Samenvatting inleiding in de psychologie (Fontys, eerste jaar)
4 views 0 purchase
Course
Inleiding Psychologie
Institution
Fontys Hogeschool (Fontys)
Dit is een samenvatting van het vak Inleiding in de Psychologie, gegeven op het Fontys tijdens het eerste jaar. Met gebruik van het boek, maar voornamelijk de kennisclips heb ik deze samenvatting gemaakt. Alles staat uitgebreid omschreven, om het zo makkelijk mogelijk te maken. Het heeft voorbeelde...
Inleiding in de psychologie
Blok 1 - Tentamen
Hoofdstuk 1, 2, 3,8, 9.4 en 9.5
Kernvraag 1.1: Wat is psychologie en wat is het niet?
Psyche (geest) - logos (studie) = studie van de geest
Psychologie = Wetenschap (logica) van het gedrag en de psychische/mentale processen.
Dit houdt in dat we kijken naar het waarneembare gedrag (externe) en het interne gedrag
(praten maar bijv. ook denken)
Psychiatrie = Een medisch specialisme dat zich richt op diagnose en behandeling van
mentale stoornissen. Het maakt geen deel uit van de psychologie. Psychiaters behandelen
vanuit een medische invalshoek: zij zien deze mensen als ‘patiënten’ met een geestelijke
‘ziekte’.
Pseudopsychologie = Niet-onderbouwde psychologische aanname die als
wetenschappelijk worden aangezien → Horoscopen (astrologie), waarzeggerij, handlezen.
Kritisch denken is belangrijk als je een bewering tegen het lijf loopt. Door middel van zes
vragen kun je kijken of deze echt betrouwbaar zijn:
1. Wat is de bron? Heeft de beweerder feitelijke kennis? Heeft hij iets belangrijks te
winnen bij de bewering?
2. Is de bewering redelijk of extreem? → Voor extreme bewegingen heb je extreem
bewijs nodig
3. Wat is het bewijsmateriaal? Betrouwbaar of niet? → Anekdotisch bewijsmateriaal:
Getuigenissen van enkele personen, en dus geen wetenschappelijk bewijs. Als bij
één iemand iets geldt, hoeft dat bij andere mensen niet zo te zijn.
4. Sprake van bias? Makkelijke denkfouten/vooroordelen?
Emotionele bias: De neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en
gevoelens, in plaats van op een rationele analyse van het bewijsmateriaal. Bijv.
mensen vinden vaak dat misdaad streng aangepakt moet worden. Door deze angst
kan het afschrik programma aantrekkelijk zijn door de strengheid ervan. Denk aan:
Gestalkt → Mensen vinden stalken erg, de presentator pakt ze hard aan =
aantrekkelijk.
Confirmation bias (bevestigingsbias): De neiging om informatie die niet bij je
opvattingen aansluit te negeren of te bekritiseren en om in plaats daarvan informatie
te zoeken waar je het wel mee eens bent. Astrologie en gokken zijn hierbij een
voorbeeld. Zij vergeten vaak de fouten en onthouden nou juist de goede momenten.
5. Worden veel voorkomende denkfouten vermeden? Een voorbeeld hierbij is bijv. de
stelling ‘’Wist je dat het aantal moorden stijgt als mensen meer ijs eten?’’ of ‘’Er zijn
meer gevallen met autisme omdat er meer kinderen zijn ingeënt’’. We moeten dus
meer uitgaan van ondersteunende gegevens dan van foutieve conclusies (mensen
willen graag dingen verklaren)
6. Zijn er voor dit probleem verschillende invalshoeken nodig? Het heeft vaak een
complexere oplossing nodig dan simpelweg een aanname dat de angst voor straf het
belangrijkste afschrikmiddel is voor misdaad. Dient vanaf verschillende
perspectieven bekeken te worden.
,Specialisaties in de psychologie
1. Docenten: Werkzaam binnen HBO of Universiteit
2. Experimenteel psychologen: Onderzoek binnen de psychologie (onderzoek naar
mensen), onderzoek naar bijv. effect van enge plaatjes pakjes op sigaretten of het
daadwerkelijk nut heeft.
3. Toegepast psychologen: Passen de kennis toe die experimenteel psychologen
hebben ondervonden. Beïnvloeden van gedrag
Op deze hoofdgroepen zijn dus een aantal specialisaties, namelijk:
- Arbeids- en organisatiepsychologen: Weten alles over mensen op de werkvloer en
hun gedrag → effectiviteit op de werkvloer kunnen beïnvloeden.
- Sportpsycholoog: Zij kunnen bijv een atleet goed helpen om goed te presteren.
- Schoolpsycholoog: Weten veel over het functioneren op school van leerlingen.
- Klinisch psycholoog: Psychiatrische diagnoses stellen en ze hierbij helpen.
- Forensisch psycholoog: Weten alles over slachtoffers en daders over strafbare feiten.
- Gerontopsycholoog: Weten alles over gezondheid en welzijn van oudere mensen.
