100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Reader internationale en Europese criminele politiek $11.26   Add to cart

Summary

Samenvatting Reader internationale en Europese criminele politiek

 25 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Gedetailleerde, volledige en woordelijke aantekeningen van de hoorcolleges.

Preview 4 out of 131  pages

  • January 22, 2022
  • 131
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
1 EUROPESE INTEGRATIE BUITEN DE EUROPESE UNIE

1.1 De Raad van Europa

Wetgeving: statuut van de Raad van Europa

1.1.1 De historische achtergronden en ontwikkeling

WO II (1940-1945)

Op een halve eeuw tijd werd Europa geconfronteerd met twee zware oorlogen. Winston
Churchill (premier Verenigd Konikrijk) hield een speech in 1946 aan de universiteit van Zurich.
Hiermee blikte hij terug op zijn jaren als eerste minister en hij vroeg zich af of de aarde ooit
een derde wereldoorlog zou overleven. Het zou nucleair zijn dus onoverleefbaar. De enige
manier om dit te vermijden, is het maken van een soort van Verenigde Staten van Europa.
Landen kunnen niet langer puur alleen werken, maar moeten in verband gebracht worden met
gezamelijke belangen en een gezamenlijk beleid. Deze speech had resultaat. In 1948
gebeurden er twee dingen.

Enerzijds wordt er een organisatie opgericht voor Europese economische samenwerking
(samenwerking op vlak van economisch/financieel beleid). De Verenigde Staten van Amerika
gingen ontzettend veel geld investeren in Europa om Europa herop te bouwen (Marshall-Plan).
De VS had ook belang aan wereldvrede, want ze waren ook betrokken bij de oorlog. De
voorwaarde was wel dat het geld gezamenlijk beheerd moest worden en vandaar werd deze
Europese economische samenwerking opgericht. Vandaag de dag heet het de OESO
(organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling). Het heeft nog niets te maken
met criminaliteitsbestrijding.

Anderzijds vond er in 1948 een congres plaats in Den Haag waar vertegenwoordigers (zeer
breed) nadachten over de samenwerking binnen Europa dat verder gaat dan puur het
economische. Hier werden twee belangrijke dingen in gezegd. Enerzijds moeten we in Europa
een organisatie oprichten die de democratie beschermt en die de mensenrechten bewaakt. Een
tweede besluit was dat de belangrijkste industriële en economische sectoren een stuk samen
beheerd moeten worden zodanig dat deze sectoren niet misbruikt kunnen worden voor
oorlogsdoeleinden.

1949: oprichting Raad van Europa

In 1949 wordt dit uitgevoerd en richt men de Raad van Europa op die gevestigd werd in
Straatsburg. Dit land ligt dicht tegen de Frans-Nederlandse grens. Het is een plaats die erg
getroffen geweest is tijdens de tweede wereldoorlog. België was een van de 10 landen die bij
de oprichting aanwezig was. Duitsland was hier niet bij. Dit lijkt op zich wat raar, omdat ze
twee keer de agressor waren tijdens de oorlog, maar 1 jaar later trad ook Duitsland toe.
Intussen zijn er heel veel staten toegetreden. Op dit moment zijn er 47 lidstaten betrokken bij
de Raad van Europa. De Europese Unie heeft 28 lidstaten (na de Brexit nog 27). De lidstaten
van de Unie zijn ook allemaal lid van de Raad van Europa. Dit is dus eigenlijk groot Europa dat
rijkt tot Rusland, Turkijke, Azerbeidjan, enzovoort.

Er zijn beperkingen (art. 3) op het aantal lidstaten. De lidstaat moet om te beginnen zich
bevinden in Europa. De belangrijkste beperking is dat men slechts welkom is als de ‘rule of
law’ erkend wordt dus met andere woorden de rechtsstaat en dat ook de overheid gebonden is
aan het recht. Een dictatuur past hier dus niet in. Men moet ook kunnen aanvaarden dat alle
personen die zich op het grondgebied bevinden, beschermd worden door de mensenrechten.
Dit is niet hetzelfde als de eigen burgers van het land. Belgisch grondgebied bestaat
bijvoorbeeld niet enkel uit Belgen. Het gaat ook om buitenlanders die hier -al dan niet tijdelijk-
verblijven en een andere afkomst hebben.

1

,1.1.2 Het actieterrein

Het uitgangspunt in 1948 was zeer breed. Het idee was dat die raad zich ongeveer met alles
kan bezighouden behalve met de nationale defensie (legerkwesties). Voor de rest kan het gaan
over sociale, economischen, culturele onderwerpen, enzovoort. De nationale defensie werd er
niet onder geplaatst, omdat men wel geloofde dat die Raad een derde wereldoorlog zou
kunnen vermijden, maar ze wouden niet al de macht afgeven (controle bewaken).

