100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Neuropsychologie $10.72   Add to cart

Summary

Samenvatting Neuropsychologie

 39 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van alle lessen en power points. Belangrijkste schema's aanwezig.

Preview 4 out of 77  pages

  • January 21, 2022
  • 77
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Neuropsychologie
1. Inleiding
1. Indeling brein
 Cortex onderverdelen in verschillende soorten gebieden
 Primaire en secundaire cortices (links dia 5)
o Rood: visueel, occipitale regio (donker primair, licht secundair)
o Groen: auditief, (donker primair, licht secundair)
o Blauw: geur/ olfactorisch (paars primair, blauw secundair)
o Blauw rondje: smaak/ gustatief
o Oranje (P) & geel (S): sensibel/ somatosensorische info uit lichaam (pijn, tast, druk,
temperatuur)
o NIET ZINTUIGELIJK: roze (P) & grijs (S: premotorische, onderaan gebied van broca):
motorisch: uitvoering bewegingen
 Alle cortices zijn topisch geordend: elk plekje uit veld specifiek gelokaliseerd in het brein
 Somatotopisch georganiseerd (primaire motorische & somatosensorische cortex)
o Voorgesteld in homunculus
 Associatiecortex (rechts dia 5)
o Vnl in post temporale en parietale regio’s
o Blauw: anterieure associatie cortex
o Groen: limbische associatie cortex
o Rood posterieure associatie cortex
 Primaire cortices klein deel oppervlakte menselijk brein
o Bij andere gewervelden (bv. kat) groter deel & weinig plaats associatiecortices
 Associatiecortex
o Brug tss verschillende primaire en secundaire cortices
o & zorgen hogere verwerking van binnengekomen materiaal
 Primaire & secundaire cortices dienen voor waarneming
o Associatiecortex op die waarnemingen bepaalde bewerkingen & processen toe te
laten  geeft aanleiding meer diffessief

2. Vergelijkende neuroanatomie
 Vergelijking tussen menselijk brein en dierbrein

1. Hersenmassa tav lichaamsgewicht
 Aantal diersoorten die in verhouding met andere diersoorten een minder sterk ontwikkeld
brein hebben (kleiner brein ivm lichaamsgewicht)
o Nijlpaard, egel, rat
 Andere dierensoorten liggen boven doorsnede  meer gevorderd brein (groter brein ivm
lichaamsgewicht)
o Mens, dolfijn, chimpansee
 Zegt iets over de mate waarin het dier hersen heeft die het ook kan aanwinden om zijn
gedrag te verfijnen

2. Corticale massa tav hersengewicht
 Buitenste schorswand meten ivm gewicht volledige brein
 Dieren meer corticale massa dan hersengewicht: mens, chimpansee

1

, Alle primaten boven de gemiddelde lijn

3. Gyrificatie
 In gesloten ruimte meer oppervlakte creëren via gyri & sulci
o Glad brein: lissencefaal brein (gladde bol)  zo niet meer opp
 Primaten groot opp door windingen
 Primaten: sociale dieren en kunnen gedrag flexibel & slim kunnen aanpassen aan
omstandigheden

3. Ontwikkelingsgeschiedenis mens
1. Homo Habilis
 Vroegste telg van geslacht Homo
o Homo = handige mens
o Eerste die iets bewerkte met de hand
 Leefde 1.5 tot 2.5 miljoen jaar geleden
 Grootte: 1.2-1.5m
 Herseninhoud: 650 cm3
 Bipedale (2 voeten) voortbeweging (zoals Australopithecus)
 Maker ruwe stenen gebruiksvoorwerpen (niet zoals Australopithecus)

2. Homo Erectus
 Leefde 1.9 miljoen tot 150.000 jaar geleden
 Grootte: 1.8m
 Herseninhoud: 850 cm3
 Bipedale voortbeweging
 Maker verfijnde stenen gebruiksvoorwerpen
 Eerste jagers-verzamelaars
 Gebruik van vuur en koken van voedsel
 Gebruik van proto-taal
 Verzorgen zieken/ gewonden
 Blijft vnl in Afrika
o Na tijd vertakken: Ergaster (Eurasia)
o Na tijd vertakken in verschillende soorten vanuit Heidelbergensis die naast elkaar
leven & in interactie gaan(Sapiens, Neanderthaler, Denisovans) (Eurasia)
o Dwerg: Homo Floresiensis: veel vroeger afgetakt

3. Homo Sapiens
 Nog enige levende soort van geslacht homo
 Vanaf 200.000 jaar geelden
 Grootte: 1.7m
 Herseninhoud: 1350cm3
 Bipedale voortbeweging
 Uitbundige gereedschapsmaker & gebruikers
 Ontwikkelen gesproken & geschreven taal
 Complexe sociale cultuur
 Ontwikkelen van cultuur & kunst (muurtekeningen)

4. Unieke menselijke eigenschappen
 Bipedale voortbeweging


2

, o Als enigste primaat lang op onderste ledenmaten staan (apen kleine afstanden)
o Vorm voet aangepast (geen grijpfunctie meer)
o Belangrijke ontwikkeling
 Nadelen: belastend (rug), niet evident
 Voordelen: bovenste ledematen vrij, ver kijken, lang uithoudingsvermogen
 Gereedschapsgebruik
 Taal
 Kunst

