Vigne: Antropofilie, Commensalisme: vredige samenleving van mens en dier, Controle in het wild,
Controle in gevangenschap, Extensieve veeteelt, Intensieve veeteelt, Huisdieren: volledige opname
van het dier in het huishouden
Zeder: commensale pad, prooidierenpad, gerichte pad
Herzog: is het houden van huisdieren een geëvalueerde neiging? Nut (gezondheid, manier om
geschiktheid als verzorgende partner aan te tonen, ontwikkeling ouderlijke vaardigheden) nooit
aangetoond irt grotere voortplantingskansen, ook niet universeel (stabiel) aanwezig. Onderliggende
mechanisme is echter wel aangetoond: aangeboren focus op, en hechting aan, dieren (mn honden)
= biofiliehypothese
Nagasawa: experimenten oxytocine, oogcontact zorgt voor positieve oxytocine-loop tussen hond en
verzorger, zorgt voor hechting. Toedienen oxytocine honden zorgt voor toename zoeken van
oogcontact met verzorger (bij teefjes).
Kritiek op experiment 1 door Fiset en Plourde: niet onderzocht of honden onderling zo'n loop hebben
(maar wat dan nog?) en Kekecs: oververtegenwoordiging vrouwelijke verzorgers (die gevoeliger zijn
voor oxytocineloop met honden en ook wolven). Ook kritiek op methodologische opzet van het
onderzoek (definities niet helder, verstorende effecten mbt karakteristieken hond niet in beschouwing
genomen, power te klein, 1x eigen verzorger, plafondeffect)
Band mens-hond blijkt uit: archeologische vondsten, DNA-analyse, domesticatiesyndroom,
oxytocineloop, vermogen van honden om mensen te begrijpen en hulp bij ze te zoeken.
HAI: human-animal-interaction, een wederzijdse en dynamische interactie tussen mensen en dieren,
bestaande uit (zichtbare) gedragingen die duidelijk op elkaar volgen. Dat, en de gevolgen daarvan
voor onze gezondheid, zijn onderwerp antrozoologie
AAI (whitepaper IAHAIO): animal-assisted-intervention, een doelgerichte, geplande en
gestructureerde interventie waarbij dieren bewust worden ingezet als ondersteuning op het gebied van
gezondheid, onderwijs en persoonlijke dienstverlening (bijvoorbeeld sociaal werk) met als doel een
positief therapeutisch effect op mensen te bewerkstelligen. Wordt uitgevoerd door iemand die
geschoold/bevoegd is in het betreffende werkveld en kennis heeft van dieren(welzijn). Vormen:
AAT, therapy, interventie die zich richt zich op de verbetering van fysiek, cognitief,
gedragsmatig en/of sociaal-emotioneel functioneren van de cliënt. Therapeuten
AAE, eduction, interventie gericht op leervaardigheden, prosociale vaardigheden en op
cognitief functioneren. Leerkrachten
AAA, activity, informele interactie die zich richt zich op motivationele, educatieve en
recreatieve doelen. Wel doelgericht en gepland, maar niet gestructureerd en vaak ook door
ongeschoolde beoefenaar, wordt alleen onder bepaalde condities als AAI gezien
AAC, coaching/counselling, interventie die gericht is op persoonlijke groei, inzicht in en
verbetering van groepsprocessen en op sociale vaardigheden of socio-emotioneel
functioneren. Coaches
Eshuis somber: beoefenaars hebben onvoldoende training zowel richting patiënten als dieren, gebrek
aan goede scholing en training, beschikbare trainingen vaak niet geaccrediteerd
AAIZOO, AAI in Zorg, onderzoek, onderwijs. Vertegenwoordiging in IAHAIO, maar ook actief in
ontwikkeling richtlijnen en criteria, ook voor garanties dierenwelzijn, samen met leerstoel OU
oprichting IVA voor verbinding praktijk en onderzoek
, Hosey literatuuronderzoek AAI.
Gaat over: gezelschapsdieren, agrarische dieren, wilde dieren, labdieren, dierentuindieren,
overige.
Hoofdthema's: (voordelen van) AAI, dierenwelzijn, dierenarts, verzorger, sociologisch,
methodologisch, theoretisch.
Secties literatuur over mens-dierrelatie: sociale context (invloed werk, religie, cultuur),
ontwikkelings- en leerprocessen (in omgang met dieren), persoonlijkheidskenmerken (die
invloed hebben op relatie met dieren), gezondheid, evolutie, relaties tussen groepen (dieren
beschouwen als in-group of out-group*, antropomorfisme)
Constateert explosieve groei literatuur maar aandacht voor methodologie (bij onderzoek naar
huisdieren) blijft achter, stevige theoretische basis ontbreekt.
Oorzaken: vakgebied breed en multidisciplinair (1 overkoepelende theorie niet mogelijk?),
context onderzoeker speelt mee en daarmee focus, mens-menstheorieën niet zonder meer
van toepassing op mens-dierrelatie (vb hechtingstheorie)
*Speciësisme = discriminatie van andere diersoorten ten opzichte van de eigen diersoort.
HAR (Human Animal Relationship): het gevolg van een verleden van interacties tussen mens en dier,
waarin er een vertrouwdheid ontstaat met elkaars gedrag die het mogelijk maakt voorspellingen te
doen over het toekomstige gedrag van de ander
HABs (Human Animal Bonds): wederkerige en persistente relatie tussen mens en individueel dier die
een toename promoot in welbevinden bij beide partijen (Russow). Lastig om vast te stellen wat een
wederkerige en persistente relatie is, en of er ook sprake is van welbevinden bij het dier
Verklarende theorieën over band tussen mens en dier (pet-effect):
Fine:
hechting (theorie van Bowlby gaat over goede interactie, (fysiek) contact werkt
stressverlagend, maar hechting gaat ook over voor een ander willen zorgen),
sociale steun,
afname cortisol/toename oxytocine,
biofilie (ontspannen dier geeft veilig gevoel)
Beetz en Serpell idem:
hechting,
sociale steun,
oxytocine (door Serpell geassocieerd met hechting en supernormale stimuli = zorggedrag dat
wordt uitgelokt door onze extra gevoeligheid voor schattigheid)
biofilie (zorgt ook voor afleiding).
Serpell noemt verder nog sociale katalysator / sociaal kapitaal (relatie dier zorgt ook voor betere
relaties met mensen) en biopsychosociaal model (integratie meerdere theorieën). Beetz noemt
informatieverwerkingssystemen (herhaalde aanwending van het (impliciete-)experiëntiële systeem bij
de interactie met het huisdier, promoot intrinsieke motivatie) en motivatie (voldoening op zich). Verder
nog genoemd: antropomorfie, afleiding.
Antropomorfisme en huisdieren als 'supernormal stimuli' verklaren wel het ontstaan van de relatie,
maar niet direct het positieve effect hiervan
verklaart waarom interactie hoe positief effect waarom groter dan tussen
interactie mensen
Hechtingstheorie x x
Sociale steun x x x x
Biofilie x x x
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cassandrav1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.