In dit document zit alles wat je moet leren voor het tentamen van Justitiële Interventies (). Je vindt hier de aantekeningen van alle hoor- en werkcolleges en samenvattingen van alle literatuur horend bij de cursus. Zowel de hoofdstukken van Justitiële Interventies (Weijers, 2016 - tweede druk, I...
Really a very nice summary where everything is in place and that shows all the fabric in a clear way. Helped me a lot with learning before the exam.
Seller
Follow
pamabels
Reviews received
Content preview
Justitiële Interventies
GROTE LIJNEN
Inhoudsopgave
Hoor- en werkcolleges 4
HOORCOLLEGE 1: Wat werkt? 4
WERKGROEP 1 6
HOORCOLLEGE 2: Risicotaxatie in straf- en civielrechtelijk kader 8
WERKGROEP 2 14
HOORCOLLEGE 3: Raad voor de Kinderbescherming 14
HOORCOLLEGE 4: Wat werkt bij risicojongeren? 18
HOORCOLLEGE 5: Veelplegers - Iedereen wil iemand zijn 23
WERKGROEP 3 27
HOORCOLLEGE 6: Jeugdige cyberdelinquenten 27
HOORCOLLEGE 7: Kleinschalige voorzieningen 32
WERKGROEP 4 39
HOORCOLLEGE 8: Jeugdinstellingen 40
Literatuur 48
Weijers: HOOFDSTUK 1: Inleiding 48
Weijers: HOOFDSTUK 8: Wat werkt in de aanpak van jeugdcriminaliteit? 48
Weijers: HOOFDSTUK 10: Interventies voor jongeren met antisociaal gedrag 50
Weijers: HOOFDSTUK 16: Wat betekent de leerstraf Tools4U in de praktijk? 52
Weijers: HOOFDSTUK 6: Risico- en behoeftetaxatie bij jeugdige daders: het LIJ 53
Weijers: HOOFDSTUK 7: De deskundige in het strafproces 54
Weijers & Huijer (2017): Fragment Voorwaarden OTS 55
Weijers (2016): Afscheidsrede 56
Van der Put et al. (2018): Identifying effective components of child maltreatment
interventions: A meta-analysis 56
Van der Put et al. (2016): Het voorspellen van problematische opgroei- of
opvoedingssituaties 57
Weijers: HOOFDSTUK 2: Jeugdstrafrechtketen 58
Weijers: HOOFDSTUK 3: Taakstraffen in het jeugdstrafrecht 60
Weijers: HOOFDSTUK 4: Jeugdreclassering: werken aan veiligheid en perspectief 61
Weijers: HOOFDSTUK 9: Wat werkt bij risicojongeren? 62
Weijers: HOOFDSTUK 12: Schadelijke effecten van interventies 64
Weijers: HOOFDSTUK 14: Mentoring in de jeugdzorg 65
Weijers: HOOFDSTUK 15: De effectiviteit van Halt 67
, Groense et al. (2016): Making ‘what works’ work: A meta-analytic study of the effect of
treatment integrity on outcomes of evidence-based interventions for juveniles with
antisocial behavior 69
Weijers: HOOFDSTUK 17: Multi Systeem Therapie voor jongeren met seksueel
grensoverschrijdend gedrag 70
Weijers: HOOFDSTUK 18: Relationele Gezinstherapie 71
Weijers: HOOFDSTUK 21: Individuele psychotherapie bij jeugdige veelplegers 72
James et al., (2013): Aftercare programs for reducing recidivism among juvenile and
young adult offenders: A meta-analytic review 74
Spoormans (2019): Minderjarige daders van cybercrime: een doelgroep analyse 75
Van der Wagen et al. (2019): Cyberdaders: uniek profiel, unieke aanpak? Een onderzoek
naar kenmerken van en passende interventies voor daders van cybercriminaliteit in enge
zin 76
Wissink et al. (2020): Advies aanpassing Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen
(LIJ) voor jeugdige online delinquenten 77
Moonen et al. (2017): Jeugdigen en jongvolwassenen met licht verstandelijke
beperkingen en criminaliteit 78
Weijers: HOOFDSTUK 22: De strafrechtketen en jeugdige delinquenten met een LVB 79