1. Wat dreef al deze ontwikkelingen?
 Dia 16
o Wezens passen zich aan aan omgeving/ omstandigheden
o Bv. links: temp kouder & grotere schommelingen  deze soorten snel aan
omstandigheden aanpassen
o Directionele selectie
 Bepaald fenotype haalt het van andere fenotypes waardoor dat fenotype de
norm wordt van de soort
 Bv. heel koude periode: dieren met veel beharing overleven  andere
fenotypes verdwijnen + gefixeerd in populatie
 Gebeurd bij klimaatveranderingen
 Rechtop lopen: adaptatie van omgevingsinvloed (men moest rechtop staan
in savanne om te kijken of er gevaar heerste)
opmerking: andere mensen niet in savanne ook rechtop lopen
o Variabiliteitselectie
 Selectiemechanisme dat gebaseerd is variabiliteit
 Kunnen aanpassen aan verschillende omstandigheden aan te passen door
flexibel gedrag
 Dit reden ontwikkelen grote hersenen  in staat stellen om na te denken,
redeneren, toekomstgericht denken, plannen, …
 Bv. Zo geen pels hebben maar kleren maken  kunnen aanpassen aan
omstandigheden
o Aanpassingen diersoorten komen wat achter aanpassing milieu (midden)
 Vraagt tijd om fenotypes te veranderen
 Rood: dier sterft want geen mogelijkheid om zich aan te passen
 Blauw: dier verhuist
 Groen: zodanig gedragen zodat je je aan elke omstandigheid kan aanpassen
 Dia 17
o Grotere hersenen lieten hominini toe info verwerken & slaan, vooruit plannen &
abstracte problemen aan te pakken
o Groot brein in staat tot bieden van aangepaste oplossingen aan nieuwe & diverse
uitdagingen is (volgens variabiliteitselectie hypothese) te verkiezen bij een
confrontatie met een toenemend aantal diverse omgevingen

2. Verband tussen unieke menselijke eigenschappen?
 Rechtop lopen komen bovenste ledematen vrij (vechten, dragen, gebruik van voorwerpen)
 Het creatief karakter van taal stimuleert cultuur en daarbij ook de drang naar expressie




3

,  Gesturale procedures bij aanleren (imitatie) van fabricatie en gebruik van gereedschap
verwerft een symbolischer karakter en evolueert via een proto- gebarentaal naar een proto-
taal, en uiteindelijk naar hedendaagse taal
o Bv. zo moet je dit gebruiken  tonen via vocalisaties van goed/ slecht bezig

5. Het brein
 Hedendaagse brein= evolutionaire resultaat van sociaal zoogdier aangepast aan een grote
variabiliteit van omstandigheden & leeft in complex sociaal & maatschappelijk netwerk
 Brein bestaat uit aantal mentale organen die oplossingen bieden voor uitdagingen waaraan
organisme zich gesteld ziet & die de biologische fitheid verhogen: waarneming, oriëntatie,
geheugen, aandacht, taal,...
o Bv. visuele waarneming: Door mutatie wordt één cel van een primitief meercellig
organisme lichtgevoelig (plots zien waar licht is)
o Door gemuteerde cel voedsel zoeken want je ziet dingen  meer kans op overleven
dan andere soorten
o Deze cel evolueerde dan in het oog (orgaan om te zien)
 Geboren met groot aantal aangeboren eigenschappen waaronder zintuiglijke waarneming,
locomotorische en ingestieve mogelijkheden, maar moeten ook vaardigheden verwerven
tijdens leven zoals taal, gereedschapsgebruik, …
 Dag van vandaag mentale organen in brein fijn in kaart brengen (gedeelde aandacht, 2
gebieden taal, …)

3. Onderzoeken van functies met bepaalde plaats in brein
Experimenteel onderzoek
 Vanuit gedragswetenschappen
 Visueel halfveld onderzoek
o Bouw visueel systeem stimuli uit het linker visueel veld geprojecteerd op rechter
hersenhelft (& vice versa) (lateralisatie)
o Aangezien ene hemisfeer met sommige stimuli beter overweg kan dan andere 
voorspellen welken taaldominante hemisfeer
o Benoemen objecten of lezen taalgevoelige opdrachten en zullen bij men linker
taaldominante hemisfeer (ongeveer 90% bevolking) vlotter verlopen met stimuli die
in rechter visueel veld aangeboden
 Stimuli aangeboden andere kant  moet eerst naar taaldominante
hemisfeer (andere hemisfeer) om pas te weten wat het is
 Taaldominantiehemisfeer vinden door kijken welk begrip eerst wordt vernoemd

Laesie-onderzoek
 Relatie tss hersen(schade) & (verstoord) gedrag
 Schade regio van Broca & Wernicke
 Phineas Gage: beschadeging frontale kwab  executieve functies vertonen
 Hersenscan  kijken waar schade gelokaliseerd

Frenologie en localisationisme
 Laesie onderzoek aanleiding gegeven tot deze stroming in neurologie onderzoek
 Idee: ontwikkelingen door schedel voelen
o Bepaalde functie minder gebruiken  hersenen daar minder ontwikkeld
o Bv. uitstekend voorhoofd  heel intelligent
 Map verschillende functies door in/uitstulpingen

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Naiodenoose. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.72  1x  sold
  • (0)
  Add to cart