Samenvatting Humane Anatomie + Humane Fysiologie, HU Docent Biologie
16 views 2 purchases
Course
Humane Fysiologie
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Book
Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Samenvatting voor zowel Humane Anatomie als voor Humane Fysiologie
Hu, docent biologie
Martini & Bartholomew: alle hoofdstukken voor beide cursussen verwerkt in 1 bestand.
Samenvatting Humane Anatomie +
Fysiologie
Hoofdstuk 1
1.1 gemeenschappelijke functies van alle levende wezens
Biologie: de leer van het leven .
Alle levende wezens delen dezelfde basale functies.
• Reactievermogen een mens reageert op prikkel om zich heen en past zich hierop aan.
Dit heet het aanpassingsvermogen.
• Groei aanpassen en vermenigvuldigen van cellen → differentiatie
• Voortplanting het voortbrengen van nieuwe generaties
• Beweging in staat tot inwendige of uitwendige beweging
• Stofwisseling alle chemische reacties in het lichaam.
1.2 anatomie en fysiologie
Anatomie: is de studie naar de structuur
Fysiologie: is de studie naar de functie
Macroscopische anatomie: kenmerken onderzocht die met het blote oog zichtbaar zijn.
Microscopische anatomie: worden structuren bestudeerd die niet zonder vergroting zichtbaar zijn.
Histologie: het bestuderen van weefsels
De menselijke fysiologie bestaat uit het bestuderen naar het functioneren van levende cellen.
Celfysiologie omvat gebeurtenissen op chemisch of moleculair niveau.
Orgaanfysiologie omvat de reacties die plaatsvinden binnen een orgaan.
Systeemfysiologie is de samenwerking en functie tussen de verschillende organen
Pathologie is de studie naar effecten die ziektes hebben op het functioneren van organen of
systemen.
1.3 verschillende organisatie niveaus
1. chemisch niveau
2. celniveau
3. weefselniveau
4. orgaanniveau
5. orgaanstelselniveau
6. organismeniveau
1.4 orgaanstelsels
het menselijk lichaam bestaat uit 11 orgaanstelsels
1. de huid 7. het lymfestelsel
2. het beenderstelsel (skelet) 8. het ademhalingsstelsel
3. het spierstelsel 9. het spijsverteringsstelsel
4. het zenuwstelsel 10. het urinaire stelsel
5. het endocriene stelsel 11. het voortplantingsstelsel
6. het cardiovasculair stelsel
,1.5 homeostase
alle cellen staan verbonden met lichaamsvloeistof of bloed. Veel uiteenlopende fysiologische
mechanismen werken samen om potentieel gevaarlijke veranderingen in de omgeving binnen het
lichaam te voorkomen.
Homeostase: stabiel intern milieu wat altijd opzoek is naar balans.
De homeostase regeling wordt gehandhaafd door meerdere processen.
1. Een receptor (prikkel)
2. Besturingscentrum (integratiecentrum)
3. Effector
1.6 Negatieve/positieve terugkoppeling
Door homeostatische regulering worden aspecten van het interne milieu aangestuurd die van
invloed zijn op alle cellen in het lichaam.
Negatieve terugkoppeling
Ongeacht of de prikkel bij de receptor toeneemt of afneemt. Wekt een variatie buiten de normale
grenzen een automatische reactie op waardoor de situatie wordt gecorrigeerd.
Vb. warmteregulatie in het lichaam. Boven de 37,2 gaat het lichaam transpireren tot de normale
temperatuur en onder de 36,7 gaat het lichaam weinig bloed stromen om zo minder warmte te
verliezen.
Positieve terugkoppeling
Bij positieve terugkoppeling brengt de aanvankelijke prikkel een reactie teweeg waardoor die prikkel
wordt versterkt. Vb. verwondingen. Het stolsel geeft signalen af dat er stolling moet optreden
waardoor dit proces sneller verloopt.
1.7 Anatomische termen
Anatomische termen zijn tot stand gekomen omdat anatomen in verschillende talen spraken en
hierdoor niet duidelijk konden communiceren over locaties van het menselijk lichaam. Veel termen
zijn Latijns of Grieks.
Zie boek hoofdstuk 1.7 voor foto’s/afbeeldingen
Term Gebied voorbeeld
Anterior De voorkant
Ventraal De buikzijde (synoniem voor De navel bevindt zich aan de
anterior) ventrale zijde van de romp.