Van Rooijen & Ince (2013): Wat werkt bij migrantenjeugd en hun ouders? 81
Wilson et al. (2003): Are Mainstream Programs for Juvenile Delinquency Less Effective
With Minority Youth Than Majority Youth? A Meta-Analysis of Outcomes Research 82
Weijers: HOOFDSTUK 11: Effectieve interventies voor delinquente meisjes 83
Asscher et al.: De behandeling van delinquente meisjes 84
Weijers: HOOFDSTUK 5: De justitiële jeugdinrichtingen 85
Weijers: HOOFDSTUK 19: MDFT: gezinsgericht werken in justitiële jeugdinrichtingen 87
Weijers: HOOFDSTUK 24: Aanpassing van jongeren aan vrijheidsbeneming 87
Strijbosch et al., (2015): The outcome of institutional youth care compared to
non-institutional youth care for children of primary school age and early adolescence: A
multilevel meta-analysis 88
Vermaes & Nijhof (2014): Zijn jongeren in JeugdzorgPlus anders dan jongeren in de
open residentiële jeugdzorg? 89
De Valk et al., (2016): Repression in Residential Youth Care: A Scoping Review 90
Weijers: HOOFDSTUK 20: Het orthopedagogisch klimaat in de residentiële justitiële
jeugdzorg 91
Begrippenlijst 93
1
, Hoor- en werkcolleges
HOORCOLLEGE 1: Wat werkt?
Sancties: waarom?
- Verschillende perspectieven in juridisch veld:
1. Vergeldingstheorie: overheid neemt wraak
- Absolute straftheorie: de straf vindt zijn grondslag in het misdrijf
→ daad staat centraal.
2. Preventietheorie: herhaling voorkomen
- Relatieve strafrechtstheorie: de straf beoogt een bepaald doel.
→ dader staat centraal.
- Generale preventie: voorkomen strafbaar gedrag anderen
- Speciale preventie: voorkomen herhaling misdadiger zelf
- Fragmenten Goede Moeders: perspectief van ouders in beeld, maar perspectief van
kind of justitiële motivaties nauwelijks belicht.
- Fragment Removed: kind-perspectief duidelijk naar voren → loyaliteit naar ouders
ondanks onveilige thuissituatie.
Justitieel ingrijpen
1. Stem van het kind: waar haal je je informatie vandaan?
- Bij jonge kinderen: via anderen (bias) of observatie (momentopname)
2. Belang van het kind:
- Veilig opgroeien
- Hoe weeg je verschillende belangen? Hoe kom je aan objectieve informatie?
- Iedere methode heeft tekortkomingen.
3. Verantwoordelijkheid betrokken professional
- Praten met kind en ouders/verzorgers
- Observatie: diagnostisch onderzoek
- Wetenschappelijke literatuur
Ecologisch model Bronfenbrenner: elk individu is het gevolg van de interactie tussen
systemen waarin een kind leeft.
- Beknopte versie:
- Individu
- Microsysteem: interacties met nabije omgeving
- Mesosysteem: interacties tussen actoren in nabije omgeving
- Exosysteem: interacties met actoren in nabije omgeving en diens eigen
sociale omgeving
Wat werkt in de jeugdzorg?
- Andrews & Bonta (2010): Risk-Needs-Responsivity Model:
1. Risk principle: interventie moet aansluiten bij het risico op herhaling van de
problematiek.
- Dus: niet te licht, niet te zwaar.
2. Needs principle: interventie moet aansluiten bij de aanwezige dynamische
risicofactoren in het cliënt(systeem)
- Dus: inspelen op criminogene behoeften.
3. Responsivity principle: responsief voor de mogelijkheden en beperkingen
van het cliënt(systeem).
- Dus: bij iemand met LVB bv taalgebruik aanpassen, laten aansluiten
bij kenmerken en capaciteiten van het systeem.
DUS:
- Beste resultaten als aanpak aansluit bij behoeften en situatie van individuele cliënt.
