100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting H1 Praktische economie Module verleden, heden, toekomst |Vwo 4| $3.80   Add to cart

Summary

Samenvatting H1 Praktische economie Module verleden, heden, toekomst |Vwo 4|

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level

H1 Praktische economie Module verleden, heden, toekomst |Vwo 4|

Preview 1 out of 3  pages

  • January 20, 2022
  • 3
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Hoofdstuk 1

 Produceren kost tijd. Een bepaalde tijdsduur komt overeen met een bepaalde productie.
Consumeren kost ook tijd. Een dagje uit naar het pretpark kost ook tijd.
 De individuele prijs van tijd verschilt van persoon tot persoon en hangt af van iemand zijn
tijdsvoorkeur. De algemene prijs van tijd is voor iedereen gelijk. De marktprijs van tijd is gelijk
aan rente en dus een algemene prijs van tijd, omdat rente voor iedereen gelijk is.
 De hoogte van rente komt tot stand op de vermogensmarkt: de markt waar vraag en aanbod
van financieel kapitaal bij elkaar komen. De hoogte van rente wordt zwaar beïnvloed door de
reporente (refirente). De reporente is het rentepercentage waarvoor banken geld lenen bij
de centrale bank. De reporente is ook het minimale rentepercentage waarvoor banken geld
uitlenen aan bedrijven en consumenten. Een bank heeft altijd een depositorekening bij de
centrale bank. Banken krijgen over het geld wat op de depositorekening staat een
depositorente van de centrale bank uitbetaald.
 Bij een ruil over de tijd is er sprake van een intertemporele ruil. Sparen levert rente op, hoe
langer het geld op de bank blijft staan hoe hoger de rente wordt. Het voordeel van sparen is
dat je rente krijgt. Het nadeel is dat de consumptie wordt uitgesteld. Bij het lenen van geld
betaal je rente aan de bank. Het voordeel van lenen is dat je de consumptie kan vervroegen.
Het nadeel is natuurlijk dat je rente moet betalen.
 Een consument zal sparen als de rente meer oplevert dan de kosten van sparen (het
mislopen van consumptie, oftewel de individuele prijs van tijd). Bij lenen is het andersom.
 De individuele prijs van tijd is bij ongeduldige consumenten hoger dan bij geduldige
consumenten, omdat ongeduldige consumenten het uitstellen van consumptie erg lastig
vinden. De individuele prijs van tijd wordt ook beïnvloed door de mate van risico-aversie: de
neiging om het zekere voor het onzekere te nemen. Consumenten die risico-avers zijn willen
zekerheid. Hoe sterker iemand risico-avers is hoe hoger zijn individuele prijs van tijd, het
uitstellen van een consumptie neemt onzekerheid met zich mee. De individuele prijs van tijd
verschilt ook per product, als je dorst hebt dan wil je snel wat drinken, je individuele prijs van
tijd is hoog, maar een aankoop van een nieuwe PlayStation kan wel een weekje wachten.
 Het verschuiven van consumptie door de tijd heet intertemporele substitutie. Een
consument die spaart, stelt een aankoop uit. Consumptie nu vervangt hij door consumptie in
de toekomst; een consument die leent, vervroegt een aankoop. Consumptie in de toekomst
vervangt hij voor consumptie nu.
 De gemiddelde prijs van een verzameling goederen is het algemeen prijspeil. De stijging van
het algemeen prijspeil door de tijd heen noemt men inflatie. Een belangrijke reden voor het
ontstaan van inflatie is de groei van de maatschappelijke geldhoeveelheid: hoe meer geld er
in omloop komt, hoe hoger de prijzen.
 Het veranderen van de rente door de centrale banken is een voorbeeld van een monetair
beleid. Met dit beleid proberen centrale banken de economie te beïnvloeden. Door de rente
te verlagen zullen consumenten en bedrijven geld moeten lenen, waardoor de
maatschappelijke geldhoeveelheid stijgt en de economie wordt gestimuleerd. Dit
mechanisme noemt men het kredietkanaal. Bij het verhogen van de renten hebben
consumenten en bedrijven niet direct de behoefte om geld te lenen en zal de
maatschappelijke geldhoeveelheid inkrimpen.
 Indexcijfers helpen bij het berekenen van procentuele veranderingen, er wordt een basisjaar
gekozen, dit basisjaar staat gelijk aan het prijsindexcijfer 100. Het prijsindexcijfer van het
vergelijkingsjaar kan als volgt worden berekend: Prijsindexcijfer vergelijkingsjaar = (prijs van
het product in het vergelijkingsjaar : prijs van het product in het basisjaar) x 100

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jellekooderings. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.80
  • (0)
  Add to cart