Posterior De achterkant
Dorsaal De rugzijde (synoniem voor Het schouderblad bevindt zich
posterior) dorsaal ten opzichte van de thorax
Craniaal of cefaal Het hoofd De craniale of cefale rand van het
bekken bevindt zich boven de dij
Superior Boven De neus bevindt zich superior ten
opzichte van de kin
Caudaal De staart De heupen bevinden zich caudaal
ten opzichte van de schouders
Inferior Onder De knieën bevinden zich inferior ten
opzichte van de heupen
Mediaal In de richting van de lengteas van De mediale oppervlakken van de
het lichaam (naar binnen toe) dijen kunnen tegen elkaar aan
worden gebracht
, Lateraal In buitenwaartse richting (naar De dij scharniert met het laterale
buiten toe) oppervlak van het bekken.
Proximaal In de richting van het De dij bevindt zich proximaal ten
aanhechtingspunt opzichte van de voet
Distaal In de richting weg van het De vingers bevinden zich distaal ten
aanhechtingspunt opzichte van de pols .
Oppervlakkig Bij, nabij, betrekkelijk dicht bij de Aan de oppervlakte
gelegen buitenkant van het lichaam
Diep gelegen Verder verwijdert van de
buitenkant van het lichaam
Transversaal Loodrecht op de lengteas
(horizontaal)
Sagittaal Parralel aan de lengteas
Frontaal De buik en rug zijde door midden
gesplitst.
1.8 lichaamsholten
in het lichaam spreken we over drie holtes.
Borstholte, buikholte en bekkenholte.
De holtes hebben 2 functies: 1. Ze beschermen kwetsbare organen. 2. Organen kunnen van vorm
veranderen.
De borstholte
Deze bevat 3 compartimenten: 1 pericardiale holte en 2 pleurale holten.
1 is het hart en 2 zijn de longen (links + rechts)
De buik en bekkenholte
Dit is de bovenste buikholte en de onderste bekkenholte.
Hoofdstuk 3
3.8 levenscyclus van de cel
Celdeling: vermenigvuldigen van een cel.
Mitose: kerndeling waarbij het DNA via DNA replicatie is verdubbeld. (2n)
Bij mitose delen de chromosomen zich en wordt er een afzonderlijke membraam omheen gevouwen.
Meiose: celdeling in de voortplantingscellen (n)
Interfase: de periode tussen de celdeling door waarbij ze celfuncties uitvoeren.
Hoelang een cel in de interfase blijft is verschillend. Stamcellen vermenigvuldigen zich vaak en zijn
kort in de interfase.
Apoptose: zelfdoding van een cel.
Dit kan gunstig zijn bij afweerreacties, waarbij een cel zichzelf kan vermoorden om zo te zorgen dat
er geen infectie verder ontstaat.
Mitose bestaat uit 4 fases:
1. Profase: de kern verdwijnt en maakt plaats voor spoeldraden die de chromosomen bloot
legt.
2. Metafase: de dubbele chromosomen rangschikken zich centraal in het midden van de cel
naast elkaar.
3. Anafase: de chromosomen gaan zich splitsen
4. Telofase: er wordt een celmembraan
, Cytokinese: dit is de deling van het cytoplasma, hierdoor scheiden de cellen zich van elkaar.
Hoofdstuk 4
4.1 de weefseltypen
Elke cel is gedifferentieerd, hierdoor kan elke cel zijn taak/functie uitvoeren.
Histologie: het bestuderen van weefsels
Er zijn vier basisweefsels: epitheelweefsel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel.
4.2. epitheelweefsel
Epitheel zijn cellen die in of uitwendige oppervlakken bekleden met klieren. Deze klieren scheiden
producten af zoals lichaamsvloeistof of bloed. Kenmerken van epitheel zijn:
• De cellen liggen dicht opeengepakt.
• Ze hebben een vrij oppervlak dat aan de omgeving (inwendig of uitwendig) wordt
blootgesteld.
• Ze zijn via een basale membraan met het onderliggende bindweefsel verbonden
• Afwezigheid van bloedvaten.
• Voortdurende vervanging of regeneratie van epitheelcellen.
Functies epitheel
• Fysieke bescherming gebieden: tegen schade, uitdroging en aantasting.
• Doorlaatbaarheid reguleren: alle stoffen in of uit moeten langs epitheel.
• Zintuigfunctie: bv. tastzintuig in de huid.
• Gespecialiseerde klierproducten vormen: dit kan exocrien en endocrien.
Verbindingen tussen cellen
Er zijn drie veel voorkomende verbindingen:
Deze verbindingen zijn er om het weefsel zo goed mogelijk te laten functioneren een gat in de
weefsel laag kan zorgen dat bacteriën naar binnen kunnen komen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dkappers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.