- Hulpverlening:
1. Systematisch inschatten wat de problemen zijn in een gezin
2. Een hulpplan dat hierbij aansluit
- RNR in behandelplan JeugdzorgPlus:
1. Adequate diagnostiek
2. Individueel behandelplan
3. Gender specifiek? Cultuursensitief?
4. Multimodaal
Algemene werkzame factoren
1. Gebaseerd op theorie
2. Motivatie van de cliënt
3. Goede relatie cliënt-hulpverlener
4. Uitvoering interventie zoals bedoeld
5. Professionaliteit hulpverlener
6. Goede werkomstandigheden hulpverlener
7. Adequate structurering van de interventie
Specifiek werkzame factoren
- Goed geïmplementeerde interventies: beter effect dan niet goed geïmplementeerde
interventies.
Waarom effectief ingrijpen?
- Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK): We dienen in de
ruimst mogelijke mate de ontwikkeling van het kind en de zo volledig mogelijke
3
, ontplooiing van zijn persoonlijkheid, talenten en geestelijke en lichamelijke
vermogens te waarborgen.
Wat gebeurt er in de praktijk?
- In NL lange tijd veel geld voor ontwikkelen interventies + het idee: “Baat het niet, dan
schaadt het niet”
- Maar nu: bepaalde interventies bleken toch schadelijk + beperking financiële
middelen.
- Daarom: ontstaan van erkenningscommissie die effectiviteit van interventie
vaststelt.
Hoe wordt dat vastgesteld?
1. In theorie effectief: Beschrijving van wat interventie beoogt te doen op basis van
theorieën over het te bestrijden gedrag
- Waarom?
2. Procesevaluatie: Wordt het programma uitgevoerd zoals bedoeld? Wordt de
doelgroep bereikt?
- Hoe?
3. Evaluatieonderzoek: Is er gedragsverandering? Voor na-meting
- Hoe sterk?
4. Effectonderzoek: Gedragsverandering toe te schrijven aan interventie? Voor- en
nameting EN controlegroep
- Afhankelijk van interventie?
Wat werkt niet?
- Veel groepsbehandelingen: iatrogeen effect door nadoen delinquente anderen.
- Behandeling gericht op fysieke inspanning: geen effect
- Scare straights: bijvoorbeeld bezoek aan gevangenissen om af te schrikken.
Wat werkt wel?
- Cliëntparticipatie: enorm belangrijk dat cliënten kunnen meepraten, draagt bij aan
positieve motivatie.
- Therapeutisch: intterventies die jeugdigen proberen te betrekken in een
ondersteunend in constructief proces van verandering (Lipsey 2009)
- Evidence-based hulpverlening: empirisch ondersteund in (quasi)experimenteel
onderzoek.
WERKGROEP 1
- Erkenningscommissie, databank jeugdinterventies Nederlands Jeugdinstituut
- Beoordelingsformulier van erkenningscommissie
1. Doelgroep, doel, aanpak
2. Uitvoering
3. Onderbouwing
4. Onderzoek naar uitvoering en effectiviteit
Opdracht beoordeling leerstraf Tools4U
- Het is goed opgesteld op basis van theorie en uitgebreid beschreven.
4
, - De studies die tot nu toe zijn gedaan demonstreren niet voldoende uitkomsten. Een
aantal laten positieve effecten op korte termijn zien, maar op lange termijn blijven
deze uit. Verder werd er opgemerkt dat er een bepaalde minimale mate van
empathie nodig is om de interventie überhaupt effectief te laten zijn.
- Er is meer onderzoek naar de effectiviteit van de interventie nodig. Hierbij wordt er
aanbevolen om bij toekomstig onderzoek meer rekening te houden met subgroep
verschillen, omdat de resultaten vertekend kunnen zijn nu er enkel wordt gekeken
naar gemiddelden van de hele groep.
- Eind oordeel: goed onderbouwd.
