Inleiding onderwijswetenschappen
Hoofdstuk 1 Behaviorisme over leren
Leren vindt plaats wanneer ervaring (inclusief praktijk) een relatief permanente verandering in
iemands kennis, gedrag of potentieel voor gedrag veroorzaakt. De verandering kan opzettelijk of
onopzettelijk zijn. Om als leren te kwalificeren, moet deze verandering tot stand worden gebracht
door ervaring - door interactie van een persoon met zijn of haar omgeving. Verandering die
simpelweg wordt veroorzaakt door ouder worden, zoals groter worden, kwalificeert niet als leren.
Tijdelijke veranderingen als gevolg van ziekte, vermoeidheid, drugs of honger zijn eveneens
uitgesloten.
Vroege verklaringen van leren: contiguity en klassieke conditionering
- Aristoteles: we onthouden dingen (1) als ze op elkaar lijken, (2) wanneer ze verschillend zijn en (3)
wanneer ze aaneengesloten zijn.
o Het laatste principe is het belangrijkst want het is aanwezig in alle verklaringen by leren door
associatie.
- Contiguity wanneer er twee of meer stimuli vaak genoeg tegelijkertijd gebeuren, dan ga je ze
met elkaar associëren. Later wanneer maar een van deze stimuli (stimulus) aanwezig is, wordt je
ook aan de andere stimulus herinnert (response).
o Contiguity speelt ook een grote rol in een ander leerproces beter bekend als klassieke
conditionering.
- Klassieke conditionering leren van voorwaardelijke reflexen en is ontwikkelt door Pavlov
o Het focust op het leren van onvrijwillige emotionele of psychische reactie zoals angst,
versterkte spiersamentrekking, kwijlen of zweten. Dit wordt ook wel respondents genoemd
omdat ze automatische reacties zijn op stimuli. Door klassieke conditionering kunnen mensen
en dieren getraind worden om reacties op te wekken bij stimuli die ze voorheen niet deden. Er
wordt een aangeleerd verband gevormd dat er in eerste instantie niet was.
1. Voedsel (ongeconditioneerde stimulus) kwijlen (ongeconditioneerde
response/reflexmatig).
2. Bel (neutrale stimulus)
3. Bel + voedsel kwijlen (vaak herhaald)
4. Bel (geconditioneerde stimulus) + kwijlen (geconditioneerd response)
o Ongeconditioneerd = geen aangeleerd gedrag; Geconditioneerd = aangeleerd; Neutrale
stimulus = geen reactie.
Operante conditionering: proberen van nieuwe reacties
1
,- Operante conditionering op basis van beloning en straffen. Bedacht door Skinner met het
kindje en een rat. Operante conditionering of instrumenteel leren is het leerproces waarbij een
respons in een bepaalde context gevolgd wordt door een beloner/bekrachtiger (Engels:
reinforcer) of bestraffer (Engels: punisher).
o Gedrag reinforcer strengthen or repeated behaviour
o Gedrag punisher weakend or decreased behaviour
- Gedrag zitten tussen twee invoelden van de omgeving in. Dat wat er vooraf gaat (antecedent) and
wat daarop volgt (consequence). Operant gedrag kan worden gewijzigd door verandering in
antecedenten, gevolgen of beide.
- Een bekrachtiger/beloning is een gevolg dat het gedrag versterkt. De kans dat dit gedrag
herhaald wordt in een soort gelijke gebeurtenis is de toekomst is groot.
- Er zijn twee soorten of bekrachtgingen/beloningen (reinforcements): (strenghten behaviour)
o Positieve bekrachtging: het gevolg dat het gedrag versterkt door het toevoegen van een
neiuwe stimulus geven van een toetje als eten op is.
o Negatieve bekrachtging: het gevolg dat het gedrag versterkt door het weghalen van een
stimulus verminderde hoofdpijn door paracetamol
Negatief heeft niet te maken met dat het een gedrag slecht of negatief is, maar meer met
dat er iets wordt weggehaald/afgetrokken.
