100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding recht - ad management $6.82
Add to cart

Summary

Samenvatting inleiding recht - ad management

 38 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting wordt alles besproken wat er tijdens de colleges naar voren is gekomen, de studiewijzer (met leerdoelen) zijn gevolgd en de belangrijkste hoofdstukken zijn doorgenomen. Ik raad je aan (wanneer dingen nog niet helemaal duidelijk zijn) om ook de clubcolleges en/ of flitscolleges...

[Show more]

Preview 3 out of 26  pages

  • No
  • H1, 2, 3.3, 4, 5, 7, 8, 9.1 t/m 9.4
  • January 21, 2022
  • 26
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Inleiding recht
Hoofdstuk 1
De student kent de verschillende basisonderscheidingen binnen het Nederlands Recht (H9 zelfde).
Functies van het recht
 Normatieve functie
o De samenleving vindt dat sommige regels moeten worden nageleefd (normen, zoals
moord, diefstal, verkrachting).
 Geschil oplossende functie
o Oplossing van het probleem om eigenrichting te voorkomen (oog om oog, tand om
tand. Bij ons verboden  rechterlijke organisatie oordeelt).
 Additionele functie
o Aanvulling op wat elders (contracten) niet geregeld is. Als partijen vergeten zijn op
een bepaald punt afspraken te maken, geeft het recht aan welke regel geldt. Hebben
zij dit wel gedaan, dan gaat die afspraak vóór en is de wettelijke regeling niet meer
van toepassing.
 Instrumentele functie
o Sommige dingen moet je regelen anders wordt het een puinhoop (verkeersregels).

Rechtsbronnen
1. Wet;
2. Verdrag;
3. Jurisprudentie;
4. Gewoonte.

Schema publiekrecht en
privaatrecht
Zie afbeelding.

Wetten: privaatrecht
Ook wel: Burgerlijk recht / civiel
recht  Geldt tussen burgers of rechtspersonen onderling
 Personen en familierecht (o.a. geboorte, huwelijk, scheiding, adoptie, curatele)
 Vermogensrecht
o Alle op geld waardeerbare handelingen tussen burgers onderling met juridische
gevolgen (o.a. verbintenissenrecht, zakelijke rechten en overeenkomsten).
 Denk aan: kopen van auto, bal door de ramen van buren, etc.
 Ondernemingsrecht
o Regelt alles ten aanzien van ondernemingen en bedrijven (o.a. vennootschappen,
verenigingen, fusies en geschillen)
 Burgerlijk procesrecht (regels voor een juridische civiele procedure)
o De regels die op het voeren van juridische procedures op het terrein van het
privaatrecht van toepassing zijn.
o Naar de rechter gaan om een geschil te laten beslechten, heet procederen.




1

,Wetten: publiekrecht
Geldt tussen overheid en burger.
 Straf(proces)recht :
o Overheid (OM) is de enige die mag vervolgen (Wetboek van Strafrecht en Wetboek
van Strafvordering). Het heeft een vervolgmonopolie.
 Staatsrecht:
o Regelt de wijze waarop het Nederlandse staatsbestel wordt vormgegeven en de
invloed die de burgers daarop kunnen uitoefenen.
o Op het terrein van het staatsrecht komen de Eerste en Tweede kamer, de regering,
verkiezingen en de totstandkoming van wetten aan de orde (bijv. Grondwet).
 Bestuurs(proces)recht:
o Regels tussen overheid en burger (AWB)

Wie zijn wetgever?
Nationale wetgever - Centrale overheid: Regering + Parlement (SG)  Wet
Decentrale wetgever (Provinciale Staten, Gemeenteraad)  Verordening
Andere instanties (Waterschap, SER)  verordening

Rangorde:
 Hoge regel gaat voor lage regel;
 Bijzondere regel boven algemene regel;
 Jong boven oud.

Wet in formele zin/ wet in materiële zin
Wet in formele zin = gemaakt door regering en Parlement (Staten Generaal)
Wet in materiele zin = Iedere regeling van de wetgever die bestemd is voor iedereen (onbepaalde
groep personen)
Een wet kan zowel Wet in formele zin zijn, als een wet in materiele zijn!
Op provinciaal en gemeentelijk niveau worden geen wetten in formele zin uitgevaardigd.