Opdracht Nick - Tygo in de jeugdcriminaliteit
1. Risicofactoren:
- Individuele factoren
- ADHD, PDD-NOS: gestopt met medicatie
- Impulsiviteit
- Agressie
- Geen school, geen dagbesteding
- Blowen → ook samen met vrienden
- Gebrek verantwoordelijkheidsgevoel
- Crimineel verleden
- Proximaal
- Agressie naar moeder, ze kan de opvoeding niet aan
- Periode geen contact met vader gehad
- Distaal
- Verslaving vader
- Contextueel
- Eenoudergezin
2. Bij wat voor een interventie had Nick mogelijk baat gehad in zijn jongere jaren?
- Aggression Replacement Training (ART) is een multimodale cognitieve
gedragstherapeutische interventie die deelnemers op een andere manier leert
te reageren dan met agressief gedrag in situaties waarin ze boos worden. Het
gaat om een verbeterde zelfcontrole in situaties die boosheid oproepen, met
prosociaal gedrag in plaats van agressief gedrag. ART wordt in Nederland
binnen verschillende settings toegepast: scholen, jeugdreclassering, HALT,
jeugd-ggz, (forensische) jeugdzorg.
Informatie hiërarchie kwaliteitsonderzoek
- Quasi-experimenteel design: Score op de uitkomstvariabele voor en na invoering
van de interventie, gemeten in een experimentele en vergelijkbare controlegroep of
met controle voor andere variabele die de uitkomstvariabele beïnvloeden.
- Matching: Groep die interventie ondergaat moet vergeleken worden
met (vrijwel) identieke controlegroep = elimineren van
voormetingsverschillen.
→ Door matching worden andere variabelen die mogelijk een rol spelen in
het verband geëlimineerd.
5
, - Randomized control trial: Score op de uitkomstvariabele voor en na invoering van
de interventie, waarbij de participanten random zijn toegewezen aan een
experimentele en een controlegroep.
Informatie erkenningscommissie
- Erkenningscommissie Interventies:
- Beoordeelt de kwaliteit en effectiviteit van interventies op diverse gebieden
(o.a. jeugdzorg / justitieel).
- Bestaat uit tien deelcommissies en wordt ondersteund door het
Samenwerkingsverband Erkenning van Interventies.
- De Erkenningscommissie Interventies is een landelijke commissie die
onafhankelijk oordeelt.
Drie soorten evaluaties:
- De ‘evaluatieketen’
1. Planevaluaties: Waarom? Door middel van beleidsstukken /
projectbeschrijvingen
2. Procesevaluaties: Hoe? D.m.v. Observaties / interviews
3. Effectstudies: Hoe sterk? D.m.v. Registraties interviews + testen
HOORCOLLEGE 2: Risicotaxatie in straf- en civielrechtelijk kader
Risicotaxatie jeugdzorg
- Doel: het zo goed mogelijk inschatten van een toekomstige gebeurtenis om deze te
kunnen voorkomen.
- Strafrechtelijk kader:
1. Risico op recidive inschatten
2. Juiste interventie inzetten
3. Recidive verlagen
- Civielrechtelijk kader:
1. Risico op zorgwekkende opgroei- en opvoedingssituatie inschatten
2. Juiste interventies inzetten
3. Opgroei- en opvoedingssituatie verbeteren
DEEL 1: risicotaxatie in strafrechtelijk kader
- Recidive = afhankelijk van tijd: na 1 jaar > 20%, na 10 jaar bijna 70%
- Recidive verlagen: Risk-Need-Responsivity Model
1. Risicoprincipe: Intensiteit van interventie afstemmen op recidiverisico.
- Bonta: effectieve recidivevermindering
- Intensieve behandeling: hoge risicogroep
- Geen behandeling: lage risicogroep
2. Behoefteprincipe: Interventie richten op veranderbare risicofactoren
(criminogene behoeften) die het sterkst samenhangen met recidive.
3. Responsiviteitsprincipe: Interventie afstemmen op motivatie, leerstijl en
mogelijkheden jongere.
6
, - Personalised treatment: zo best mogelijke match tussen interventie
en cliënt → cognitieve capaciteiten, bv LVB.
- Interventies zonder RNR-principes: niet effectief, soms zelfs schadelijk.
- Interventies met RNR-principes: 15-35% minder recidive.
Meerdere instanties
gebruiken het LIJ op
verschillende momenten in
het proces.
Risicotaxatie door politie
- Politie: preselect = risico-inschatting op basis van registraties bij politie.
