Ik heb hier een samenvatting van Maatschappijwetenschappen van 4 hoofdstukken (11-14). Heb hierbij ook de begrippen toegevoegd die erbij horen om te leren.
Op Prinsjesdag wordt in feite nieuwe politieke jaar geopend
o Willem-Alexander -> leest Troonrede voor
o Minister van Financiën -> presenteert de miljoenennota
De plannen voor het nieuwe jaar wordt openbaar en het word duidelijk of
mensen er financieel gezien in het nieuwe jaar erop vooruitgaan of niet
Prinsjesdag is een politieke institutie (er gelden regels over gedrag van actoren bij
Prinsjesdag)
o Politieke institutie: complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag
van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke
besluitvorming reguleren.
Langdurig proces van staatsvorming -> o.a. ons staatshoofd de Troonrede voorleest
o Politici reageren erop
Politieke partijen, vakbonden van werknemers en werkgeversorganisaties worden in NL
betrokken bij plannen van de regering en dat past in NL poldermodel
Ideologie: Een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden, meestal uitmondend
in ideeën over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke verhoudingen
In Tweede Kamer debatteren politieke partijen bij de beschouwingen over plannen van het
kabinet. Ze doen dit vanuit overtuiging, hun idee en ideale samenleving.
Begroting van NL overheid ongeveer 300 miljard.
3 verschillende politieke partijen
o Geld voor meer gelijkheid
o Geld voor minder belastingen
o Geld voor het investeren in maatschappelijke projecten, voor belang van cohesie en
samenleving
Iedere partij heeft andere ideeën over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke
verhoudingen
o Verhouding: het hoofdconcept verhouding verwijst naar de wijze waarop mensen
zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden en de manier waarop
samenlevingen in sociale zin vorm geven aan deze verschillen. Het verwijst ook naar
onderlinge betrekkingen tussen staten.
Niet alle politieke partijen hebben evenveel macht
o Het ligt aan hoeveel zetels je hebt in Tweede Kamer
o Macht: het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te
bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten
In NL voor een ‘gewone wet’ heb je de ‘helft + 1’ van zetels nodig, maar voor wijziging van de
Grondwet is er een grotere meerderheid nodig
Partijen in de coalitie werken samen voor gemeenschappelijke doel, vormen van regering en
uitvoering van samen opgestelde beleid voor komende jaren.
Oppositiepartijen -> lastig samen werken, omdat partijen niet aan gezamenlijke afspraak
gebonden zijnen daardoor hun eigen ideologie voorop kunnen stellen
o Samenwerking: het proces waarin individuen, groepen/ en of staten relaties vormen
om hun handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel
, 11.2
Verschillende dimensies:
o Links – rechts -> hoeveel overheid moet bemoeien met economie
o Progressief – conservatief -> hoeveel vrijheid mensen hebben in ethische kwesties.
Verandering – behoudend
o Nationalisme – internationalisme -> rol van een land in wereld,
binnenland/buitenland
o Materialisme –postmaterialisme -> verschil mensen gericht op tastbare zaken
(economie en defensie) en andere op abstracte zaken (milieu en sociaal onrecht
bestrijden)
Links wordt vaak gekoppeld aan progressief, internationalisme en postmaterialisme
Rechts wordt vaak gekoppeld aan conservatief, nationalisme en materialisme
Beginselen en denkbeelden van ideologieën gaan over
o Politiek
o Economie
o Cultuur
Cultuur: het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en
normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven
Communisme Socialisme Liberalisme Conservatisme Fascisme
Links Midden Rechts
Socialisme/sociaaldemocratie -> gelijkwaardigheid en een sterke/sturende rol van overheid
Liberalisme -> individuele rechten en individuele vrijheden
Confessionalisme -> christelijke waarden en harmonie en samenwerking
Drie ideologieën in NL politieke landschap:
Socialisme/sociaaldemocratie Liberalisme
Confessionalisme
Er zijn partijen die niet bij een ideologie horen. Zij willen afzetten tegen die manier van
politiek bedrijven -> protestpartijen (piratenpartij).
Single issue parties: partijen die zich vooral richten op één onderwerp (pensioenen)
11.3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kabrons. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.27. You're not tied to anything after your purchase.