Test Bank For Biology: A Global Approach, 12th Edition by Neil A. Campbell
Test bank University of Queensland GENES, CELLS & EVOLUTION 2024 / midterm exam study guide / from: Biology 12th - A Global Approach Campbell
Summary Genes, Cells & Evolution University of Queensland 2024 - All lectures week 1 - 12, all college notes, lots of visuals, exam test questions - 150 pages!
All for this textbook (39)
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Leraar Biologie
Planten
All documents for this subject (1)
1
review
By: reneegkentie • 1 year ago
Seller
Follow
dkappers
Reviews received
Content preview
Samenvatting Planten
Cambell
Hoofdstuk 7
7.1
Microscoop: maakt het mogelijk om cellen te bestuderen.
Lichtmicroscoop: licht microscopen werken doordat licht door de lens op een preparaat schijnt. De
lens zorgt voor het buigen van het licht wat het beeld vergroot.
Vergroting: verhouding tot het beeld en de werkelijkheid
Resolutie: maat voor de helderheid van het beeld
Contrast: verschil in helderheid tussen de lichte en donkerder delen van de afbeelding
Om structuren in detail te kunnen zien werd er een elektronenmicroscoop ontwikkeld.
Elektronen hebben een kortere golflengte wat ervoor zorgt dat er nog groter vergroot kan worden.
Cell fragmentatie
Bij cell fragmentatie gaan cellen in de centrifuge, door het ronddraaien worden organellen die
zwaarder zijn eruit gehaald. Door verschillende snelheden te gebruiken kunnen meerdere organellen
gescheiden worden van elkaar.
7.2
Eukaryoten: meercellig met membranen
Prokaryoten: eencellig
Vergelijken prokaryoot en eukaryoot cellen
Overeenkomsten:
- Plasmamembraam
- Ribosomen
- Cytosol
- DNA (eukaryoot in kern en prokaryoot in nucleoïde)
Verschillen:
- Eukaryoot membraan structuren
- Eukaryoot veel groter
Het is belangrijk voor cellen dat er een goede verhouding is tussen oppervlakte en inhoud. Grote
organismen hebben geen grotere cellen maar meer cellen omdat anders de verhouding niet meer
mogelijk is.
Eukaryotische cel
In een cel zitten meerdere organellen opgebouwd uit enzymen en eiwitten. Deze organellen moeten
tegelijkertijd met verschillende functies kunnen functioneren.
,
,Hoofdstuk 11
Fotosynthese: proces waarbij zonlicht gebruikt wordt om glucose te
maken. Dit wordt gedaan door foto-autotrofe organismen zoals
planten, en een aantal eencellige prokaryoten. Heterotrofe organismen
zijn consumenten in het ecosysteem die eten planten of andere dieren,
deze organismen kunnen dus niet zelf hun eten maken.
11.1
De chloroplast (bladgroenkorrel) waarin fotosynthese plaatsvindt komt
oorspronkelijk uit een prokaryotische cel waarbij de membraam naar
binnen is gevouwen en zo de meest efficiënte vorm creëert om
fotosynthese in plaats kan vinden. Door endosymbiose is de chloroplast
ook geëvolueerd in eukaryotische organismen.
Chloroplasten
In alle groene delen van de plant vindt fotosynthese plaats, dit zijn de
groene stengels, niet rijpe vruchten maar ook de bladeren.
Chloroplasten bevinden zich in het mesofyl (binnenste laag van het
blad). CO2 wordt opgenomen via de huidmondjes en verlaat het blad
ook weer via deze mondjes. Water wordt via de wortels opgenomen.
Reactie
6CO2 + 6H2O + lichtenergie → C6H12O6 + 6O2 + 6H2O
Wat hier gebeurd is het tegenovergestelde van ademhaling waarbij
glucose afgebouwd wordt.
Om het overzichtelijker te krijgen wat er gebeurd kun je de vergelijking delen door 6 en water voor
en na de pijl wegstrepen van elkaar.
CO2 + H2O → [CH2O] + O2
De zuurstof die vrijkomt bij de fotosynthese is afkomstig van
Water en niet van Koolstofdioxide.
Hier zijn ze achter gekomen om dezelfde vergelijking te doen
met zwavel: hierbij van Sulfide de stof die ontstond uit water
en niet uit koolstofdioxide.
Fotosynthese is net als cellulaire ademhaling een redox-
reactie. Dit betekent dat er een stof wordt gereduceerd en
een stof geoxideerd.
Fotosynthese kent eigenlijk twee processen om
tot voltooiing te komen: Lichtreactie en de
synthesereactie.
Bij de lichtreactie wordt er NADP+ gevormd en
ATP. Er wordt dus nog geen glucose gevormd. De
vorming van NADP+ wordt gedaan door middel
van elektronentransport en chemiosmose.
Uiteindelijk wordt de ATP gevormd door
fosfosylering. Dit is een soort gelijk proces bij
cellulaire ademhaling. In de Calvin-cyclus wordt
glucose gemaakt. Dit kan alleen als er chemische
energie (NADP+) geleverd wordt en ATP. Dit wordt
soms ook wel de donkerreactie genoemd.
, 11.2
Licht is een elektromagnetische straling die een bepaalde golflengte
heeft. Hoe korter de golflengte hoe meer energie erin zit. Blauw licht
heeft een korte golflengte en dus veel energie, rood licht heeft een
lange golflengte en dus weinig energie.
Als een materie licht absorbeert noemen we dit pigment. De kleur
die we te zien krijgen heeft te maken met welke kleuren de materie
opneemt en welke kleur er doorgelaten wordt. Bij bladgroenkorrels
wordt blauw en rood licht opgenomen en groen licht doorgelaten.
Hierdoor hebben bladeren een groene kleur.
Bladeren hebben ook antistoffen beschikbaar (Antioxidanten) deze
zorgen ervoor dat bepaald licht wat schade brengt aan bladeren niet
door komt. Dit omdat sommige lichtstralen zorgen voor oxidatie, dat
schadelijk is voor een blad.
11.3
De Calvin cyclus (donkerreactie) is gelijkwaardig als de citroenzuurcyclus.
Wat anders is, is dat bij de citroenzuurcyslus energie vrijkomt en de donkerreactie energie nodig is.
Om glucose te krijgen moet de cyclus drie keer draaien, hierbij wordt er drie keer CO2 in gestopt en
uiteindelijk aan elkaar gemaakt.
Er zijn drie fases voor de Calvin cyclus: koolstofbinding – reductie – regeneratie
1. Koolstofbinding: Hierbij wordt de CO2 verbonden aan een eiwit
2. Reductie: Hierbij worden er fosfaat groepen aan toegevoegd en krijg je
pyruvaat.
3. Regeneratie: Maakt de stoffen weer gereed om weer opnieuw te kunnen beginnen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dkappers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.