Informatica voor
bedrijfsbeleid
H1: inleiding
IT en business zijn erg verbonden! Als je over het ene praat moet je het ander onvermijdelijk betrekken
Opportuniteiten: innovatie, efficiëntie, communicatie, automatisatie, …
dankzij informatiesystemen (IS) kunnen we nut halen uit data en is data dus geld waard
bv betere marketing waardoor reclame-inkomsten verhogen
Risico’s: duur (systemen, mensen, ontwikkelingstijd, …) + meerderheid ontwikkelingsprojecten mislukken
en worden nooit gebruikt + afhankelijkheid (grote gevolgen als systemen niet werken)
Productiviteit stijgt niet altijd met IS, dus niet blind investeren!
Coördinatie en communicatie zijn zeer belangrijk! visie moet goed gecommuniceerd worden naar
projectleider, en dan nog eens naar de ingenieurs, programmeurs, …. Als dit fout loopt kan project nooit
correct uitgevoerd worden. Documentatie is kan hier mogelijk bij helpen (bv als personeel weggaat, kan
nieuw personeel knowhow behouden + risico’s miscommunicatie beperken)
Belangrijk concept: business-IT alignment als je een visie niet goed kan communiceren zal er nooit
een IS komen en kan je dus nooit waarde halen uit visie
H2: basisbegrippen
Basisbegrippen informatica
Hardware = apparatuur of machines die programma’s kunnen uitvoeren je kan ze fysiek vastpakken
(bv computer, chip, smartphone, gps, datacenter, GPU-cluster, …)
Software = programma’s en algoritmes die ze voorstellen een programma hoeft geen grafisch scherm
te hebben (bv programma dat computer opstart, virus, Word, Android, data (!), …) omzetten naar
machinetaal voor gebruik
Databases = collectie data in een computersysteem georganiseerd voor makkelijke opslag, toegang en
beheer (bv relationele databank)
Communicatie = verbinden van computers om te communiceren en data uit te wisselen (bv internet)
Hardware + software + databases + communicatie (+ mensen) = informatie technologie (IT)
Informatie = data + nut = alles wat je mogelijk kan opslagen en dat nut heeft voor iemand
(bv alle tweets met #Xbox IS kunnen bekijken hoe positief mensen reageren op de nieuwe Xbox)
1
,Informatiesysteem (IS) = een set van onderling gerelateerde componenten die informatie verzamelen,
verwerken, opslaan en verspreiden om de besluitvorming in een organisatie te ondersteunen, gebruik
makende van IT
! ook onze hersenen zijn een IS bv zicht = pixels, worden verwerkt tot iets met betekenis (bv aula vol
studenten) en dat wordt nuttig gemaakt (bv als aula leeg is zal docent geen les geven)
Relevantie IS: IT en IS zijn de belangrijkste tools die ond voorhanden hebben om hun operationele en
strategische beslissingsprocessen te ondersteunen en zo efficiënter & effectiever te maken
- Ondersteunen, automatiseren, rationaliseren, stroomlijnen en coördineren
- Efficiënter & effectiever = kosten besparen en extra inkomsten verwerven
- Voorbeelden van ond die sterk afhankelijk zijn van IS: Google, Facebook, Amazon, Netflix, …
Relevantie voor hele maatschappij: zowel multinationals als KMO’s gebruiken IS om informatie te
bewaren, verwerken en rapporteren en zo processen te ondersteunen
- Aanwezig in hele maatschappij
- Verandering in verwachtingen van klanten (bv contactloos betalen, pakketje tracken,
treinregelingen via NMBS app incl wijzigingen, …) mensen verwachten dat IT en IS gebruikt
worden door ond en overheden om real time diensten te voorzien
Informatica = wetenschap van de informatieverwerking (met computers)
= wetenschappelijk onderbouwen van zaken als:
- Programmeren van computers en ontwerp van programmeertaken
- Opslag van informatie
- Algoritmes voor het oplossen van computer gerelateerde problemen
- De complexiteit en schaalbaarheid van algoritmes zelf
Programmeren
Programmeren = het maken van een programma, het structureren van instructies zodat een machine die
kan uitvoeren in een programmeertaal (bv Pyton)
Het schrijven van een programma:
