Principes en jaarrekening
Welke bepalingen moet Het Burgerlijk Wetboek voldoen?
Welke boekhoudkundige principes zijn er en wat betekenen deze principes?
- Voorzichtigheidsprincipe: voorzienbare verliezen en kosten moeten worden geboekt op
basis van fair value.
- Realisatieprincipe: opbrengsten moeten worden geboekt op het moment dat zij zeker zijn.
- Matchingsprincipe: kosten moeten zoveel mogelijk verantwoord worden in de periode dat
de daarmee samenhangende opbrengsten zijn gerealiseerd.
1. Periode matching: waarbij kosten worden toegekend aan periodes. Denk
aan afschrijvingen en permanentie.
2. Product matching: waarbij kosten worden toegekend aan producten in de
voorraad. Denk aan inkoopwaarde verkopen.
- Continuïteitsprincipe: houdt in dat bij de waardering van de balansposten wordt
aangenomen dat de onderneming in de toekomst haar activiteiten voort blijft zetten.
- Bestendigheidsprincipe: houdt in dat een systeem van waarderen van posten op de balans
en resultatenrekening moet worden gehandhaafd. Is er gekozen voor een bepaalde manier,
dan mag dit niet gewijzigd worden.
1. Gelijktijdige: soortgelijke posten op soortgelijke wijze moeten worden
gewaardeerd.
2. Volgtijdige: elk jaar hetzelfde systeem gevolgd worden bij het waarderen
van de posten of balans en resultatenrekening.
De betekenis van de verschillende jaarrekeningen;
- Interne/bedrijfseconomische jaarrekening: Interne jaarrekening bestaat uit een balans en
een winst/verlies rekening en is bestemd voor de leiding van de onderneming.
- Externe/gepubliceerde jaarrekening: Externe jaarrekening is bestemd voor aandeelhouders
en andere belanghebbenden. Verplicht voor BV, NV, Coöperaties en stichtingen met omzet
>6 miljoen. Niet verplicht voor eenmanszaak, VOF, CV en maatschap.
- Fiscale jaarrekening: Opgesteld volgends de regels van de belastingdienst.
Welke rubrieken komen op de resultatenrekening? 4, 8 en 9.
Welke rubrieken komen op de balans? 0, 1, 2 en7.
, Controles
Functiescheidingen interne controle:
- Beschikkende: voorbehouden aan iemand met beslissingsbevoegdheid zoals een manager of
directeur.
1. Inkoop: Alleen inkoper/manager mag de beslissing nemen en de opdracht
geven om goederen te bestellen. Beïnvloed crediteuren en voorraad.
2. Verkoop: Alleen verkoper/manager mag een verkoopovereenkomst
accorderen. Beïnvloed debiteuren en voorraad.
3. Geldmiddelen: alleen directeur kan een betaalopdracht of declaratie
accorderen.
- Uitvoerende: gevolg van beschikkende.
1. Inkoop: medewerker besteld de goederen.
2. Verkoop: medewerker zorgt voor de afhandeling van overeenkomst en
coördineert met magazijn chef de levering van goederen en verzendt
verkoopfactuur. Chauffeur is ook een uitvoerende functie.
3. Geldmiddelen: kassière gaat over tot betaling van een door de directeur
geaccordeerde declaratie. Een door de directeur geaccordeerde betaallijst
wordt door de crediteurenafdeling uitgevoerd.
- Bewarende: belast met het bewaren van bezittingen. Denk aan kassière of magazijnmeester.
1. Inkoop: magazijnmeester neemt goederen in ontvangst. Hij controleert ook
of de goederen overeenkomen met pakbon.
2. Verkoop: magazijnmeester bewaart goederen in het magazijn. Controleert
dat de afgeleverde goederen op de pakbon zijn vermeld.
3. Geldmiddelen: kassière bewaart het geld in kas.
- Registrerende: administratief vastleggen van gebeurtenissen.
1. Inkoop: administrateur houdt de voorraad en crediteurenschuld bij.
2. Verkoop: administrateur houdt voorraad en debiteurensaldo bij.
3. Geldmiddelen: administrateur houdt de hoeveelheid geldmiddelen bij.
Registreert geldstromen, legt vast waar liquide middelen vandaan komen en
waaraan worden uitgegeven.
- Controlerende: gaat vaak samen met registreren. Administratie beschikt over alle gegevens
waarmee controleren mogelijk wordt gemaakt. In een grote onderneming is vaak sprake van
een controlerende afdeling en worden de twee functies gescheiden.
1. Inkoop: administrateur controleert dat de voorraad verband houdt met de
bestellingen. Vergelijkt factuur met pakbon.
2. Verkoop: administrateur controleert dat het debiteurensaldo verband houdt
met de uiteindelijke betalingen. Vergelijkt de pakbon en factuur.
3. Geldmiddelen: administrateur controleert dat het crediteuren- en
debiteurensaldo daadwerkelijk overeenkomt met liquide middelen. Ook
wordt gecontroleerd dat betaalde declaraties geaccordeerd zij door de
directeur.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floortjeverhaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.