Verdragen
Een afspraak of overeenkomst tussen 2 of meer staten
 Bilateraal (o.a. Uitleveringsverdrag tussen Nederland en VS)
 Multilateraal (diverse EU verdragen)

Jurisprudentie (=rechtspraak)
Dagvaarding of verzoekschrift (familierecht)

 Rechtbank: uitspraak = vonnis/ beschikking
 Gerechtshof: = arrest/ beschikking
 Hoge Raad: = arrest
Deze 3 zijn vooral actief op het terrein van het privaatrecht, ondernemingsrecht en het strafrecht. Op
andere terreinen worden beslissingen van rechters of rechtscolleges ‘uitspraken’ genoemd.

Interpretatiemethoden
Soms staan er woorden of zinsdelen in de wet die niet helemaal duidelijk zijn. Een rechter of
rechtscollege moet hier uitleg aan geven. Hij/ zij gebruikt hiervoor verschillende hulpmiddelen
(interpretatiemethoden):
1. Grammaticaal
 Bij de uitleg van een woord knoopt de rechter aan bij de betekenis die het heeft in
het alledaagse spraakgebruik.


2

, 2. Wetshistorisch
 De rechter beroept zich bij dit hulpmiddel op een passage uit de parlementaire
geschiedenis van de betreffende wet.
3. Anticiperend
 Bij het formuleren van zijn regel baseert de rechter zich in dit geval op toekomstig
recht, op bijna-wet dus.
4. Rechtsvergelijkend
 Rechter verwijst naar een buitenlands rechtsstelsel waarin de betreffende materie
ook is geregeld.
5. Systematisch
 Wetsartikelen staan nooit op zichzelf. Zij maken onderdeel uit van een groter geheel,
bijv. van een wet. Als de rechter de systematische interpretatiemethode toepast, legt
hij een woord of zinsnede uit een wettelijke bepaling uit aan de hand van de regeling
waarvan die bepaling onderdeel uitmaakt.
6. Teleologisch
 De rechter doet een beroep op de bedoeling die de wetgever met de regeling heeft
gehad.
7. Overig (redelijkheid & billijkheid)
 In vooral het privaatrecht zijn er nog 2 interpretatiemethoden van belang. De eerste
is dat de rechter bij zijn uitleg verwijst naar eerdere uitspraken,
precedenteninterpretatie. De tweede heeft betrekking op het feit dat in het
privaatrecht de redelijkheid en de billijkheid een steeds belangrijke plaats hebben
gekregen. Onduidelijke bewoordingen in een wettelijke regeling worden door
rechters dan ook regelmatig met een beroep op de redelijkheid en billijkheid
ingevuld.

Redeneerwijzen
Een redeneerwijze is een bepaalde manier van denken om tot een bepaalde uitspraak te komen.
A-contrarioredenering: Strikt de regel toepassen en voor alle andere gevallen geldt het
tegenovergestelde (voorbeeld: omdat de regel is dat je in een ziekenhuis niet mag roken, mag je dus
wel een e-sigaret opsteken want dan rook je niet)

Naar analogie: Redenering waarbij je soortgelijke gevallen hetzelfde beoordeelt (voorbeeld: omdat
de regel is dat je in een ziekenhuis niet mag roken zijn alle sigaretten, dus ook e-sigaretten,
verboden).

Gewoonte
Gewoonterecht is ongeschreven recht, omdat deze regels niet in een wet zijn vastgelegd.
Van een gewoonte is sprake als een bepaald gebruik, waarvan de samenleving vindt dat het juridisch
gezien zo hoort, een zekere tijd voortduurt. Een voorbeeld van gewoonterecht is bijvoorbeeld de
regel dat als een minister geen vertrouwen (meer) heeft van de meerderheid van de Tweede Kamer
hij zijn ontslag moet aanbieden.
Een dergelijke regel is niet opgenomen in een wet maar berust op het gewoonterecht. Wettelijk is er
voor deze minister geen plicht om zijn ontslag aan te bieden, maar deze plicht bestaat dus op grond
van de gewoonte in de landelijke politiek.
Er zijn 2 voorwaarden waaraan zo’n gewoonte moet voldoen:
1. Sprake van vaste gedragslijn: binnen de groep in kwestie handelt men overeenkomstig de
gegroeide opvatting.
2. Daarnaast moeten de betrokkenen het als hun rechtsplicht beschouwen overeenkomstig die
regel te handelen; zij achten zich moreel verplicht de regel te volgen.

Materieel en formeel recht

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kyra17. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.82  6x  sold
  • (0)
Add to cart
Added