- Straffen (punishment) leidt er toe dat het gedrag verminderend of onderdrukt wordt. Dit gedrag
is minder waarschijnlijk herhaald in een zelfde soort situatie in de toekomst.
- Er zijn twee vormen van straffen
o Presentatie straf: stimulus toevoegen om het volgende gedrag te onderdrukken leraar
geeft studenten extra werk die niet opletten
o Verwijderende (Removal) straf: stimulus weghalen afpakken van speelgoed van kind dat
niet luistert.
Bekrachetingschema’s (reinforcement schedules)
- Continu bekrachting schedule voor elk respons bekrachtigd worden, zo leer je sneller
- Intermittent reinficement schedule helpt leerlingen vaardigheden te behouden door niet elke
keer bekrachtigd te worden. Gen verwacht constante bekrachting, maar periodiek. Dit kan door
een:
o Interval schedule gebaseerd op de hoeveel tijd tussen de bekrachtigingen
o Ratio schedule gebaseerd op het aantal reponses leerlingen geven tussen de
bekrachtigingen.
- Dit kan beide verwacht of onverwacht gebeuren. Het aanhouden van gewenst gedrag werkt
beter bij onverwachte schema’s.
- Het weghalen van een bekrachtiging leidt tot het uitsterven (extinction) van gedrag.
Antecedenten en gedragsverandering
- Stimulus control de antecedent gebruik je als een teken om te discrimineren van het gevolg.
Je rent niet door de gang als de directeur er staat, want je weet dan dat je straf krijgt. Vaak he je
zelf niet door dat ej gedrag door die antecedent tekens (cues) beïnvloed wordt.
- Cueing het geven van een antecedent stimulus net voordat er specifiek gedrag zou moeten
plaatsvinden. Vooral handig als gedrag plaats moet vinden op een bepaald moment maar vaak
vergeten wordt.
- Prompting Als er hulp nodig is bij het leren reageren op een cue op de juiste manier zo dat de
cue een discriminerende stimulus wordt. Het geven van een extra cue/teken, nadat de eerste cue
2
, al gegeven is heet een prompt. De cue mag niet afhankelijk zijn van de prompt. De prompt wil je
uiteindelijk weglaten.
Toepassen van operant conditionering: toegepaste gedragsanalyse
- Applied behaviour analysis toepassen van gedragsprincipes om het gedrag te veranderen.
Wordt ook wel behaviour modification genoemd.
- ABAB design A baseline maten van gedrag, B interventie, stop interventie om te kijken of het
gedrag teruggaat naar baseline niveau A en dan opnieuw interventie introduceren
Methodes om gedrag aan te moedigen
- Om gedrag aan te moedigen, kun je het bekrachtigen. Er zijn verschillende manieren om bestaand
gedrag aanmoedigen of om nieuwe te leren.
o Teacher attention and praise waardering uitspreken over goed gedrag, terwijl je het
slechte gedrag negeert.
Waardering en negering (praise-and-ignore) principe niet altijd effectief.
Om effectief te zijn moet waardering (praise):
Afhankelijk zijn van het te versterken gedrag
Specifiek het gedrag benoemen dat wordt bekrachtigt
Geloofwaardig
o Premack principle veel voorkomend gedrag (voorkeur activiteit) kan een effectieve
bekrachtiging zijn voor weinig voorkomend gedrag (minder voorkeur activiteit). Eerst het
minder leuke deel moet gedaan worden.
Soms ook Grandma’s rule genoemd: eerst doen wat ik wil dat je doet, daarna kan je
doen wat jij wil doen.
o Shaping/succesive approximations vooruitgang versterken ipv wachten op perfectie.
Door bijvoorbeeld task analysis kleine stappen die naar je doel leiden.
o Positive practice het ene gedrag wordt vervangen met het andere. Het wordt
gecorrigeerd tot dat het automatisch gaat.
