Hoorcollege 1
B- en T- lymfocyten, AIDS en ontsporingen van het immuunsysteem
Lymfoïde weefsel
- Primaire organen: thymus (ligt onder de schildklier) + beenmerg
- Thymus belangrijk voor de rijping van B-lymfocyten
- Secundaire organen: milt + beenmerg, lymfeklieren, amandelen (tonsillen)
- In lymfeklieren vechten tegen bacteriën
Antistoffen en B-lymfocyten
- Virus/bacterie (antigeen) dringt binnen B-lymfocyten (witte bloedcellen)
geactiveerd snelle deling kloon van lymfocyten antistof gemaakt (stap 1 =
lymfocyten maken antistof) antistoffen grijpen antigenen antistof en antigeen
vormen een complex (stap 2) complex gaat zich vasthechten op een andere grote
witte bloedcel (macrofaag) fagocytose (stap 3)
- 5 soorten antistoffen (Ig = immunoglobulinen)
IgA: vooral in slijmvlies, bij griep
IgD:
IgM:
IgE:
IgG:
Gammaglobuline (gammavorm)
Zijn plasma-eiwitten
Antistoffen zijn eiwitten die in het bloed zitten bij afweer
T-lymfocyten en AIDS
- Thymus (zwezerik) verschrompelt naarmate je ouder wordt
- T-lymfocyten rijpen uit in de thymus
- Twee verschillende groepen T-lymfocyten:
Cytotoxische cellen: opruimers van geïnfecteerde cellen, perforine komt vrij,
geïnfecteerde cel barst
T-helpercellen: ondersteunende rol stimuleren B-lymfocyten, fagocytose
en cytotoxische T-lymfocyten
Suppressorcellen
- Zonder T-helpercellen is immuunsysteem “verlamd”
- HIV-virus is speciaal gericht op T-helpercel
Vaccinatie
- Antigeen van ziekteverwekker inspuiten
- B-lymfocyten worden geactiveerd en geheugencellen gemaakt
Ontsporingen van het immuunsysteem
Auto-immuunziekten
- Ziekten die je jezelf aandoet
- Je lichaamseigen antigenen bestrijden
- Komt meer voor op adolescente leeftijd en meer bij vrouwen dan bij mannen
- Reuma is voorbeeld van auto-immuunziekte
Allergieën
- Overdreven respons op een bepaalde antigene prikkel
, - Bij allergieën gaat het om Ig E! (overmaat aan Ig E)
Werkcollege 1
De ziekteverschijnselen van de aidspatiënt worden veroorzaakt omdat de T-helpercellen niet
werken. Overlijden wordt veroorzaakt door andere infecties omdat het immuunsysteem niet
meer gewerkt (het kan niet meer vechten tegen andere infecties). Infectieverschijnselen
ontstaat door andere micro-organismen.
Multiple sclerose behoort tot de niet-orgaanspecifieke categorie. Het loopt door het hele
lichaam.
Een groot deel van het lymfoïde weefsel ligt in de neus, keel en darmen. Dit is zo omdat op
die plaatsen de meeste ziekteverwekkers binnenkomen.
De chemische binding tussen antigeen en antistof kan tot verschillende actiemechanismen
leiden. Voorbeelden hiervan zijn neutralisatie, neerslag (bijvoorbeeld klonteren) en lysis
(bacteriemembraan wordt kapot gemaakt).
Het is nodig dat ons specifiek afweersysteem gebruik maakt van T-helpercellen, alleen B-
lymfocyten en cytotoxische T-cellen zijn niet voldoende. De T-helpercellen zijn nodig om de
balans te behouden. Er is een hoge graad van perfectie nodig om te voorkomen dat het
lichaam lichaamseigen stoffen gaat aanvallen (auto-immuunziekte, allergieën).
De anafylactische shock wordt teweeggebracht als er een hele zware allergische reactie
ontstaat. Je raakt dan in shock. Bijvoorbeeld: allergeen IgE gaat zich vermenigvuldigen
te veel histamine shock.
In ons lichaam bevinden zich drie ‘vangnetten’ om vroegtijdig de antigenen van de
ziekteverwekker te ontcijferen en de code door te geven aan het beenmerg. Dit zijn: milt en
beenmerg (bloed), lymfeknopen (lymfe) en slijmvliezen (amandelen).
De T- en B-lymfocyten ontstaan beide in het rode beenmerg. Ze behoren allebei tot het
specifieke afweersysteem (sleutel-slotprincipe).
De oorzaak van auto-immuunziekte is meestal onbekend. Ze denken dat na ongewone
blootstelling (zware infecties) en toevallige overeenkomst met iets uit je lichaam (bepaalde
streptococcen lijken op hartcellen, je lichaam gaat dan je eigen hartcellen aanvallen).
Bij activatie van de B-lymfocyten worden klonen van 1 bepaalde B-lymfocyt gemaakt, omdat
die specifieke lymfocyt die bepaalde antistof maakt die op antigeen past (sleutel-
slotprincipe).
Het is van belang dat geïnfecteerde cellen zo snel mogelijk worden opgeruimd (cytotoxische
T-lymfocyten zorgen hiervoor), om te voorkomen dat ze naburige cellen infecteren.
, Als het antigeen vernietigd i blijven er een beperkt aantal B- en T-lymfocyten over, deze
heten geheugencellen en zorgen ervoor dat de volgende keer het antigeen snel herkend
wordt om in actie te komen.
IgG kan door placenta heen en speelt een rol bij infecties en ontstekingen.
IgM kan niet door placenta heen en speelt een rol bij infecties en ontstekingen.
Met passieve immuniteit wordt bedoeld dat er antistoffen worden ingespoten. Er worden
geen geheugencellen aangemaakt, maar het werkt wel snel (bijvoorbeeld bij een
slangenbeet).
Patiënten die immuunrespons-onderdrukkende medicijnen toegediend krijgen, moeten
verpleegd worden in een ziektekiemvrije omgeving omdat er een verhoogde vatbaarheid is
voor elke infectieziekte.
Hoorcollege 2
Inleiding in pathologie en hartfalen
Inleiding
- Diagnostisch onderzoek
Macroscopie: met blote oog bekijken
Microscopie/microbiologie
Röntgenologie, CT-scan, PET-scan, MRI
Chemische analyse: bloed, urine, zweet, hersenvloeistof
- Pathologie: overzicht ziektemechanismen
Beschrijft klachtenverloop + behandelmogelijkheden
Indeling van aandoeningen in 5 groepen: genetisch, infecties door micro-
organismen (m.o.’s), traumatisch, homeostase-stoornis, tumoren
1. Genetische afwijkingen
o 23 paar chromosomen
o 1 paar bepaalt het geslacht: X-chromosoom
o 22 paar ‘autosomaal’
o 1 paar ‘geslacht’ (bepaald door X)
o Vrouw: XX
o Man: XY
o Karyogram: kun je de chromosoomparen zien liggen
o Polymorfisme: vele vormen
o In 2000: catalogus van genen van mens
o Voorbeeld: overerving van autosomale genen recessief erfelijke
aandoening beide ouders drager: kans is 1/4e
o Chromosoomafwijking: fout bij ontwikkeling geslachtscellen: non-
disjunctie (niet uit elkaar gaan, tijdens de meiose!)
2. Infecties door micro-organismen
o Bacteriën: coccen en staven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marmul. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.