100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting levenslooppsychologie smester 2 GRAOTP $9.78   Add to cart

Summary

Samenvatting levenslooppsychologie smester 2 GRAOTP

1 review
 31 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Ik behaalde 18/20 In deze woordenlijst staan alle te kennen begrippen van H1 (terreinverkenning) t.e.m. H9 (de volwassenheid) met definitie. Bij een ongeveer 10 woorden staat er geen definitie maar bij de andere driehonderd ofzo wel :). Succes! Ik behaalde 18/20.

Preview 3 out of 23  pages

  • January 21, 2022
  • 23
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: daphnedinneweth • 1 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1: Terreinverkenning
Ecologische systeemtheorie Urie Bronfenbrenner werkte een theorie uit
waarin hij de veelsoortige
omgevingsinvloeden die een rol kunnen
spelen in de ontwikkeling, probeerde onder
te brengen in een aantal lagen die als
concentrische cirkels over elkaar heen
liggen.
(eerst vier lagen: micro-, meso-, exo-,
macrosysteem. Later vijf: +Chronosysteem).
Microsysteem = De personen en groepen waarmee het
individu rechtstreeks in contact komt:
1. De eigenlijke gezinssfeer
2. De vriendenkring
3. De school of werkplek
4. De buren en de clubs of verenigingen
waar men lid van is
Meestal tweerichtingsverkeer:
omgeving → persoon → fysieke
verschijning en manier van reageren van
persoon
→ de wijze waarop anderen op persoon
zullen reageren
(→ = heeft invloed op)
Mesosysteem = Invloeden die voortkomen uit de
onderlinge interacties tussen sommige
personen (actoren) uit het microsysteem.
VB: Manier waarop ouders positief of
negatief kunnen inspelen op wat de school
verwacht van hun kinderen:
- Warme interesses betonen voor
schoolprestaties
- Minste interesse in schoolprestaties
- Kind om de kleinste reden thuis houden
van school
Exosysteem = aspecten van de sociale omgeving die
weliswaar geen directe invloed hebben op
het individu maar vooral werkzaam zijn via
de mensen waar het individu dagelijks mee
omgaat.
VB: De maatschappelijke positie van de
vrienden waarmee de ouders omgaan.
Macrosysteeem = Het domein van de bredere cultuur, met
haar waarden, voorschriften en gebruiken.
VB: Opgroeien in een streng traditionele of
een moderne open samenleving.
Chronosysteem = Een tijdsdimensie
= Geeft aan dat er in de loop van het leven
nogal wat veranderingen kunnen
plaatsvinden in sommige van die

, omgevingsinvloeden/ in die verschillende
beïnvloedingscirkels.
VB: huwelijk loopt stuk
VB: veranderen van job
Er kunnen zich op een korte tijd bepaalde
maatschappelijke omwentelingen voordoen.
Individualistische culturen 1. Nadruk op afhankelijkheid en het
ontplooien van de eigen mogelijkheden.

2. Veel makkelijker aandacht besteed aan de
successen die men boekt dan aan de
eventuele mislukkingen.
Collectivistische culturen 1. Centraal staat de onderlinge
afhankelijkheid.
2. Veel belang gehecht aan de nood om zich
gezamenlijk in te zetten ten voordele van het
groepsbelang.
3. Najagen van persoonlijk succes wordt
eerder gewantrouwd.
4. Vermijden van mislukkingen staat
centraal omdat dit de groep te schande kan
maken.
Bio-ecologisch model In 1994 vormden Bronfrenbrenner en
Stephen Ceci zijn model om tot wat hij het
bio-cologisch model van de menselijke
ontwikkeling noemde.

<= het belang van de biologische factoren in
de ontwikkeling een duidelijkere plaats wou
geven.

! Eigenlijk wou hij ingaan tegen de (in die
tijd overheersende) overtuiging dat de
erfelijkheid zowat allesbepalend is.

Hoofdstuk 2 : Twee fundamentele theorrieën (Erikson en Freud & Piaget)
Neofreudiaan Iemand die voortbouwt op theorie van Freud
nadat hij/zij die gewijzigd of vernieuwd
heeft.

De basis is dus hetzelfde, maar met
toevoeging van eigen theorieën van en
modellen voor
persoonlijkheidsontwikkeling.
Egopsycholoog
Het ‘ik’ Is het bewust observerende deel van de
persoon. Men zou het le moi-sujet kunnen
noemen: de instantie die aan de basis ligt
van het bewust waarnemen, denken en
handelen (ik zie, ik zou willen, ik

, verwacht…)
Het ‘zelf’ Het Zelf kan men zien als le mois- object:
het voorwerp van mijn ervaringen, voor
zover die betrekking hebben op mijn eigen
persoon: hoe ik( als subject) mezelf (als
object) waaneem, voel, tot daden aanzet of
probeer te presenteren aan anderen (ik
ervaar mezelf als opgewekt, ik zie mezelf in
de spiegel, ik doe me zelfverzekerder voor
dan ik ben …)
Psychosociale identiteit =
1. Het ervaren van een innerlijke eenheid,
wat je een psychische idenentiteit kunt
noemen: het gevoel ‘identiek’ te zijn aan
zichzelf, zichzelf door alle wisselende
rollen en stemmingen heen toch steeds
als zelfde persoon te ervaren.
2. Voldoende harmonie ervaren tussen de
eigen persoon en de sociale omgeving:
dat er geen al te grote fricties ontstaan
tussen hoe ik mezelf ervaar en hoe
anderen mij zijn, of tussen wat ikzelf wil
en wat de anderen van mij verwachten.
'Het Ego' = Wat de taak heeft om de conflicten zowel
binnen het Zelfen als tussen het Zelf en de
sociale omgeving, op te lossen en de
harmonie te herstellen.
Psychosociale ontwikkelingstheorie De theorie is gebaseerd op het confronteren
en oplossen van conflicten. Tijdens de
confrontaties krijg je een gevoel van
identiteit.
Kernconflict Een crisis
Epigenetisch Erikson bedoelt hiermee dat het leven zich
ontvouwt volgens een vast, erfelijk
geprogrammeerd basisschema.
Psychosociale crisis Als gevolg van de voortschrijdende
biologische rijping, en mede door de
toenemende verwachtingen die uitgestuurd
worden vanuit de sociale omgeving, komt
het individu op een bepaald moment in een
psychosociale crisis trecht. Dat markeert het
beging van een nieuwe fase.
Egosterkte De mate waarin het individu in staat is om
met conflicten om te gaan.
Cognitieve structuur Een georganiseerd geheel van een reeks
uiteenlopende schema’s.
Accommodatie Het aanpassen van het individu aan de
omgeving.
Of
Het aanpassen van bestaande schema’s aan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Fvbx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80467 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$9.78  1x  sold
  • (1)
  Add to cart