100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Europa & economie samengevat $5.33   Add to cart

Summary

Samenvatting Europa & economie samengevat

 5 views  1 purchase
  • Course
  • Level

samenvatting van een boek (Europa (wat wel over economie gaat)) en alles wat mijn docent heeft vertelt in 5 HAVO

Preview 3 out of 17  pages

  • January 22, 2022
  • 17
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Economie hoofdstuk 1
Waar staan de twaalf sterren voor in de Europese vlag?
Voor de éénheid, solidariteit (vriendschap) en harmonie (samenhang) tussen de
Europese landen.
Door de toetreding van een aantal Oost-Europese landen tot de EU zijn er veel
arbeiders uit die landen naar het Westen getrokken. Dus veel Polen, Roemenen en
Bulgaren komen in Nederland werken. Dat levert hun veel meer op dan werken in
hun eigen land. Hierdoor stijgt hun welvaart.
Arbeidsmigratie – de trek naar een ander land om daar te gaan werken.
Verschillende redenen waarom wij importeren:
1. Klimaat niet geschikt om bepaalde landbouwproducten te verbouwen
2. Nederlandse consumenten willen een ruimere keuze aan producten
3. Buitenlandse producten kunnen goedkoper en/of beter kwaliteit zijn
4. Bepaalde grondstoffen komen niet of beperkt voor in Nederland
Hoeveel procent een land importeert en exporteert, wordt gemeten aan de hand van
het bruto binnenlands product.
Bruto binnenlands product (bbp) – de waarde van alle goederen en diensten die in
een bepaalde tijd in een land worden geproduceerd en geleverd.
Import- of export quote = import of export : bbp x 100
Open economie – hoge import- en exportquote
Gesloten economie – lage import- en exportquote
Kleine landen hebben vaak een open economie omdat ze niet veel verschillende
dingen zelf kunnen produceren. Nederland komt bijvoorbeeld niet aan katoen zonder
het buitenland. Een groter land zoals de Verenigde Staten wel.
Een land met een open economie is sterk afhankelijk van de economische
ontwikkelingen in de landen waarmee zij handeldrijft. Zo hebben economische
ontwikkelingen in Duitsland invloed op de groei van de Nederlandse economie.
Nederland produceert veel producten voor de export, denk aan Heineken. Nederland
is na Duitsland de grootste exporteur van bier in Europa. Deze twee landen gaan de
concurrentiestrijd met elkaar aan. De concurrentiepositie is daarbij dus erg belangrijk.
Concurrentiepositie – de mate waarin een bedrijf in staat is om hetzelfde product
beter en/of goedkoper te produceren dan andere bedrijven.
Als het gaat om de concurrentiepositie van bedrijven uit verschillende landen,
hebben we het over de internationale concurrentiepositie (ICP).
De internationale concurrentiepositie wordt bepaald door de productiekosten zoals
de loonkosten en de machinekosten.

,Ook de kwaliteit en service die een land levert, speelt een belangrijke rol.
Lagere productiekosten en/of een betere kwaliteit leiden tot een verbetering van de
internationale concurrentiepositie.
Hogere productiekosten en/of een slechtere kwaliteit leidt tot een verslechtering van
de internationale concurrentiepositie.
Nederland heeft een minder sterke concurrentiepositie dan Duitsland. Duitsland
vraagt voor dezelfde kwaliteit een lagere prijs. Internationale handel is internationale
ruil.
Landen importeren producten die goedkoper in andere landen gemaakt worden en
exporteren producten die zij zelf goedkoper kunnen maken.
Als landen zich richten op verschillende goederen, is er sprake van internationale
arbeidsverdeling of specialisatie. Hierdoor hebben ze andere producten nodig en
gaan ze ruilen met andere landen (internationale handel).
Belangrijke oorzaken waarom landen zich specialiseren (en er dus
internationale handel ontstaat):
 Natuurlijke omstandigheden:
Het klimaat speelt een rol bij het ontstaan van internationale handel.
Sommige landen hebben een beter klimaat en kunnen een bepaald product beter
en/of goedkoper produceren.
Daarnaast speelt de aanwezigheid van grondstoffen ook een rol. Nederland heeft
bijvoorbeeld geen olie en zou die moeten importeren uit andere landen.


 De loonkosten per product:
Loonkosten zijn een belangrijk onderdeel van de productiekosten.
Lagere loonkosten > lagere productiekosten >lagere prijs.
Daarbij gaat het niet om de loonkosten per werknemer, maar om de loonkosten per
product. Belangrijk daarbij is ook de arbeidsproductiviteit.
Arbeidsproductiviteit – hoeveelheid producten die een werknemer kan produceren in
een bepaalde tijd (jaar of maand).
Als een werknemer weinig verdient, maar ook weinig produceert, dan hoeven de
loonkosten per product niet lager te zijn dan een werknemer die veel kost, maar ook
veel produceert. Daarom kijken we als het om de concurrentiepositie gaat naar de
loonkosten per product.
Als de loonkosten per product dus stijgen en deze stijging wordt doorberekend in de
prijzen, dan verslechtert de internationale concurrentiepositie. De loonkosten per
product hangen af van de loonkosten per werknemer en van de arbeidsproductiviteit.

, Loonkosten per product = loonkosten per werknemer : arbeidsproductiviteit
Indexcijfer loonkosten per product = indexcijfer loonkosten per werknemer :
indexcijfer arbeidsproductiviteit x 100
Veel productie vindt plaats in lagelonenlanden, zoals China. Toch vindt productie van
bepaalde producten ook plaats in Europa.
Waarom?
De hoge scholingsgraad van de beroepsbevolking en door technologische
ontwikkelingen hebben werknemers in Europa een hogere arbeidsproductiviteit.
Hierdoor gaan de loonkosten per product omlaag.
 Infrastructuur:
In sommige landen is de infrastructuur beter dan in andere.
Hierdoor kan de aanvoer van de benodigde grondstoffen of het overleg over de
productie soepeler verlopen.
Dat leidt tot lagere productiekosten.
 Stabiliteit:
Landen met veel stakingen en protesten zijn onaantrekkelijk als vestigingsplaats voor
internationale bedrijven.
Veel stakingen leiden tot sociale onrust en productieverlies.
De vraag is dan of de grondstoffen en goederen wel aankomen.
Maatschappelijke tegenstellingen leiden tot extra kosten van bijvoorbeeld controle en
beveiliging.
Los van de kosten, is de kwaliteit van de productie ook belangrijk.
Bedrijven hebben een concurrentievoordeel als er kwalitatief goede producten
gemaakt worden. Lage productiekosten en goede kwaliteit kan bereikt worden door
innovatie (vernieuwing). Daarbij kan je denken aan nieuwe kapitaalgoederen
(machines), maar ook aan nieuwe productieprocessen.
De beroepsbevolking opleiden zorgt ook voor meer innovatie. Door innovatie kan de
arbeidsproductiviteit toenemen en dat zorgt weer voor minder productiekosten.
Vrije internationale handel leidt tot specialisatie en internationale arbeidsverdeling.
Elk land doet waar zij goed in zijn.
Hiervan profiteren uiteindelijk alle landen die eraan meedoen.
De interne markt, zoals de vrijhandel binnen de EU, vergroot de concurrentie. Dit
dwingt de producenten tot efficiënte productiemethoden, lagere productiekosten en
lagere prijzen. Hierdoor neemt voor de burgers in de EU de welvaart toe.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dilekd.1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.33  1x  sold
  • (0)
  Add to cart