Cluster E + bewegen op muziek.................................................................................................................................22
Stoei en trefspelen.........................................................................................................................................................31
- 3000 jaar geleden al onderdeel van de Pentathlon (5-kamp) tijdens de klassieke
olympische spelen in Griekenland.
- Pentathlon → hardlopen, discuswerpen, speerwerpen, verspringen en worstelen.
- De accommodatie van het verspringen was primitief maar in de basis niet anders
als nu. De afzet vond plaats vanaf een verhard vlak, een stenen drempel.
Op de plaats waar de atleten neerkwamen was de bodem losgewoeld en nog niet de
zandbak net zoals nu.
- De atleten maakten gebruik van kleine stenen springhalters of springgewichten.
Hiermee werd verder gesprongen en diende voor het bewaren van de balans bij
het landen. De sprong werd destijds uit stand beoefend, waarschijnlijk 2-benig.
- Pas vanaf 1948 staat verspringen voor vrouwen op het programma van de
olympische spelen in Londen, met als winnares de bekende Nederlandse atlete
Fanny Blankers – Koen.
- Olympische spelen Mexico → 1968 → Amerikaan Bob Beamon → wereldrecord
8,90 meter → bestaand record met 55 centimeter verbroken → 23 jaar het
record.
Reglement →
Een poging is ongeldig als de atleet:
- Voorbij de afzetlijn afzet.
- Voor of tijdens het eerste contact met het zand, de grond buiten de landingsbak
raakt dichter bij de afzet dan de dichtstbijzijnde indruk van de sprong in de
landingsbak.
- De landingsbak verlaat en het eerste contact met de voet met de grond buiten de
landingsbak dichter bij de afzetlijn is dan de dichtstbijzijnde afdruk in het zand.
Elke geldige sprong wordt gemeten vanaf de dichtstbijzijnde indruk van het lichaam in de
landingsbak tot aan de voorkant van de balk. (dus voor de 10 cm plasticine) De meting moet
loodrecht op de afzetlijn of het verlengde daarvan worden uitgevoerd. De gemeten afstand
wordt naar beneden afgerond op gehele centimeters.
2
,Verschillen bij reglement voor pupillen (kinderen t/m 11 jaar)
- Er wordt niet afgezet vanaf de balk, maar vanaf een wit gemarkeerd vlak. Dit vlak
heeft een breedte van 80 cm en bevindt zich ongeveer 50 cm van de rand van de
landingsbak. Een sprong is ongeldig als geheel of gedeeltelijk voorbij het
afzetvlak wordt afgezet. De afstand wordt gemeten vanaf de dichtstbijzijnde
indruk in het zand tot aan de voorzijde van de voetafdruk in plaats van de
afzetlijn. Als wordt afgezet voor het afzetvlak, dan wordt de afstand gemeten tot
aan de rand van het afzetvlak, die het verst van de landingsbak verwijderd is.
- Er wordt niet loodrecht gemeten op de afzetlijn, maar er mag ook schuin
gemeten worden.
Techniek →
Het resultaat bij verspringen is afhankelijk van de volgende factoren:
- Optimale aanloopsnelheid. Die zo constant mogelijk is, waardoor de afzetvoet
nauwkeurig uitkomt op de balk.
- Een zo explosief mogelijke afzet die vooral opwaarts gericht is en waarbij de
voorwaartse snelheid nauwelijks vermindert.
- Een techniek tijdens de zweeffase die een gunstige landingshouding mogelijk
maakt.
- Een landingsactie waarmee het optimale landingspunt zo dicht mogelijk wordt
benaderd.
Aanloopfase:
2 aanloopmethodes →
1. De sprintaanloop
2. De climax- , steigerungs- , of versnellingsaanloop
De sprintaanloop:
- In een zo’n kort mogelijke tijd de optimale snelheid bereiken.
- Door de maximale versnelling is de paslengte constanter waardoor het uitkomen
op de afzetbalk zekerder is.
- Meest geschikt voor het onderwijs.
De climaxaanloop:
3
, - Deze aanloop is langer doordat de snelheid minder snel toeneemt.
- Deze vorm van aanlopen is meer ontspannen.
- De climaxaanloop vereist 1 of meer extra merktekens in de aanloop. Nadeel van
merktekens is dat ze tijdens de aanloop aandacht opeisen en aanleiding kunnen
geven tot verstoring van het loopritme.
- De paslengte is minder constant, waardoor het uitkomen op de afzetbalk
moeilijker is.
Optimale snelheid = grootst mogelijke snelheid waarbij de afzet nog volledig tot zijn recht
kan komen.
Hoe hoger het ontwikkelingsniveau van de springer, hoe dichter de maximale en de
optimale snelheid bij elkaar liggen
In het onderwijs is een aanloop van 15 – 20 meter optimaal.
In de laatste 3 passen treffen we een ritme aan in de zin van: tam – taaa -tam. Dit wordt
veroorzaakt door een verlaging van het lichaamszwaartepunt gedurende de laatste twee
passen.
Afzetfase:
Duurt 0,14 seconde.
De afzetactie van het afzetbeen kan in 3 deelfasen worden onderscheiden die samen een
geheel vormen;
1. De plaatsingsfase van de afzetvoet
2. De opvangfase (excentrische/amortisatie fase)
3. De strekfase (concentrische fase)
Een zo groot mogelijke afzetimpuls door het afzetbeen kan worden verkregen door:
- Een zo explosief mogelijke strekking van het afzetbeen.
- Een volledige strekking van het afzetbeen, waardoor een optimale tijdsduur
wordt bereiken en er lang contact is met de afzetbalk. Lang wordt hier gezien in
de ruimtelijke zin.
Is de timing van de afzet onjuist dan kan men wel een gunstige stijgingshoek tot stand
brengen, maar niet de optimale prestatie leveren want;
- Door deze manier van afzetten gaat er teveel horizontale snelheid verloren.
- De bovengenoemde winst van het lange contact met de balk ontbreekt.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauradooren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.24. You're not tied to anything after your purchase.