Investeringen: zaken die een bedrijf nodig heeft om zijn activiteiten uit te voeren. Zoals een gebouw,
machines en voorraden.
Financiering: de wijze waarop een onderneming het vermogen verkrijgt om haar taak uit te kunnen
voeren.
Interne financiering: het vermogen dat in de onderneming zelf is ontstaan en verdiend.
Externe financiering: het vermogen wat van buitenaf is aangetrokken zoals leningen.
Goodwill: een bedrag dat een ondernemer moet betalen aan de vorige eigenaar voor bijvoorbeeld de
goede naam van de zaak en klantenkring.
Vaste kern: bedrag dat altijd aanwezig is, dit kun je het beste financieren met EV of LVV.
Intensieve financiering: het beschikbare vermogen wordt zo intensief mogelijk geïnvesteerd in activa
Betalingstermijn kort houden d.m.v. aanmaningen en herinneringen.
Gebruik maken van factoring en leasing
Terugontvangen afschrijving direct weer gebruiken voor nieuwe investeringen.
Gelijktijdige aanschaf: productiemiddelen worden in één keer aangeschaft
Volgtijdige aanschaf: productiemiddelen worden achter elkaar aangeschaft.
Cashflow: winst + afschrijving
Aandelen en soorten ondernemingen
Aandeel: bewijs van eigendom in een bv of nv
Aandeelhouder: neemt voor een of meer aandelen deel in het EV van de onderneing
Algemene reserve: totaal van in het verleden ingehouden winsten. Deze verhogen het EV en staan
credit op een balans onder dezelfde naam.
Agioreserve: bedrag dat aandeelhouders hebben betaald voor hun aandelen boven het bedrag van
de nominale waarde.
Nominale waarde van een aandeel: vooraf vastgestelde waarde van het aandeel.
Verschillende ondernemingen:
Eenmanszaak: onderneming met één eigenaar. Hij heeft zelf het EV ingebracht en heeft
leiding.
Vennootschap onder firma: onderneming waarin twee of meer personen onder een
gemeenschappelijke naam werken.
Commanditaire vennootschap: geldschieter heeft geen leiding.
Besloten vennootschap of naamloze vennootschap: kapitaal is verdeeld in aandelen.
, Dividend: winstuitkering door een bv of nv aan aandeelhouders. Wordt uitgedrukt in een bedrag per
aandeel of percentage van de nominale waarde.
Maatschappelijk aandelenkapitaal: de nominale waarde van het totaal van de uit te geven aandelen.
Het is het aandelenkapitaal dat een bv of nv volgens haar statuten uit mag geven.
Aandelen in portefeuille: de nominale waarde van de nog niet uitgegeven aandelen.
Geplaatst aandelenkapitaal: nominale waarde van de uitgegeven aandelen. Verschil tussen MA en
ongeplaatst aandelenkapitaal.
Intrinsieke waarde: totale bedrag van de bezittingen verminderd met het totale bedrag van je
schulden. Bedrag intrinsieke aandelen / aantal aandelen = intrinsieke waarde per aandeel. > dan
nominale waarde, nieuwe aandeelhouder meer betalen.
Koerswaarde: de waarde die op de effectenbeurs tot stand komt. Alleen bij nv.
Rentabiliteitswaarde: verwachte opbrengst bij verkoop van de onderneming. Het is de contante
waarde van verwachte toekomstige winsten. Totale rentabiliteitswaarde / aantal uitstaande
aandelen = rentabiliteitswaarde per aandeel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floortjeverhaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.