In deze samenvatting worden alle artikelen en arresten besproken die verplicht zijn voor het tentamen. Met deze samenvatting heb ik een 9 behaald voor insolventierecht.
De drie insolventieprocedures
1. Het faillissement (art. 1 e.v. Fw)
2. De surseance van betaling (art. 214 e.v. Fw)
3. De schuldsaneringsregeling natuurlijke personen (art. 284 e.v. Fw)
Het faillissement
De faillietverklaring (1 Fw). Twee vereisten (HR Berzona):
i. Meerdere schuldeisers (pluraliteitsvereiste). De schuldeiser die het
faillissement van een schuldenaar verzoekt, dient dus een
steunvordering te gebruiken. In HR Berzona worden de vereisten voor
steunvorderingen behandeld; en
ii. Ten minste één opeisbare vordering die onvoldaan is
Het verzoekschrift dient te worden ingediend door een advocaat (4 jo 5 Fw).
Curator is belanghebbende in de zin van 10 Fw (HR Hoeksma/RM Trade) en kan
zich dus verzetten tegen de faillietverklaring
Dit is met name van belang bij lege boedels
De curator kan op een later moment ook om opheffing van het faillissement vragen
(16 Fw)
Het faillissement omvat alle goederen van de failliet (20 Fw)
Vgl. 3:276 BW: verhaalsrecht op alle goederen van de schuldenaar. Zie in dit verband
ook HR Aerts/St. Waaldijk. Uit dit arrest volgt dat het onrechtmatig kan zijn om
bepaalde vermogensonderdelen (i.c. was het een huis) ‘af te scheiden’ door middel
van stichtingen/rechtspersoonlijkheid
Bepaalde goederen blijven buiten het faillissement (21 Fw).
Failliet verliest beheer- en beschikkingsbevoegdheid (23 Fw). Dit gaat over op
curator (68 Fw).
Faillissementsvorderingen dienen ter verificatie ingediend te worden (26 jo 108 e.v.
Fw).
35 lid 1 Fw bevat een uitwerking van 23 Fw ten aanzien van samengestelde
leveringshandelingen. Het artikel bepaalt kort gezegd dat wanneer nog niet alle
handelingen voor een geldige levering zijn verricht voor de faillietverklaring, dit niet
meer na faillietverklaring kan geschieden. Een overzicht van de voor dit vak
belangrijkste samengestelde leveringshandelingen:
Overdracht/verhypothekering onroerend goed (3:89/260 BW): levering/vestiging
geschiedt via (1) notariële akte en (2) registratie in openbare registers
Openbare cessie/verpanding vorderingen (3:94/236 lid 2 BW): (1) akte en (2)
mededeling
Stille cessie/verpanding vorderingen (3:94 lid 3/239 lid 1 BW), voor zover gekozen
wordt voor (1) onderhandse akte en (2) registratie van akte bij belastingdienst
, Let wel: stille cessie/verpanding van vordering via een authentieke
akte is geen samengestelde leveringshandeling
Pand- en hypotheekhouders zijn separatist (57 Fw).
Zie Afdeling 3 Fw voor de rollen van de hoofdrolspelers binnen het faillissement
R-C (64-67 Fw)
Curator (68-73a Fw)
(Commissie van schuldeisers (74-79 Fw))
Vergadering van schuldeisers (80-84 Fw)
De surseance van betaling
Kan uitgesproken worden als schuldenaar voorziet dat hij niet zal kunnen voortgaan
met het betalen van zijn opeisbare schulden (214 lid 1 Fw).
Surseance wordt niet verleend aan natuurlijke personen die geen zelfstandig beroep
of bedrijf uitoefenen (214 lid 4 Fw).
De surseance wordt meteen verleend (215 lid 2 Fw).
Als sprake is van samenloop tussen faillissementsaanvraag en verzoek tot
surseance, wordt eerst de surseance behandeld (218 lid 6 Fw).
Er worden bewindvoerders benoemd die samen met de schuldenaar het beheer over
het vermogen van de schuldenaar voeren (215 lid 2 Fw). De schuldenaar is
onbevoegd om zonder instemming van de bewindvoerder te beheren of beschikken
(228 Fw).
De surseance is een tijdelijke maatregel (223 Fw).
De surseance werkt niet ten aanzien van vorderingen waaraan voorrang (zie 3:278
e.v. BW) is verbonden (232 Fw).
De surseance kan omgezet worden in een faillissement (242 lid 4 jo lid 1 sub 5 Fw).
De WSNP
Kan uitgesproken worden als een natuurlijke persoon opgehouden is met het betalen
van zijn schulden of indien hij voorziet dat hij niet zal kunnen voortgaan met het
betalen van zijn schulden (284 lid 1 Fw).
Er gelden verschillende ingangseisen (288 Fw).
Bij samenloop aanvraag faillissement en aanvraag schuldsaneringsregeling wordt
eerst schuldsaneringsregeling behandeld (3a Fw).
De schuldsaneringsregeling geldt niet ten aanzien van studieschulden (299a Fw).
,Na het succesvol doorlopen van de schuldsaneringsregeling zijn de overgebleven
schulden niet meer afdwingbaar (358 Fw). Het worden natuurlijke verbintenissen (6:3
BW).