1. Probleem definiëren
2. Ontwerp van de oplossing maken oplossing is dikwijls een algoritme (= H3)
3. Programmeren (in programmeertaal)
4. Testen = heel veel tijd, geld en moeite vereist!
5. Documenteren mbv pseudocode en flow-charts
6. Onderhoud !
H3: algoritme
= een reeks stappen die bepaalt hoe een taak wordt uitgevoerd, hoe een oplossing wordt bekomen
- Stappen: elementaire handelingen
- Hoe een taak wordt uitgevoerd = hoe een doel wordt bereikt vanaf een beginsituatie
2
,!! we komen dagelijks in contact met algoritmes: bv recepten, partitie van liedje, wiskundig algoritme
elk hun eigen specifieke terminologie en notatie (bv muzieknoten, woorden, cijfers, …)
Algoritme = geordende reeks ondubbelzinnige, uitvoerbare stappen die een eindig proces beschrijven
- Geordend (partieel): moet niet 1 lange sequentie zijn, maar kan soms naast elkaar staan
(bv A –> B of C –> D -> E)
- Ondubbelzinnig: bv “zachtjes” kan een computer niet interpreteren
- Uitvoerbaar: bv lijst met alle natuurlijke getallen of getal door 0 delen kan niet
- Eindig : bv tel elke 10sec op bij een basisgetal stopconditie nodig! (bv tot je aan 100 komt)
<-> Programma = is een representatie van een algoritme (informele def: niet eindigende stappenreeks)
<-> Proces = de activiteit waarbij een programma/algoritme wordt uitgevoerd (bv kookproces)
Waarom zijn algoritmes nuttig? Een algoritme ‘vangt’ intelligentie en laat toe deze over te dragen
een oplossingsmethode als antwoord op een probleem (= essentie van computationeel denken)
Een algoritme representeren
Algoritmes zijn abstract waardoor we manier moeten vinden om deze concreet weer te geven
Algoritme representatie vereist precies gedefinieerde primitieven
- Bouwstenen waarmee representaties van algoritmes kunnen worden samengesteld
- Precies gedefinieerd
o Ondubbelzinnige instructies: nauwkeurig en gedetailleerd
o Vermijden communicatieproblemen: natuurlijke talen
o Doel van definiëren in de wetenschap
- Primitief bestaat uit 2 delen
o Syntax = symbolische representatie (bv lucht = 5 letters)
o Semantiek = betekenis (bv gas dat overal rondom ons op de wereld aanwezig is)
Bv stappenplan origami:
geordend = OK, ondubbelzinnig = OK, uitvoerbaar = OK, eindig = OK = algoritme
primitieven: syntax = symbolen en semantiek = betekenis van symbolen
Programmeertaal = verzameling primitieven + verzameling regels voor de manier waarop primitieven
kunnen gecombineerd worden (grammatica)
- Het uitdrukken van algoritmes op niveau van individuele machine-instructies is inefficiënt.
Daarom gebruikt men typisch hogere primitieven die elk een meer abstract hulpmiddel zijn om
instructies te programmeren = high level programmeertalen (bv Python)
<-> machine code/assembly, weinig abstractie = low level programmeertalen
Algoritme representaties
Doel: objectieve communicatie van oplossingsontwerpen voor managers
3
, Representatie op hoog niveau ipv uitvoerbare programmeertaal pseudocodes en flowcharts
Meer abstracte manier om programma/algoritme voor te stellen
Vergemakkelijkt begrijpbaarheid/objectiviteit
Meest voorkomende manier om algoritmen te schrijven, ook in academische literatuur
= Hulpmiddel om algoritmen informeel en leesbaar voor te stellen (bv tijdens ontwikkeling van algoritme
of voor communicatie zoals wetenschappelijke artikels)
- Notatiesysteem om ideeën uit te drukken, zonder belemmering door formele, rigide regels
- Kan afwijken, uitbreidbaar
- Bouwstenen: sequentie, selectie, iteratie
Primitieven FC/PC
- Toekenning = toekennen van een waarde aan iets met een zinnige naam (variabele)
o Bv waarde “3” toekennen aan variabele “count”. Als je variabele “count” dan weer
uitleest krijgt je “3”
o Je kan ook bewerkingen doen: count = 3 count-1 = 2
o Als je refereert naar de variabele (bv count-1) is het belangrijk dat die variabele bestaat!
Als je niet eerst de waarde “3” toekent aan variabele “count”, zal je een error
krijgen als je verwijst naar “count-1” = initialisatie/instantie van de variabele
o In FC wordt er vaak gewerkt met pijltjes, in PC vaak “=”. Het maakt niet uit, maar je moet
CONSISTENT zijn (ook al dan niet gebruik van hoofdletters moet consistent zijn!)
- Tekst = string (aangegeven met “ rond het woord)
o Bv print/output/schrijf (“het totaal van de som is” totaal)
het totaal van de som is = tekst <-> totaal = variabele
o Bv print ”count” niet zoeken naar variabele, maar het woord “count” schrijven
<-> print count variabele (=3) schrijven
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aureliejamoul. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.18. You're not tied to anything after your purchase.