Men probeert de doelstellingen op drie manieren te bereiken:

- Samen aan tafel gaan en met elkaar praten. Het was na WO II al een succes dat je met
de voormalige agressors aan tafel wilden gaan.
- Men tracht verdragen af te sluiten. Het verdrag is de klassieke techniek om met elkaar
bindende (juridische) afspraken te maken tussen staten.
- Een systeem om de bescherming van de mensenrechten ook daadwerkelijk te
controleren en af te dwingen (Europees Hof voor de Rechten van de Mens).

1.1.3 De institutionele structuur

Supranationale samenwerking

Het is een vorm van samenwerking boven het nationale, boven landen. Bij een supranationale
samenwerking sta je als land bevoegdheden af aan een organisatie die boven de landen staat
(die de landen uiteraard eerst oprichten). De sterkte is hier dat men snel vooruitkan, omdat zij
van bovenaf de beslissingen maken. De zwakte hierbij is echter dat je tegen je wil gebonden
kan zijn aan iets.

Intergouvernementele samenwerking

Het is een samenwerking tussen regeringen van onafhankelijke staten. Bij deze soort
samenwerking ga je letterlijk samen rond de tafel zitten en probeer je tot een consensus te
komen. Er is geen hogere organisatie die de beslissingen neemt zoals bij de supranationale
samenwerking. Bij de intergouvernementele samenwerking zijn het de regeringen die samen
beslissen. Bij de Raad van Europa zal er dus pas een akkoord zijn wanneer al de 47 lidstaten
akkoord zijn. Als er een lidstaat beslist dat die niet akkoord is, zal het ook niet doorgaan (je
kan niet tegen je wil gebonden zijn). Het nadeel hiervan is dat men slechts in kleine stapjes
vooruitkan, omdat men met zoveel landen samen de beslissingen moet nemen. Het is moeilijk
om tot een compromis te komen tussen 47 lidstaten.

1. Comité van ministers en stuurcomités

Het is de minister van Buitenlandse Zaken die gestuurd wordt naar het comité waar de 47
ministers samen zetelen één keer per jaar. Voor de rest van het jaar gebeurt de job door
diplomaten en ambassadeurs. Dit is het beslissingsorgaan welke het beleid van de Raad van
Europa bepaalt, de begroting vastlegt en toeziet op de uitvoering van de arresten van het
Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Het comité beslist officieel met een meerderheid van 2/3, maar dit zal niet tot resultaat leiden.
Vedragen moeten door alle landen geratificeerd worden dus in principe wordt er bij
intergouvernementele samenwerking gestemd met unanimiteit.

Stuurcomités zijn experten van de lidstaten. Voor ons is er één bijzonder van belang met
name het European Committee on Crime Problems (CDPC). Hier zitten de experten op vlak van
strafrecht, strafprocesrecht en criminologie. Hier gebeuren de interessante besprekingen rond
bijvoorbeeld gevangenisbeleid. Er worden zaken bijgeleerd over hoe het werkt in verschillende
landen. De stuurcomités werken in opdracht van het comité van ministers.

2

,Nationale databanken met elkaar verbinden kan werken in de strijd tegen bijvoorbeeld
terrorisme om te kijken of iemand gekend is in een van de andere 46 landen. Op die manier
kan er contact opgenomen worden met die experten. Binnen een comité moeten mensen
samengebracht worden die expertise hebben binnen een bepaald gebied wanneer een concreet
probleem zich voordoet. Deze comités stelle ook (ontwerp)verdragen op.

2. Parlementaire vergadering

Elk van de 47 lidstaten steekt enkele parlementaire in de parlementaire vergadering van de
Raad van Europa. Dit zijn er 324 in totaal. Het parlement kan wetten maken en controleert de
uitvoerende macht (de regering). De parlementaire vergadering doet dit niet, want er zijn
enkel verdragen. Er is dus geen wetgevende rol. Daarnaast is er ook geen regering, want het
zijn vertegenwoordigers van verschillende regeringen. Het enige wat de vergadering kan doen
is discussiëren, beraadslagen en adviezen uitbrengen. Bij de adviezen kunnen wel heel mooie
en interessante stukken zitten, die juridisch niet bindend zijn, maar zeer mooi in elkaar zitten.

3. Secretariaat-generaal

Dit is de administratieve dienst die zorgen voor de agenda, gebouwen, tolken, enzovoort.

1.1.4 De juridische instrumenten (wat produceert de raad?)

Niet-bindende instrumenten zoals aanbevelingen en adviezen kunnen van belang zijn, maar
kennen geen bindende werking.

De enige bindende instrumenten die er zijn, zijn de verdragen. Daar vind je een hele lijst op de
Counsel of Europe website.

1.1.5 De belangrijkste verwezenlijkingen (op criminologisch domein)

1. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens – EVRM (1950)

Na WO II wou men de democratie en de mensrechten bewaken. In 1948 werd de raad van
Europa opgericht wat een eerste stap was, maar slechts een jaar later lag het EVRM er. Dit
impliceert dus ook dat men slechts tot de Raad van Europa kan toetreden als men het EVRM
ondertekent. Hier wordt zelfs niet meer over onderhandeld.

