Samenvatting Gentica
Cambell
Hoofdstuk 12
12.1
Cellen hebben het vermogen om zich te dupliceren waarbij er identieke cellen worden gemaakt qua
DNA. Dit proces heet mitose. Bij meiose kan er sprake zijn van cross-over uitwisseling tussen de
chromosomen. Meiose vind alleen plaats bij geslachtscellen.
Kopiëren van DNA
Om mitose te kunnen uitvoeren met het
DNA eerst gekopieerd en gescheiden
worden. Het gescheiden houden van het
DNA is mogelijk omdat dit verpakt zit in
chromosomen. Elke cel in het menselijk
lichaam (uitgezonderd
voortplantingscellen) bevatten 46
chromosomen (23 paar).
Een chromosoom bestaat uit twee
chromatiden. Deze zullen later splitsen
maar zitten tot die tijd vast aan
eiwitcomplex zodat ze bij elkaar blijven.
Als de kernen zich hebben gedeeld
(mitose is klaar) zal er cytokinese
plaatsvinden. (splitsing van het
cytoplasma).
12.2
Fase van een celcyclus
Mitose samen met cytokinese is de
kortste fase van een celcyclus. De interfase is de overige 90% van de tijd. Deze fase kun je
onderverdelen in 3 stukken. 1. G1 rust. 2. S DNA synthase en 3. G2 rust.
Tijdens de gehele interfase groeit een cel door organellen en eiwitten te produceren.
,De twee centrosomen bewegen uit elkaar tijdens de profase en prometafase van mitose naarmate
de microtubuli in de spil eruit groeien. De microtubuli van de centrosomen gaan zich hechten aan de
chromatiden en beginnen te trekken hieraan. Door het trekken komen de chromatiden op de
metafase plaat te liggen. Als bij de anafase de chromatieken worden gesplitst ontstaan er dochter
chromosomen. De chromosomen zullen zich door middel van motor eiwitten richting de
centrosomen verplaatsen. Bij de telofase worden de kernen opnieuw gerangschikt en zullen de cellen
zich gaan splitsen. Tijdens deze fase zal ook de cytokinese (splitsing van het cytoplasma)
plaatsvinden. De splitsing van de cellen komt door actine en myosine filamenten die naar elkaar toe
trekken en zo een groef tussen de twee cellen maakt.
Binaire splitsing in bacteriën
Een bacterie heeft het probleem dat het 1 chromosoom
kent die erg lang is, in verhouding tot de cel. Als hij zijn
DNA wil vermenigvuldigen komt hij niet uit qua ruimte. De
eerste plek waar hij kopieert wordt de oorsprong
genoemd. Deze twee plekken splitsen dan en gaan zo ver
mogelijk uit elkaar liggen en verder met kopiëren. Tijdens
het kopiëren groeit het cytoplasma direct mee om zich te
gaan splitsen.
12.3
Cellen kunnen zich delen. Maar er zit een groot verschil
tussen cellen hoeveel ze dit doen en wanneer. Huid cellen
doen dit bijvoorbeeld erg vaak terwijl levercellen wachten
met het delen totdat het nodig is. Spiercellen en
zenuwcellen kunnen überhaupt niet delen.
Cellen worden gecontroleerd en gestuurd door een
controlesysteem. Dit systeem wordt gezien als een
biologische klok. Je kunt het zien als een wasmachine die
door interne signalen (water vullen) als externe signalen (aan of uit zetten) meet waar hij is in het
programma. In de celcyclus zijn er drie belangrijke meetpunten in de G1, G2 en M fase.
Om de meetpunten te laten werken heb je twee belangrijke stoffen nodig de proteïnekinase en
cyclines. Proteïnekinase zijn enzymen die andere eiwitten activeren of inactiveren door fosforylering.
, Om als kinase actief te worden moet hij gekoppeld
worden aan een cycline. Die een cyclische toename
heeft in zijn concentratie.
Controlepunten
Tijdens de controlepunten wordt er bekeken of de
processen goed zijn afgerond voordat een cel door
kan gaan in de volgende fase. Dit wordt gedaan
door signaalstoffen via signaaltransductie routes.
Als de cel in G1 fase geen groen licht ontvangt om
door te gaan naar de S fase dan kan een cel in een
niet actieve toestand verkeren de G0 fase.
Cellen stoppen met groeien als ze één cellaag dicht
zijn. Als de cellaag wordt beschadigd dan kan hij
zich herstellen door opnieuw te gaan delen totdat
de laag weer dicht is. Bij kankercellen wordt de
cellaag veel dikker en die blijven dus doorgaan met
delen ook na de controlepunten hebben gemerkt dat het voldoende is.
Een conclusie die je kunt stellen is dat kankercellen geen groeifactor nodig hebben om zich te kunnen
delen. Verder is er een ander probleem bij kankercellen namelijk dat ze geen apoptose ondergaat
(zelfdoding). Als het immuunsysteem de cel aanvalt ontwijkt hij de dodingsreactie die opgang wordt
gezet. Hierdoor kan hij door blijven gaan met delen. Een goedaardige tumor blijft op de plek zitten
waar hij is gevestigd en zal zich niet verder gaan verspreiden. Een kwaadaardige tumor wil wel weg
en zich verspreiden door het lichaam om zich op meer plekken te nestelen.
Hoofdstuk 13
13.1
Nakomelingen verwerven genen door van de ouders chromosomen te erven. Ouders geven genen
over aan de nakomelingen hierbij worden ook familie gelijkenissen doorgegeven.
Cellen coderen de genen om in eiwitten of andere specifieke enzymen. Dit wordt gedaan in de vorm
van DNA een streng waar alle genen liggen opgeslagen in een speciale volgorde die voortgekomen is
uit zowel de genen van je vader als je moeder. Dit DNA wordt doorgegeven via chromosomen.
De locus is de plaats van een gen op een specifieke plek op de DNA streng.
Organismen die zich ongeslachtelijk voortplanten hebben nakomelingen die exact dezelfde genen
bevatten als de voorouders. Aanpassingen in het DNA komt gering voor als vorm van een mutatie.
Geslachtelijke voortplanting is altijd een vorm van uitwisseling waarbij je nooit identiek bent aan je
ouders.
13.2
Een levenscyclus is een opeenvolging van verschillende stadium van de cel en het organisme.
Gameten: geslachtscel (bevat 23 chromosomen). Somatische cel: lichaamscel (bevat 46
chromosomen). Tijdens mitose deling worden de chromosomen zichtbaar. Hierbij kun je ze
onderscheiden van elkaar door de vorm, grote, plek van centromeer, en gekleurde chromatide-
bindenden plekken. Er zijn 23 paar chromosomen, dit is terug te zien omdat je van elk soort er twee
hebt. Deze beschikken dan over dezelfde type genen en karakters. Er is 1 uitzondering, da tis het x en
y chromosoom deze zien er niet hetzelfde uit.
Een vrouw draagt: XX een man draagt: XY
Dit worden ook wel de geslachtschromosomen genoemd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dkappers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.