Andere effectieve klaslokaal management technieken
- Contigency contract leraar maakt voor elke leerling contract waarin staat wat de leerling moet
doen om een privilege/beloning te verdienen.
o Een token reinforcement system kan helpen bij het verdelen van de punten/vinkjes, het
wordt gebruikt om leerlingen te motiveren die gestrest zijn, te bemoedigen als ze steeds
onvoldoendes halen en te dealen met een klas die out of control is
- Group consequences beloningen krijgen gebaseerd op het gedrag van de klas als een geheel.
o Good behaviour game leerlingen en leraar bespreken hoe ze het klaslokaal beter
kunnen maken. Dan identificeren ze gedrag dat in de weg staat van leren. Gebaseerd op dit
overleg komen er klassenregels en wordt de klas verdeeld in 2/3 teams. Elke keer dat een
leerling een regel overtreed, krijgen ze een streepje. Het team die aan het eind van de
periode de minste streepjes heeft, krijgt een beloning.
o Je kan ook group consequences gebruiken zonder de group te verdelen in teams. Maar dan
mag de groep niet lijden aan verkeerd gedrag van een individu. Hieronder kan vallen:
Negatieve bekrachtiging
Reprimand (terechtwijzen) privé en kalm is effectiever dan luid
Respons cost door breken van regels verlies je iets
Sociale isolatie time out
3
, Hedendaagse toepassingen: functional behaviour assessment,
positive behaviour support and self-management
- de reden voor probleem gedrag valt over het algemeen binnen een van deze vier categorieën.
Studenten handelen naar:
o aandacht van anderen – leraren, ouders, klasgenoten
o ontsnappen aan een onprettige situatie
o een gewenst item of activiteit krijgen
o Voldoen aan zintuigelijke behoefte, zoals het bewegen van armen/benen voor sommige
kinderen met autisme.
- Het proces van het ‘waarom’ begrijpen van probleem gedrag heet ook wel functional behvioural
assessment (FBA).
o Hetzelfde gedrag kan verschillende functies hebben voor verschillende leerlingen.
o Met informatie van de FBA kan de leraar een interventie pakket opstellen, met onder
andere positive behaviour support (PBS) voor elk kind.
Dit kan kinderen met een handicap succeed in inclusion classroom
Maar is niet alleen voor kinderen met speciale behoeftes
- Precorrection: het identificeren de context voor de leerlings ongepast gedrag, duidelijk het
alternatieve gedrag uitleggen, de situatie aanpassen waardoor het probleem gedrag minder
waarschijnlijk, dan het verwachten postive gedrag oefenen in de nieuwe context en zorgen voor
krachtige versterking wanneer het positieve gedrag voorkomt.
Self-management: je eigen leren beheren. Dit moet je actief doen, niemand anders kan voor je leren.
Je kunt hier aan werken door:
- Zetten van doelen
- Bijhouden en evalueren van voortgang
- Zelfversterking: jezelf belonen voor iets wat je goed gedaan hebt kan tot betere performance
leiden.
o Deze stap wordt niet altijd als nodig beschouwd.
Uitdagingen, waarschuwingen en kritiek
- Bandura zag dat er beperkingen zaten in de traditional behavioural view. In zijn werk social
learning theory benoemde hij twee belangrijke verschillen tussen actief (enactive) en observerend
leren en tussen leren en uitvoering.
o Enactive learning is leren bij doen en het ervaren van de consequenties van je acties.
Klinkt als operante conditionering, maar is het niet. Verschil zit hem in de rol van de
consequenties. In operante conditonering wordt geloofd dat consequenties het
gedrag versterken of afzwakken. In enactive learning worden de consequenties
gezien als informatie gevend.
o Observational learning: leren door anderen te observeren.
o Learning and performance: verschil tussen het verkrijgen van informatie (leren) en de
observerende uitvoering gebaseerd op die informatie (behaviour).
We weten allemaal meer dan we laten zien.
Prikkels/stimulansen kunnen de uitvoering beïnvloeden.
Videoclips
Geprogrammeerde instructie
- Skinner (1954) teaching machine and geprogrammeerd leren
o Weet meteen of je antwoord goed is of niet
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floor369. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.