Materiel strafrecht bepaald welk gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor
kunnen worden gestraft. Het gaat om de inhoud van algemene leerstukken. (wetboek van
strafrecht)
Formeel strafrecht is het geheel van voorschriften dat aangeeft hoe het materiele strafrecht
op de concrete feiten moet worden toegepast. Welke procedure moet gevolgd worden als er
een strafbaar feit is gepleegd? (wetboek van strafvordering)
Verdachte -> artikel 27 Sv
- Formeel criterium = lid 2 Sv
- Materieel criterium = lid 1 Sv
Definitie materieel criterium verdachte:
‘’ degene wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan
een strafbaar feit voortvloeit’’
Hierin staan drie vereisten waar aan moet zijn voldaan voor het spreken van een verdachte:
1. Redelijk vermoeden van schuld
‘’individualiseerbaarheid’’ = een objectief vermoeden dat iemand de verdachte is
2. Strafbaar feit
‘’concretiseerbaarheid’’ = er moet een wet zijn die de daad strafbaar stelt
3. Feiten of omstandigheden
‘’objectiveerbaarheid’’ = vermoeden moet gebaseerd zijn op objectieve feiten
(getuigenverklaringen, ervaring ambtenaar of feiten algemene bekendheid)
Arrest hollende kleurling
Procesfasen
Opsporingsonderzoek
Onderzoek ter terechtzitting
Beraadslaging en uitspraak
Rechtsmiddelen
Tenuitvoerlegging
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat iemand die een bepaalde handeling verricht, niet
strafbaar is als die handeling niet daaraan vooraf strafbaar is gesteld in de wet.
Grenzen die gesteld zijn aan de bevoegdheid
Het mag alleen als het in de wet staat (formele zin) (art. 1 Sv)
HR bloedproef arrest voor expliciete bevoegdheid
Naarmate de handeling ingrijpender is, de wetsbepaling een hogere autoriteit aanwijst die
bevoegd is en strengere voorwaarden daarbij stelt.
,Zo mag de politie iemand aanhouden en 6 uur vasthouden, de (hulp)officier van justitie mag
vervolgens iemand in verzekering stellen voor maximaal 3 dagen.
De OvJ zelf mag dit verlengen met 3 dagen en alleen de rechter-commissaris mag iemand in
bewaring laten nemen voor 14 dagen.
Hierna mag alleen de rechtbank het voorarrest nog verlengen. Inverzekeringstelling is
bovendien vaak alleen toegestaan bij verdenking van een ernstig strafbaar feit (artikel 67 lid
1 Sv). Dit zijn feiten waar een maximumstraf van minimaal vier jaar op staat. Daarnaast moet
het meestal om een verdachte gaan.
Beginselen van een behoorlijke procesorde:
1. Vertrouwensbeginsel
De door de overheid opgewekte verwachtingen dienen in redelijkheid te worden
gehonoreerd. (toezegging aan burger door vertegenwoordiger van de overheid, mag
worden vertrouwd)
2. Gelijkheidsbeginsel
Vergelijkbare zaken moeten op dezelfde wijze behandeld worden
3. Beginsel van zuiverheid van oogmerk (detournement de pouvoir)
Misbruik van bevoegdheid. De overheid mag de bevoegdheid niet voor een ander
doel gebruiken dan waarvoor deze is gegeven.
4. Beginsel van redelijke en billijke afweging
a. Proportionaliteit: er moet een verhouding bestaan tussen de wijze van optreden
en het beoogde doel
b. Subsidiariteit: men moet op zo’n min mogelijke bezwarende wijze optreden
Arrest braak bij binnentreden ( bij schending proportionaliteit en subsidiariteit)
Bij een inquisitoir proces zijn justitie en rechter actief opzoek naar de waarheid. Hierbij is de
verdachte object van het onderzoek en dus zijn de partijen zeker niet gelijkwaardig.
Bij een accusatoir proces strijden twee gelijkwaardige partijen tegen elkaar en de rechter
staat meer op de achtergrond. Hij stelt zich op als een scheidsrechter die er op toeziet dat
men zich aan de spelregels houdt.
Hoofddoel strafprocesrecht: het zoeken naar de schuldigen
Nevenfuncties strafprocesrecht:
- Speciale preventie: voldoende gestraft door proces dus sanctie overbodig
- Generale preventie: andere afschrikken zelfde daad te plegen
- Voorkomen eigeninrichting: minder snel eigen rechter spelen
- Orde scheppen: veilig gevoel
- Genoegdoening slachtoffer: schadevergoeding/ verhaal vertellen
, Week 2 strafrecht
Voortgezette toepassing van bevoegdheden
Wanneer de persoon geen verdachte is, maar tijdens de controle kan er wel een verdenking
ontstaan. Hiernaontstaat een opsoringsbevoegdheid. Het kan zijn dat de situatie zich
voordoet wanneer een feit wordt geconstateerd dat in een andere wet strafbaar is gesteld.
Hierna kon ook een opsporingsbevoegdheid bestaan, ook wel het voortgezette toepassing
van bevoegdheden.
Staande houden
Wat? Staande houden (artikel 52 Sv)
Wie? Iedere opsporingsambtenaar
Tegen wie? De verdachte (artikel 27 Sv) + de getuige
Wanneer? Bij elk strafbaar feit
Welk doel? Vragen naar identiteit
Volgens artikel 55b Sv mag een verdachte ook gefouilleerd worden om te kijken of
iets zijn identiteit kan prijsgeven.
Fouilleren
Wat? Onderzoek kleden en lichaam (artikel 56 Sv)
Wie? De OvJ of de hulpofficier
Tegen wie? De verdachte (artikel 27 Sv)
Wanneer? Bij bestaan ernstige bezwaren
Welk doel? Belang van het onderzoek
Aanhouding
Is een vorm van vrijheidsberoving die tot doel heeft de verdachte over te brengen naar een
plaats waar hij zal worden voorgeleid aan een (hulp) officier van justitie, die zal hem
verhouden. Twee situaties mogelijk:
1. Ontdekking op heterdaad (artikel 53 Sv)
2. Ontdekking buiten heterdaad (artikel 54 Sv)
1. Aanhouden bij heterdaad (artikel 53 Sv)
Wat? Aanhouden bij heterdaad
Wie? Iedereen
Tegen wie? Verdachte (artikel 27 Sv)
Wanneer? Ontdekking op heterdaad (artikel 128 Sv)
Welk doel? Overdragen aan opsporingsambtenaar, geleiden naar plaats van verhoor
2. Aanhouden buiten heterdaad (artikel 54 Sv)
Wat? Aanhouden buiten heterdaad
Wie? OvJ (lid 3 voor uitzondering)
Tegen wie? De verdachte (artikel 27 Sv)
Wanneer? Alleen voor feiten waar voorlopige hechtenis is toegestaan (artikel 67 Sv)
Welk doel? Naar plaats verhoor geleiden
Schema aanhouding heterdaad
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eline1234. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.72. You're not tied to anything after your purchase.