Art. 3 van de EVRM gaat over het verbod op foltering en op onmenselijke/vernederende
behandeling. Dit is van belang, want denk bijvoorbeeld aan overvolle gevangenissen waarvoor
België al meermaals veroordeeld werd. Het is weliswaar geen foltering, maar wel een
onmenselijke behandeling. Dit geldde ook voor de grootte hoeveelheid van geïnterneerde die
in de gevangenis moesten verblijven.

Voorbeeld vluchtelingenkwestie: pushbacks is het terugduwen van vluchtelingen die voet aan
land zetten terug naar hun eigen land. Dit mag niet, want dit is in strijd met het EVRM.

Art. 6 van de EVRM gaat over het recht op een eerlijk proces. Denk aan de zaak Salduz
(afgedwongen bekentenissen van minderjarige). Deze tekst komt uit 1950 en bleef sindsien
ongewijzigd. Het moet geïnterpreteerd worden in het licht van de hedendaagse maatschappij.
Dit maakt dat vroeger bijvoorbeeld het niet aanwezig zijn van een advocaat niet gezien werd
als een schending op artikel 6, maar vandaag de dag wordt dit wel zo gezien. Dit wordt ook
afgestemd op de andere lidstaten.




3

, De vraag is nu hoe je bij het Hof van de Rechten van de Mens geraakt. Dit kan op twee
manieren:

- Elke staat kan een andere staat ter verantwoording roepen bij het Europees Hof
Straatsburg. In de praktijk gebeurt dit zelden.
- De andere mogelijkheid is het individueel klachtrecht. Dit geldt zowel voor personen als
voor organisaties die een klacht kunnen indienen bij het Hof nadat ze de nationale
procedure volledig hebben gevolgd. Een van de problemen in België hierbij is de
redelijke termijn waarbinnen een klacht behandeld moet worden.

2. Verdragen over strafrechtelijke samenwerking

Verdragen vanaf de jaren ’50 tot op de dag van vandaag vormen nog altijd de basis voor de
strafrechtelijke samenwerking zoals men die nu kent. Deze vedragen zullen heel vaak een
buitenlandse component hebben, omdat België maar een kleine lidstaat is. Er is meer
buitenland dan België. Deze verdragen moeten het dus mogelijk maken dat België kan
ingrijpen als er iemand vanuit een andere lidstaat overtredingen begaat op ons grondgebied.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan de uitlevering aan andere landen, want dit gaat enkel en alleen
met een verdrag.

1.2 De Benelux (tijdlijn maken)

1.2.1 De historische achtergronden en ontwikkeling

De Benelux Economische Unie omvat de landen België, Nederland en Luxemburg. De
oprichting situeert zich aan het einde van de tweede wereldoorlog, op het moment dat de
speech van de oprichting van de Raad van Europa plaatsvindt.

Ze vroegen zich af of ze niets meer konden doen in het samenwerkingsverband. Tussen de
drie genoemde landen was er nooit sprake van strubbelingen of agressie dus ze besloten om
samen te gaan werken in een ruimer verband. Gegeven de periode vond de samenwerking in
eerste instantie vooral plaats op economisch vlak aangezien de industrie platligt, er
werkloosheid is, er onveiligheidsproblemen zijn en er een onstabiel klimaat heerst in het land.
Er is dus een heropbouw nodig op economisch niveau (financiering door Marshall plan). Hier
kunnen de drie landen samen meer betekenen dan alleen.

Het idee was om de grenzen vanuit het economisch perspectief weg te werken en te komen tot
één gezamenlijke markt. Dit maakt dat er binnen de Benelux een evolutie ontstaat waarbij er
vrij verkeer is van vier grote elementen met name personen, goederen, diensten en kapitaal.
Deze vier zullen we nog vaak terug zien komen. Er is één gemeenschappelijke markt met vrij
verkeer van personen waardoor bijvoorbeeld Belgen ook in Nederland konden gaan werken. Er
zijn geen invoerheffingen zodanig dat de burgers konden genieten van prijs-kwaliteit, diensten
en kapitaalverkeer tussen de drie landen zonder hier een extra heffing op te betalen.

Deze maatregel had niets te maken met criminaliteitsbestrijding. Met de landen die geen lid
waren van de Benelux kon men ook een gemeenschappelijk handelsbeleid voeren om een
gemeenschappelijk douanetarief te hebben. Het gaat hierbij vooral over dezelfde heffingen,
want ze wilden één markt aan één tarief (richting derden). Dit om geen heffingsoorlogen te
veroorzaken. Dit leidde tot een aantal akkoorden met landen buiten de Benelux.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studentrechten95. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.26  2x  sold
  • (0)
  Add to cart