100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Beantwoorde examenvragen van Prof Timmermans $16.33   Add to cart

Summary

Samenvatting Beantwoorde examenvragen van Prof Timmermans

 29 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle beantwoorde examenvragen van Bijzondere weefselleer II. Dit heb ik gedaan met de practica, de USB-stick en de hoorcolleges.

Preview 6 out of 45  pages

  • January 20, 2022
  • 45
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
BIJZONDERE WEEFSELLEER
Diergeneeskunde 2021-2022

,Integument

1. Bespreek de verschillende celtypen in de epidermis.

De keratinocyten, melanocyten, cellen van Langerhans en de cellen van Merkel zijn terug te vinden in
de epidermis.

Keratinocyten ontstaan door voortdurende mitose en schuiven op in de richting van de oppervlakte,
waar ze daarna afslijten. Naarmate de keratinocyten meer naar het oppervlak komen zijn ze meer
gevuld met keratine. De keratinocyten zijn in de epidermis in verschillende lagen geordend:

1. Stratum disjunctum (= afschilferlaag)
2. Stratum corneum
3. Stratum lucidum, enkel in een dikke haarloze huid. Bestaat uit verschillende lagen verhoornde
plaveiselcellen.
4. Stratum granulosum, er zijn keratohyaliene korrels aanwezig. In de keratinocyten van deze laag
zijn membrane-coating granules terug te vinden die bij vrijstelling zorgen voor een lipideachtige laag.
5. Stratum spinosum, dit is de dikste laag van de epidermis.
6. Stratum basale, een enkele laag kubische tot cilindrische cellen. Deze laag is via hemidesmosomen
verbonden aan de lamina basalis.

Melanocyten zijn afkomstig van de neurale lijst en zijn gelegen in het stratum basale. De
melanocyten produceren melanine en hebben lange uitlopers die de keratinocyten aanraken voor
het transport van melanine. De melaninekorrels worden ook wel de melanosomen genoemd.
Melanocyten zijn een zeer stabiele celpopulatie en zullen in normale omstandigheden niet delen. De
activiteit van melanocyten wordt beïnvloed door genetische factoren, hormonale factoren,
ouderdom en belichting. Melanine stapelt zich vooral op aan de kant richting de zon. Melanocyten
hebben als functie het produceren van melanine dat de huid pigmenteert. De productie van
melanine vindt plaats in diverse stappen. Tyrosine wordt onder invloed van het enzym tyrosinase
omgezet in melanine. Albino’s hebben geen tyrosinase.

De cellen van Langerhans zijn dendritische cellen van mesenchymale oorsprong en behoren tot het
mononucleair fagocytensysteem. Ze zijn te vinden in het stratum spinosum. Het zijn langwerpige
uitlopers tussen de keratinocyten, met aan het uiteinde een Birbeck granule (tennisracketvorm). Ze
zijn niet verbonden met keratinefilamenten, wel met de granula. Deze hebben een lysosomale
functie. Deze cellen bevatten receptoren voor MHC klasse II en produceren onder andere
interleukine-1.

De cellen van Merkel komen beperkt voor in het stratum basale en zijn het talrijkst op specifieke
gevoelige plaatsen in een dikke huid (vingertoppen). Samen met de afferente zenuwuitlopers die
synaps maken aan de basale kant van deze cellen, vormen de cellen van Merkel tastschijven, die als
mechanoreceptoren fungeren. Ze behoren tot het neuroendocrien systeem. Ze bevatten ook
sensorische vesikels, de dense-cored vesicles.




1

,2. Bespreek het lichaampje van Meissner en het lichaampje van Vater Pacini.

Lichaampje van Meissner

Het lichaampje van Meissner komt voor in de onbehaarde huid op de grens van de dermis en de
epidermis in de dermpapillen. Het zijn kleine ovoïde lichaampjes, die opgebouwd zijn uit platte,
loodrecht op de lengteas staande, gliacellen met hiertussen vertakkingen van niet-gemyeliniseerde
afferente zenuwvezels. De functie is het detecteren van langzame vibraties.




Lichaampje van Vater Pacini

Het lichaampje van Vater Pacini is gelegen in het stratum reticulare, de hypodermis en in de pancreas
van de kat. De zenuwuiteinden zijn omgeven door concentrische lamellen waarin zich fibroblasten
bevinden. Het hele systeem is omgeven door een sterk gevasculariseerde bindweefselschede.
Doordat de bindweefsellagen worden samengedrukt, verandert de structuur. Door deze
mechanische druk polariseert de in de structuur gelegen zenuwvezel, waarna deze een
actiepotentiaal doorstuurt naar het centraal zenuwstelsel. De functie is het detecteren van snelle
vibraties.