1. Preselect Recidive: Inschatten van de kans dat een jongere in de nabije
toekomst weer een delict pleegt.
Beslisboom
om
recidiverisico
vast te
stellen →
voorbeeld:
casus Jesse
7
, - Roze: onderscheid op basis van aantal eerder geregistreerde delicten als verdachte.
- Meer registraties → hogere kans op recidive
- Paarse: onderscheid op basis van geslacht.
- Jongens → hogere kans op recidive
- Grijze: onderscheid op basis van aantal overige registraties
- Meer registraties → hogere kans op recidive
2. Preselect Zorg: Inschatten (/taxatie) van de kans dat sprake is van een
zorgwekkende opgroei- en opvoedingssituatie (zorgelijke incidenten in het
gezin in de nabije toekomst).
Beslisboom
om kans op
kinder-
mishandeling
in te schatten
- Roze: onderscheid op basis van aantal registraties van huiselijke twist
- Huiselijke twist: Iets mildere vorm van huiselijk geweld.
- Meer registraties → hogere kans op kindonveiligheid
- Paars: 1. Indien registraties huiselijke twist: geen/ eerdere registraties van
zedendelicten.
- Meer registraties → hogere kans op kindonveiligheid
2. Indien geen registraties: aantal medebewoners registratie als verdachte.
- Meer medebewoners verdachte → hogere kans kindonveiligheid
- Grijs: onderscheid op basis van aantal registraties huiselijk geweld.
- Meer registraties → hogere kans op kindonveiligheid
Hoe goed is de voorspelling
- AUC waarde: Maat voor het aantal juiste voorspellingen van een instrument
(discriminerend vermogen).
- Slechtste geval: AUC waarde = .50 → 50/50 kans.
- Beste geval: AUC waarde = 1.00 → 100% juiste voorspellingen.
- Grenswaarden:
8
, - AUC waarden vanaf .56 → zwak
- AUC waarden vanaf .64 → matig
- AUC waarden vanaf .71 → goed
- Preselect Recidive en Preselect Zorg: AUC waarde = .75
LIJ (risico- versus behoeftetaxatie)
- Risicotaxatie: wie en met welke intensiteit?
- Bij de politie: Preselect Recidive en Preselect Zorg
→ risico = hoog, midden, laag
- Behoeftetaxatie: wat?
- Bij de RvdK, JR, JJI’s:
- Instrument 2a: korte taxatie
- Instrument 2b: uitgebreide taxatie
- Sluit aan op de volgende domeinen van criminogene behoeften:
1. Dag- en vrijetijdsbesteding
2. School
3. Werk
4. Relaties
5. Gezinssituatie
6. Alcohol/drugs, gokken
7. Geestelijke gezondheid
8. Attitude
9. Agressie
10. Vaardigheden
- Hieruit komt een dynamisch risicoprofiel (DRP): hoe sterker domein naar
rechts uitslaat = grotere risicofactor = belangrijker hierop in te spelen.
DEEL 2: risicotaxatie in civielrechtelijk kader
Knelpunten in jeugdbescherming
1. Weinig kennis over belangrijkste risicofactoren voor kindermishandeling.
2. Door elkaar gebruiken van: screening, veiligheidstaxatie, risicotaxatie,
behoeftetaxatie.
3. Veiligheidstaxatie gebeurt lang niet altijd goed in Nederland.
4. Risico op kindermishandeling wordt vaak niet volgens de beste methode ingeschat.
Knelpunt 1: Weinig kennis risicofactoren
- Belangrijkste risicofactoren kindermishandeling?
- Ouders zijn zelf slachtoffer geweest van kindermishandeling
- Middelenmisbruik ouders
- Psychische problematiek van ouders
- Werkloosheid, financiële problematiek van ouders
- Huiselijk geweld in gezin
- Emotieregulatie problematiek
- Conclusies diverse rapporten van Inspectie Jeugdzorg (2015):
1. Onvoldoende aandacht voor risicofactoren bij ouders, te veel focus op
kindsignalen.
2. Onvoldoende aandacht voor zorgwekkende patronen in het verleden.
9
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pamabels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.81. You're not tied to anything after your purchase.