7 competenties binnen TP:
1. Assessen: Psychologisch onderzoek doen, daaruit beoordelen en adviseren.
2. Coachen en begeleiden:
3. Voorlichten: Het gedrag van een groot publiek beïnvloeden
4. Trainen
5. Adviseren: Hoe je advies geeft, welk advies je geeft
6. Onderzoeken: Werknemerstevredenheid onderzoeken, door middel van bijv surveys.
7. Professioneel werken: Samenwerken
De geschiedenis van de psychologie (en daarbij invloed op de moderne psychologie)
In de tijd van de middeleeuwen behoorde de geest tot de kerk. René Descartes was een
filosoof die veronderstelde dat de geest en het lichaam gescheiden waren (= dualisme),
doordat hij dat zei werd het mogelijk om toch mentale processen te gaan bestuderen. De
geest was nog steeds domein van de kerk, maar doordat het lichaam nu ervan gescheiden
was en de menselijke gevoelens en gedragingen op lichamelijke activiteit in het
zenuwstelsel was gebaseerd, kon deze bestudeerd worden. Descartes behoorde tot het
rationalisme.
Rationalisme: De stroming die zei dat de ratio (het brein, het denken) de enige manier was
om aan wetenschap te doen.
Empirisme: Gaf kritiek op het rationalisme. Empirisme houdt in dat men onderzoek wilden
doen op basis van de werkelijkheid. Wat is er nou vanuit de werkelijkheid waar te nemen en
te ervaren? Dus niet gebaseerd op het ‘’denken’’, zoals bij rationalisme, maar op
waarnemingen, ervaringen en experimenten.
→ John Locke was bijvoorbeeld zo’n empirist. Hij kwam zo ook met het idee dat de mens bij
de geboorte een ‘’Tabula Rasa’’ was, een ongeschreven blad, die door ervaring en opleiding
zich ontwikkelde tot een persoonlijkheid en vaardigheden aanleerde.
Beide stromingen zijn echter belangrijk geweest voor hedendaagse psychologie. Zo kwam
uit het dualisme het biologische perspectief (bij dualisme werd het dus mogelijk om naar het
lichaam te kijken/te bestuderen, vandaar dat het biologische perspectief daarvandaan komt)
, en zorgt het empirisme ervoor dat wij nog steeds empirisch onderzoek doen in de
psychologie.
Empirisch onderzoek = Het verzamelen van objectieve informatie uit de eerste hand door
metingen die zijn gebaseerd op de sensorische ervaringen en observatie. Hieruit willen ze
de verklaring voor gedrag en geestelijke processen ontwikkelen. Een verklaring wordt ook
wel een theorie genoemd binnen de psychologie, en dit is voor hen meer dan een wilde gok
of speculatie. De theorie kan de feiten verklaren en kan worden getest.
Wilhelm Wundt was benieuwd of je net als het periodieke stelsel in scheikunde, het lichaam
zo ook te onderscheiden was (om het dus om te zetten in een systeem). Zijn doel was dan
ook de elementen van bewuste waarneming te ontdekken. Onderzoek deed hij door middel
van psychologische experimenten met echte proefpersonen, bijv. lichtje, druk op het knopje
als je hem ziet → reactietijd (dit wordt nog vaak gemeten). Andere manier van onderzoek
doen was introspectie; zo nauwkeurig en uitgebreid mogelijk beschrijven van zintuiglijke en
emotionele reacties. (Introspectie = naar binnen kijken)
Edward Titchener was een leerling van Wundt, die van Duitse bodem ideeën meenam naar
de VS. Hij was ook geïnteresseerd in de elementen, de structuren van de geest. Dit wordt
dus ook wel structuralisme genoemd.
Structuralisme: De psychologie van Wundt omgevormd tot structuralisme, pleitte voor het
begrijpen van geestelijke processen (geest en gedachten), zoals bewustzijn, door de inhoud
en structuur ervan te onderzoeken.
William James was een criticus van Wundt. Hij vond het een beter idee om te kijken naar de
functies van de geest, wat kunnen we daar nou eigenlijk mee (onthouden, bedenken → taal
en geheugen). Dit is dus het functionalisme. En is af te leiden tot het cognitieve
perspectief. William was ook geïnteresseerd in de bevindingen van Darwin, zoals:
1. Aanpassen van dieren aan hun habitat → aanpassen van de mens aan de werkelijke
wereld.
2. Emoties
Er kwam een tegenbeweging naar de introspectie, meer snak naar empirisch onderzoek, dat
je moest kijken wat er in de werkelijkheid te zien is/ wat je kunt waarnemen. Je moest niet
naar de geest kijken (black box), wat je wel kan bestuderen is gedrag. Zij zijn meer
geïnteresseerd in gedrag dus. Dit wordt dus de stroming van het behaviorisme. (tegenpartij
van functionalisme en structuralisme). Relatie stimuli en respons (beloning, vertoont diegene
dit gedrag vaker?) en sociale omgeving.
Kernvraag 1.2: Zes perspectieven binnen de psychologie
1. Biologische perspectief
2. Cognitieve perspectief
3. Behavioristische perspectief → die leiden tot gedrag
4. Whole person perspectief
5. Ontwikkelings perspectief
6. Socio-culturele perspectief
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lynnemesselaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.26. You're not tied to anything after your purchase.