Goederenrechtelijke aanspraken vs. verbintenisrechtelijke aanspraken
Goederenrechtelijke aanspraak = sterke aanspraak
- Partijen met een goederenrechtelijke aanspraak kunnen hun rechten
uitoefenen alsof er geen faillissement is
Verbintenisrechtelijke (persoonlijke) aanspraak = zwakke aanspraak
- Vordering indienen ter verificatie (26 jo. 108 e.v. Fw)
- Afwachten of er voldoende middelen in de boedel zitten (vaak niet)
Verbintenisrechtelijke aanspraken
= aanspraken op basis van boek 6 BW, met name:
- Wanprestatie (6:74 e.v. BW)
- Onrechtmatige daad (6:162 BW)
- Zaakwaarneming (6:198 BW)
- Onverschuldigde betaling (6:203 BW)
- Ongerechtvaardigde verrijking (6:212 BW)
- Ontbinding (6:265 e.v. BW)
Ontbinding heeft geen terugwerkende kracht (6:269 BW). Er ontstaat slechts
een ongedaanmakingsverplichting (6:271 BW). Dit is een
verbintenisrechtelijke aanspraak.
Goederenrechtelijke aanspraken
= aanspraken op basis van boeken 3 en 5 BW
i. Aanspraak op basis van pand en hypotheek (3:227 e.v. BW).
Separatist o.g.v. 57 lid 1 Fw
ii. Aanspraak op basis van revindicatie (5:2 BW) (=
eigendomsaanspraak)
Eigendomsvoorbehoud (3:92 BW): eigendom zaak is altijd
bij schuldeiser gebleven
Reclamerecht (7:39 e.v. BW): eigendom zaak gaat terug
naar schuldeiser
Nietigheid (3:40 BW). Nooit geldige titel geweest, dus er is
nooit rechtsgeldig overgedragen (3:84 BW)
Vernietiging van koopovereenkomst wanneer schuldeiser
een zaak (in de zin van 3:2 BW) heeft geleverd aan
schuldenaar/failliet. Vernietiging heeft terugwerkende
kracht (3:53). Geldigheid titel valt weg, er heeft dus geen
rechtsgeldige overdracht plaatsgevonden (3:84 BW).
Schuldeiser is altijd eigenaar gebleven en kan dus
revindiceren (zie slide 11 voor nadere uitleg m.b.t.
vernietiging)
NB revindicatie is alleen mogelijk bij zaken (3:2 BW),
niet bij vermogensrechten
, iii. Aanspraak op basis van andere beperkte rechten dan pand en
hypotheek. Zie boeken 3 en 5 BW: vruchtgebruik, erfdienstbaarheid,
etc.
Welk type aanspraak volgt na een vernietiging?
Vernietiging o.a. mogelijk bij wilsgebreken (3:44 en 6:228 BW)
De gevolgen van vernietiging:
1. Vernietiging heeft terugwerkende kracht (3:53 BW)
2. De titel vervalt, er heeft dus nooit rechtsgeldige overdracht
plaatsgevonden (3:84 BW)
3. Als de schuldeiser een zaak heeft geleverd aan de schuldenaar/failliet,
kan de schuldeiser de zaak dus revindiceren (5:2 BW). De schuldeiser
is immers eigenaar van de zaak gebleven
4. Let wel: revindicatie is alleen mogelijk bij zaken (5:2 jo 3:2 BW).
Als de schuldeiser dus niet een zaak heeft geleverd aan de
schuldenaar/failliet, maar een betaling heeft verricht aan de
schuldenaar/failliet is revindicatie waarschijnlijk niet mogelijk:
Als de schuldeiser met fysiek geld (chartaal) heeft
betaald, is revindicatie van dat geld alleen mogelijk voor
zover dat specifieke geld nog identificeerbaar is (anders is
sprake van ’oneigenlijke vermenging’). Als het specifieke
geld dat door de schuldeiser is betaald niet meer
identificeerbaar is, rest een (zwakke)
verbintenisrechtelijke aanspraak op basis van
onverschuldigde betaling (6:203 BW) voor de schuldeiser
Als de schuldeiser aan de schuldenaar/failliet betaald
heeft via de bankrekening (giraal) is revindicatie in elk
geval niet mogelijk. Het betreft hier immers geen zaak (zie
HC week 1 en week 2). In dit geval blijft slechts een
(zwakke) verbintenisrechtelijke aanspraak uit hoofde van
onverschuldigde betaling over voor de schuldeiser (6:203
BW)
Arresten
Aerts/Stichting Waaldijk
Het is onrechtmatig om vermogensrechten af te zonderen als de natuurlijke persoon
alle genotsrechten heeft. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.
ABN AMRO/Berzona art. 1, 6 Fw
Ingeval de huurder ten tijde van de faillissementsaanvraag in het genot is van het
gehuurde, is de curator niet bevoegd dat genot te beëindigen als de
huurovereenkomst nog loopt. De vordering tot het verschaffen van huurgenot levert
in dat geval geen vordering op die in het faillissement ter verificatie kan worden
ingediend. Deze kan daarom dan ook niet dienen als steunvordering.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliaoentrich. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.