3. Bespreek de microscopische bouw van de behaarde huid inclusief alle geassocieerde structuren
van het haartje. Vergelijk met de opbouw van een sinushaar.

Haren zijn flexibele epidermale derivaten die zorgen voor mechanische bescherming en een rol
spelen bij temperatuurregeling en sensorische gewaarwording. De haarschacht steekt boven het
huidoppervlak uit. De haarwortel is gesitueerd in de haarfollikel en eindigt boven de haarpapil van de
dermis in een verdikking, de haarbulbus.




2

,De haar zelf heeft verschillende lagen, van buiten naar binnen:

1. De cuticula, bevat verhoornde plaveiselcellen die dakpansgewijs over elkaar heen liggen.
2. De schors, bevat dicht op elkaar verhoornde plaveiselcellen die door desmosomen bijeen worden
gehouden.
3. Het merg, bevat cellen die wat losser van elkaar gelegen zijn.

De soepelheid van het haar is afhankelijk van de merg-cortex-ratio:
- Merg/cortex gelijk: haar zoals meeste huisdieren
- Veel cortex: stevig, soepele haren (wol: alleen maar cortex)
- Veel merg: stijf, vlug afbrekend haar

Het haarzakje omgeeft de haarfollikel. De haarfollikel is een instulping vanuit de epidermis die reikt
tot aan de dermis of hypodermis. De haarfollikel bevat de haarwortel en bulbus. Een haar wordt
omgeven door vier lagen:

1. De inwendige wortelschede, omgeeft het onderste deel van de haarschacht. Houdt haar tegen
d.m.v. kleine haakjes. Degenereert thv de talgklier en dient dan als smeermiddel.
• Laag van Henle, grenst aan de uitwendige wortelschede en is verhoornd.
• Laag van Huxley, de cellen bevatten talrijke trichohyaliene korrels (keratohyaliene korrels
van het haar).
• Cuticula, wordt gevormd door de verhoornde plaveiselcellen die elkaar overlappen op een
gelijkaardige manier als die van de cuticula van het haar, dit zorgt voor een stevige hechting
van het haar.

2. De uitwendige wortelschede, continue met het stratum basale en onderste deel van het stratum
spinosum van de epidermis. Het is een blijvende laag.

3. Het glasmembraan, het dikke transparante basale membraan (verderzetting basaalmembraan van
het epitheel).

4. De bindweefselschede, dicht bindweefsel dat meeloopt in de richting van het haartje.




Bij een actieve haarfollikel is het centrum van de bulbus ingenomen door de bindweefselpapil. In
deze bindweefselpapil is een uitgebreid capillairnetwerk terug te vinden, wat zorgt voor de aanvoer
van de voedingsstoffen voor de bovenliggende stamcel-keratinocyten van de bulbus. Tussen de
bulbus en de bindweefselpapil is een basaalmembraan terug te vinden, deze scheidt de epidermis
van de dermis.


3

,Haartjes groeien doordat de matrixcellen ter hoogte van de bulbus prolifereren en de bovenliggende
cellen naar boven duwen. De keratinocyten stapelen steeds meer keratinefilamenten op naarmate ze
het huidoppervlak bereiken. De melanocyten zullen zorgen voor de pigmentatie van het haar, deze
zijn terug te vinden tegen de basale membraan aan thv de bindweefselpapil.

Typen haarfollikels

1. Primaire haarfollikel (dekharen), liggen diep in dermis met talg- en zweetklieren en de musculus
arrector pilli.

2. Secundaire haarfollikel (donsharen), heeft een haarschacht zonder medulla. De follikels zijn
oppervlakkiger gelegen en enkel verbonden met een talgklier.

3. Enkelvoudige follikel, één haar per follikel.

4. Samengestelde follikel, een cluster van zowel primaire als secundaire follikels, maar de
haarschachten gaan door dezelfde opening naar het oppervlak.

Onderdelen van een haar:

1. Musculus arrector pilli (gladde spier). Verbonden met de bindweefselschede van het haar en de
dermispapillen van de huid.

2. Talgklieren (holocriene klieren). Staan meestal in verbinding met de inwendige wortelschede,
soms als vrije talgklier. Voorkomt uitdroging, vergroot waterbestendigheid en heeft enige anti-
bacteriële werking.

