Economie kun je onderverdelen in 3 onderdelen:
Macro-economie> De macro-economische omgeving van een bedrijf is de economie als
geheel, waarbij we vaak op het niveau van een heel land kijken
Meso-economie> Meso-economie is al een stukje smaller. Daarbij draait het om een
bepaalde bedrijfstak en de factoren die daarop van invloed zijn.
Micro-economie> Het kleinste niveau is ten slotte de micro-economie, waarbij het gaat om
beslissingen op bedrijfsniveau.
Bedrijf: Een partij die goederen en/of diensten produceert en/of verleent.
Bedrijfseconomie behoort tot micro-economie> wordt gekeken naar economische handelingen die
door een bedrijf worden uitgevoerd. Focus ligt daarbij op de financiële kant.
We kunnen bedrijven in drie categorieën verdelen:
Handelsbedrijven>Een handelsbedrijf koopt producten in en verkoopt deze
producten weer. Hierbij verandert het product zelf niet, zoals bijvoorbeeld bij een
supermarkt het geval is.
Productiebedrijven>Een productiebedrijf gebruikt materialen en/of grondstoffen om
een nieuw product van te maken. Daarbij kun je denken aan een bierbrouwerij.
Dienstverlenende bedrijven>Een dienstverlenend bedrijf verleent diensten. Deze
categorie kent zeer uiteenlopende voorbeelden: van een kapper tot een
transportbedrijf en van een fysiotherapeut tot een hotel.
Belangrijkste doel van organisaties is het voortbestaan (continuïteit).
Voor profitorganisaties is het maken van winst een voorwaarde om dit doel op lange termijn
te realiseren.
Non-profitorganisaties hebben doorgaans een maatschappelijk doel waarbij
bedrijfseconomische doelstellingen minder belangrijk zijn. Hoewel het maken van winst niet
noodzakelijk is voor dit soort organisaties, moeten ze wel zorgen voor een gezonde
financiële basis.
Financieel management ook wel ondernemingsfinanciering. Financieel management draait
om het opleveren van financiële informatie, vaak in de vorm van financiële overzichten.
,Resultatenrekening: De resultatenrekening laat zien of een onderneming winst of verlies
maakt. Dit resultaat heeft direct invloed op het bestaansrecht van een onderneming. Het
resultaat van de onderneming is daarnaast nodig voor de belastingaangifte, dus is het
bijhouden van een resultatenrekening (of winst- en verliesrekening) verplicht.
De balans: De balans is een overzicht van alle bezittingen en schulden van een onderneming
op een bepaald moment.
Liquiditeitsoverzicht: Op dit overzicht staan de inkomende en uitgaande geldstromen. Zo
kan een onderneming goed bijhouden hoeveel geld er ontvangen en uitgegeven wordt.
Ondernemingsplan: wordt opgesteld als een onderneming wordt gestart. In dit plan staat
uitgewerkt hoe het ondernemingsconcept (naar verwachting) succesvol kan worden
uitgevoerd. Het plan bevat informatie over de ondernemer, de onderneming en daarnaast
financiële begrotingen. De liquiditeitsbegroting, begrote resultatenrekening en begrote
balans laten de verwachte financiële uitkomsten zien bij het opstarten van de onderneming.
Het ondernemingsplan wordt vaak gebruikt om financiering (bijvoorbeeld van een bank)
voor de onderneming te krijgen.
Ratioanalyse: Met deze analyse is het mogelijk om de resultaten van een bedrijf te
beoordelen, bijvoorbeeld door kengetallen te vergelijken met voorgaande jaren of met
cijfers uit de branche. Op die manier is voor de directie nog beter zichtbaar hoe het bedrijf er
(financieel) voor staat.
Bezittingen/activa:
Vaste activa/duurzame activa: hoge waarde, er moet veel geld geïnvesteerd in
worden.
Vlottende activa: vormen het werkkapitaal van de onderneming. Het geld en de
bezittingen die nodig zijn om de ondernemingsactiviteiten van dag tot dag draaiende
te houden.
Schulden/passiva:
Eigen vermogen: ingebracht door eigenaar/ondernemer
Vreemd vermogen: afkomstig van bijvoorbeeld de bank of leveranciers
Kiezen voor juiste passende financiering is belangrijk> anders loopt onderneming risico om
financieel in gevaar te komen/failliet te gaan.
Aan de hand van een investeringsselectie kan bepaald worden welke activa wel of niet in
aanmerking komen om in te investeren
Stakeholder: iedereen die belang heeft bij resultaten van een bedrijf>belanghebbende
,Shareholder: aandeelhouder
Andere belanghebbenden zijn bijvoorbeeld:
Investeerders;
Kredietverstrekkers;
Leveranciers;
Klanten;
Concurrenten;
Overheidsinstellingen (zoals de Belastingdienst);
Werknemers
Bedrijfseconomie gaat over de handel in goederen en diensten, en kijkt ook naar het
financiële plaatje
Management accounting:
Draait om het verzamelen van informatie en nagaan of een bedrijf op koers ligt om
haar doelstellingen te halen.
Opstellen van budgetten en na afloop vergelijken van budgetten met werkelijke
resultaten.
Analyseren van kosten en opbrengsten
Toekomstgericht
Interne informatievestrekking richting het management van een onderneming (gaat
verder niet in op extern)
Financial accounting is gericht op het verleden
Externe verslaggeving: Draait om het publiceren van de wettelijk vereiste informatie van een
bedrijf zodat de stakeholders weten hoe het bedrijf er (financieel gezien) voor staat.
De volgende vakgebieden zijn nauw met bedrijfseconomie verbonden:
Auditing en accountancy;
Accountant: controleert jaarrekeningen van bedrijven. Kijkt of de gepresenteerde cijfers
kloppen voordat de cijfers worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.
De te betalen belasting verschilt per rechtsvorm
Omzetbelasting/btw: belasting over de toegevoegde waarde
Bedrijfsadministratie: Het verwerken van financiële gebeurtenissen in de administratie van
een bedrijf.
Taak directie: Het kiezen van de juiste marketingstrategie en het uitvoeren hiervan.
Rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid: ben je als ondernemer met het privévermogen
aansprakelijk voor de schulden van het bedrijf.
Rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid: niet privé aansprakelijk
Rechtspersoon met rechtspersoonlijkheid: kan zelf contracten afsluiten en handelen, zoals
een echt persoon
Bedrijven zonder rechtspersoonlijkheid:
Eenmanszaak
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberkamphuis77. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.84. You're not tied to anything after your purchase.