100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting H1 + H2 + H3 Praktische economie Module 1 schaarste, geld en handel |VWO 4| $3.75
Add to cart

Summary

Samenvatting H1 + H2 + H3 Praktische economie Module 1 schaarste, geld en handel |VWO 4|

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level

H1 + H2 + H3 Praktische economie Module 1 schaarste, geld en handel |VWO 4|

Preview 2 out of 5  pages

  • January 20, 2022
  • 5
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Hoofdstuk 1
 Alle mensen hebben wensen, deze wensen noemen we behoeften. Deze behoeften zijn
onbegrensd. Ieder mens heeft andere voorkeuren qua behoeften.
 Om aan je behoeften te voorzien heb je middelen nodig, deze middelen zijn niet onbeperkt,
waardoor er schaarste ontstaat. Dat houdt in dat er te weinig middelen zijn om aan alle
behoeften van alle mensen te voorzien.
 Middelen zijn alternatief aanwendbaar, ze zijn op verschillende manieren te gebruiken. Geld
kan je immers geven aan een straatmuzikant of uitgeven aan een bioscoopkaartje. De manier
waarop het gebruikt wordt is de aanwendingsrichting.
 Om te bepalen welke aanwendingsrichting de beste is kan je een berekening toepassen.
Bepaal eerst alle aanwendingsrichtingen van een middel. Bereken vervolgens voor elke
aanwendingsrichting de kosten en opbrengsten, ook wel baten genoemd. De
aanwendingsrichting waarbij de baten het meest uitstijgen boven de kosten levert het meest
op en heeft de hoogste nettobaten: baten – kosten. Om de ongeregistreerde baten en kosten
te berekenen moet je jezelf afvragen wat iets voor jou waard is.
 De opofferingskosten zijn de gemiste nettobaten van het beste, niet gekozen alternatief.




 Productcombinaties zijn combinaties van middelen waaraan het budget wordt uitgegeven.
Bijvoorbeeld uitslapen en daarna sporten of een hamburger en een blikje frisdrank.
 De budgetlijn geeft aan welke productcombinaties binnen een budget passen en welke niet.
Bij een budget van €14,50 en als een hamburger €2,25 kost en een blikje €1 dan kan je tien
blikjes en 2 hamburgers kopen of 6 hamburgers en 1 blikje, er zijn verschillende combinaties
mogelijk.
 Het maximale aantal producten dat je kan kopen binnen het budget zijn de 2 punten, waaruit
de lijn wordt getekend. Je kan maximaal 6 hamburgers kopen en maximaal 14 blikjes
frisdrank kopen. De lijn loopt dus vanaf 6 naar 14.
 De vergelijking van de budget lijn is B = p 1q1 + p2q2. B staat voor budget, p staat voor de prijs
en de q staat voor de hoeveelheid. De vergelijking van het eerder gebruikte voorbeeld is:
14,50 = 2,25 x aantal hamburgers + 1 x aantal blikjes.
 De budgetlijn kan worden verschoven door 3 situaties: het budget wordt vergroot/verkleint,
product 1 wordt duurder/goedkoper of product 2 veranderd in prijs.

, De prijs van de belminuten daalt. Het budget wordt verkleind.



Hoofdstuk 2
 Het kan zo zijn dat iemand anders een middel heeft dat beter in jouw behoeften voorziet en
dat de middelen die jij hebt beter voorzien in de behoeften van diegene. In dit geval kan het
handig zijn om te ruilen, als beide personen er baat bij hebben ontstaat er een wederzijds
voordeel. De partij die een middel aanbied is voor dat middel de aanbieder, de andere partij
die interesse heeft is de vrager. Voor het andere middel zijn de rollen omgedraaid.
 Als er niet geruild wordt, maakt iedereen gebruik van zijn of haar eigen middelen.
Bijvoorbeeld: je bouwt je eigen huis, je verbouwt je eigen voedsel. In dit geval is er sprake
van een economie in autarkie: een economie zonder ruil. In een economie waarin geruild
wordt, bevredigen mensen hun behoeften beter dan in een economie in autarkie.
 De ruilverhouding is de waarde van het ene middel uitgedrukt in het aantal eenheden van
het andere middel. Een paar sportschoenen is bijvoorbeeld 3 boeken waard.
 De wettige eigenaar van een middel is vastgelegd in het eigendomsrecht. Een ruil is dan de
overdracht van eigendomsrechten. Deze rechten zijn terug te vinden in officiële
documenten, meestal is dit gewoon een kassabon. Bij grote aankopen is de beschrijving veel
uitgebreider, denk aan bijvoorbeeld een huis.
 Eigendomsrechten kunnen ook betrekking hebben op een idee of een creatieve uiting. In dat
geval is het recht vastgelegd in een patent, ook wel een octrooi genoemd. Een patent laat
zien wie de rechtmatige eigenaar is van een nieuw ontwikkeld middel. Patenten vormen
bescherming tegen het kosteloos kopiëren van een vinding. Het nadeel van een patent is dat
er maar een aanbieder is, waardoor er door geen concurrentie geen prijs dalingen
plaatsvinden. Dit is een nadeel voor consumenten.
 Creatieve uitingen, zoals muziek of boeken worden beschermd tegen kosteloos kopiëren
door een intellectuele eigendomsrecht, ook wel het auteursrecht. Het is in het heden
moeilijk om het illegalen kopiëren tegen te gaan, dit komt door de komst van
kopieermachines en online informatiedragers. Daarom wordt er een thuiskopievergoeding
op de dragers van de kopieën gelegd. De opbrengsten hiervan gaan naar de makers van de
creatieve uitingen.
 Transactiekosten zijn de kosten die gemaakt worden voor het maken van een wederzijds
voordelige ruil. Bij een uitje naar een pretpark zijn de transactiekosten de transportkosten,
deze worden door de vrager gemaakt. Bij de groenteboer zijn de transactiekosten de

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jellekooderings. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75
  • (0)
Add to cart
Added