Sinusharen

De follikels van sinusharen reiken tot diep in de hypodermis. De sinushaar wordt ook wel een tast- of
tactielhaar genoemd die erg dik is. Het zijn enkelvoudige follikels met een bloed gevulde sinus tussen
het binnenste en buitenste blad van de bindweefselschede. De zenuwen zijn overvloedig aanwezig in
de binnenste bindweefselschede en reiken tot in de buitenste wortelschede waar Merkelcellen
gelegen zijn. Aan de buitenste bindweefselschede zijn skeletspiervezels aangehecht. Alle haren zijn
uitgerust met fijne zenuwvezels die de basis van het follikel bekleden en fungeren als tastsensoren.
Wanneer het bloed in de sinus wordt bewogen, dan zal er een signaal worden doorgestuurd.

4. Bespreek de microscopische bouw van de nagel.

De nagel is een epidermaal derivaat. Het zichtbare harde gedeelte is de
nagelplaat die glijdt over het nagelbed, wat een voortzetting is van het
stratum basale en het stratum spinosum van de epidermis. De hoge
epitheelkammen en hiermee afwisselende dermpapillen geven de roze
kleur aan de nagel aangezien er capillairlussen thv de
bindweefselpapillen voorkomen. De nagelplaat ontstaat doordat
keratinocyten van de nagelwortel sterk prolifereren. Naarmate de
gevormde cellen in de proximodistale richting van bijvoorbeeld de
vinger worden gedreven zal harde verhoorning optreden.
De nagelwortel is beschermd door de overliggende nagelplooi, die op zijn verste uiteinde het
verhoornde eponychium (= nagelriem) heeft. Het hyponychium vormt de verbinding tussen het
nagelbed en de nagelplaat aan de uiteinden van vingers en tenen.



4

, 5. Bespreek de microscopische bouw van de klauw.

Klauwen zijn de nagels van carnivoren. De wand of klauwplaat is samengesteld uit dicht
opeengepakte, afgeplatte keratinocyten die afkomstig zijn van de papillen van de kroondermis. Er
vindt weinig groei plaats boven de kammen van de wanddermis waarover de plaat in proximodistale
richting glijdt. Het zorgt vooral voor de verankering van de klauwplaat. De wand of klauwplaat groeit
vanuit een cirkelvormige nagelmatrix die de kroon wordt genoemd en beschermd wordt door de
klauwplooi. De epidermis van het binnenste oppervlak van de klauwplooi produceert een dunne laag
keratinocyten die de klauwplaat proximaal bedekken en lijkt op het stratum externum van de hoef bij
paarden. De klauwplaat groeit over het klauwbed dat op zijn beurt over de dermis ligt. Onderaan de
klauw bevindt zich de zool die bestaat uit zacht keratine en dik verhoornd meerlagig
plaveiselepitheel.

De zoolkussentjes zijn bedekt met dik verhoornd meerlagig plaveiselepitheel. Het epitheeloppervlak
is glad bij katten en voorzien van papillen bij honden. Dermpapillen zijn prominent aanwezig. Het
digitaalkussen wordt gevormd door de hypodermis en bestaat uit clusters adipocyten die van elkaar
gescheiden en omgeven zijn door septa van collageen en elastische vezels. In het digitaalkussen
liggen merocriene zweetklieren.


De harde klauwplaat (s) bedekt het klauwbed
(e), dat op zijn beurt over de dermis (d) ligt.
Onderaan de klauw vind je de zool die bestaat
uit zachte keratine. Merk op dat de klauw over
de distale phalanx ligt! Onderaan de poot vind
je het zoolkussen (ed en dd).




6. Bespreek de microscopische bouw van de hoef.

De hoef omgeeft het bot van de distale phalanx van de derde digit en de omliggende dermis. Deze
dermis heeft afhankelijk van de anatomische plaats in de hoef een andere naam:

- Zoomlederhuid
- Kroonlederhuid
- Wandlederhuid
- Zoollederhuid
- Straallederhuid

Deze verschillende dermi liggen telkens onder een epidermale laag waaruit prolifererende
keratinocyten de gespecialiseerde verhoornde delen van de hoef vormen.
De wand van de hoef zal ontstaan vanuit de kroon en in proximodistale richting groeien. Thv de
kroon zijn zeer lange bindweefselpapillen van de kroondermis terug te vinden, met prolifererende en
differentiërende keratinocyten. Deze geven aanleiding tot het ontstaan van stevige staafjes met een
merg en schorsgebied, deze vormen samen de tubulaire hoorn. Deze staafjes zijn niet-
gepigmenteerd en staan loodrecht op het loopoppervlak. De gebieden tussen de dermpapillen geven
aanleiding tot gepigmenteerde intertubulaire hoorn.


5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vcpauline. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.33
  • (0)
  Add to cart