiment medicatie: Als groep 1 significant beter is dan groep 2,
moet je zeker weten dat het door medicatie komt (enkel verklaard
kan w door experiment
o Bij opzetten onderzoek: designs kiezen die ons zo veel mogelijk garanties geven dat
hypotheses die we hebben, dat daar geen rivale hypothese voor bestaat
VOORBEELD:
Groep 1: medicatie X
Groep 2: medicatie Y
Echt verklaarbaar door medicatie? Kan vb ook doordat pt iets heeft gedronken of naar
buiten is gegaan
Stapje verder:
Groep 1: medicatie X + water + zuurstof
Groep 2: medicatie Y + water + zuurstof
Hebben omgevingsfactoren dan ook impact op outcome?
Tweeledig:
• Kan altijd impact hebben
• 2 groepen zijn vglbaar door zelfde omgevingsfactoren ➔ verschil in hoofdpijn kan dus
verklaard w door medicatie
, Fundamentele factor:
• Groepen groot genoeg ➔ factoren die mogelijk impact hebben op outcome gaan we gelijk
verdelen over groepen
• Beschrijvend onderzoek?:
o Vb ‘Wat is de associatie tussen leeftijd en valrisico?’
▪ GEEN interventie toepassen ➔ bekijken van versch variabelen ➔ PICO
moeilijker aangezien je geen I en C hebt
o Associatie: er bestaat een relatie tussen variabele x en y, maar richting staat niet
vast. X kan Y beïnvloeden, maar Y kan ook X
beïnvloeden
3.2. Purpose ➔ research questions (examenvraag)
• Hoe kom je van een purpose (doelstelling) naar een
vraagstelling?
1. Purpose: Het doel van de studie is om de relatie
tussen de functionele afhankelijkheid van een pt die een niertransplantatie hebben
gekregen en de mate van herstel
o 2 variabelen associëren in bepaalde pt groep
▪ Functional dependece level ➔ onafhankelijke variabele
▪ Rate of recovery ➔ afhankelijke variabele
o Doelstelling omzetten in vraag !
2. Vraag: Wat is de relatie tussen de functionele afhankelijkheid (I)(onafh variabele) van de
pt met niertransplantatie (P) en de mate van herstel (O)(afh variabele)?
• Vraag nodigt uit om een antwoord te formuleren en om te weten welke data je nodig hebt
o Welke variabele heb je nodig?
▪ De mate van een functionele afhankelijkheid + mate van herstel
3.3. Research questions in quantitative studies
• Independent variable (IV) ➔ onafhankelijke variabele
• Dependent variable (DV) ➔ afhankelijke variabele (vaak omschreven als outcome) : iets wat
je meet bij iemand (eindpunt)
• Niet altijd mogelijk om uitspraak te doen ➔ verstorende factoren die kunnen beïnvloeden:
bias
Verschillende niveaus:
• Moderator variable:
o Vb: Oefeningen (IV) die je doet bij kinesist zullen normaal impact hebben op fysisch
functioneren (DV), MAAR we weten dat leeftijd
een rol speelt. (moderator variable)
▪ Gaat conclusie verstoren ➔ NIET
aanpasbaar
• Mediating variable:
o Vb: Interventie die gericht is om stoppen met
roken (onafh), effectiviteit ga je gaan meten
dmv rookgedrag (afh).
▪ Motivatie ➔ speelt op beiden in ➔
WEL aanpasbaar Er is een relatie tussen afh en onafh variabele,
maar er is ook een link tussen andere variabele
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JoMari. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.68. You're not tied to anything after your purchase.