Ik heb 16/20 met deze samenvatting gehaald. De samenvatting omvat de cursus die wordt aangeboden door professor Vandebosch. De cursus wordt gegeven aan de UA en de KU Leuven in de 1ste Bachelor sociale wetenschappen.
Samenvatting: Communicatiewetenschappen
1 Inleiding
Onder deze paragraaf staat een korte introductie over het vak en hoe de communicatiewetenschappen
zijn ontstaan.
2 Basisconcepten en modellen
2.1 Wat is communicatie
Van Dale-woordenboek “communicatie”
• Mededeling, kennisgeving
• Verbinding
• Uitwisseling van gedachten, het geestelijk met elkaar verkeren
Het Van Dale-woordenboek is een goede bron voor de “common sense” definities van communicatie
We kunnen ook kijken naar de definities uit de wetenschappelijke literatuur. Hierbij zegt Fauconnier
(1981), de grondlegger van de conmmunicatiewts in Vlaanderen dat een definitie van communicatie
enkel goed is wanneer ze aan de volgende kenmerken voldoet:
• Bruikbaar of operationeel binnen een bepaalde wts visie, veld, benadering
• Logisch en coherent
• Niet tegengesproken door waarneembare werkelijkheid
• Toelaat het gedefinieerde nauwkeurig te onderscheiden van andere maatschappelijke ver-
schijnselen
2.1.1 twee benaderingen van communicatie
Heath & Bryan (1922): omschrijven deze twee visies als “scholen”
1. Processchool
= ziet communicatie als transmissie van boodschappen. Ze is begaan met hoe zenders en
ontvangers encoderen en coderen, met hoe boodshappen worden verzonden en ontvangen
via media en kanalen. Het wordt gezien als een proces waarbij de ene persoon het gedrag of
gedachten van de ander persoon beïnvloedt.
• Men spreekt hier van een communicatiefout wanneer het effect niet in aard met het
bedoelde effect overeenkomt
• Leunt aan bij sociale wts en psychologie
• “acts of communication”
2. Betekenisreactie-school
1
,RVC
1ste Bach communicatiewetenschappen
= hoe boodschappen of teksten interageren met mensen om betekenissen te creëren.
Verschillen in de betekenisgeving tussen zender en ontvanger zijn niet noodzakelijk fouten.
Communicatie is de studie van teksten, de methode van semiotiek (tekenleer) staat centraal.
• “works of communication” worden bestudeerd ipv communicatieve handelingen
2.2 breek-en discussiepunten in definities van communicatie
2.2.1 intentionaliteit als breekpunt
De intentie ligt aan de basis van de teleologische opvatting (typisch voor de processchool) van comm.
Er is sprake van comm. wanneer de zender de bedoeling heeft om een boodschap uit te sturen en de
ontvanger de bedoeling heeft die te ontvangen.
1. Intentioneel een boodschap sturen en de persoon ontvangt die intentioneel Bv: brood be-
stellen bij de bakker, de verkoper luistert
2. Een persoon die niet intentioneel een boodschap verstuurt maar een persoon ontvangt die
intentioneel Bv: afluisteren van een gesprek
3. Persoon zendt bewust een boodschap uit naar een persoon niet niet-intentioneel ontvangt
Bv: passief luistergedrag
4. Een persoon zendt niet-intentioneel uit naar een persoon die niet-intentioneel ontvangt Bv:
indrukken die we krijgen van iemand op straat
2.2.1.1 geslaagdheid als criterium?
“er was communicatie tussen ons” lijkt te veronderstellen dat er pas communicatie is, wanneer het
geslaagd is. Er moet volgens deze zienswijze dus aan bepaalde normen of verwachtingen voldaan zijn
om over communicatie te spreken. Volgens Fauconnier is communicatie geslaagd wanneer er
expressie is van een boodschap gericht op persoon “x”.
2.2.2 eenrichtings- of tweerichtingsverkeer
Volgens de processchool is het eenrichtingsverkeer voldoende om aan communicatie te doen.
Wanneer men zich gedragscommunicatief opstelt, dan zal men gemakkelijker stellen dan
communicatie steeds een wisselwerking heeft, een continu proces waarbij partners steeds van rol
verwisselen (zender ontvanger).
• Massacommunicatie: eerder eenrichtingsverkeer
• Interpersoonlijke communicatie: circulair proces
• Technologische evolutie (ICT) zo
2.2.3 observatieniveau
Binnen “menselijke” communicatie wordt er een onderscheid gemaakt tussen verschillende niveaus:
• Intrapersoonlijk (praten met jezelf wordt vaak buiten beschouwing gelaten)
• Interpersoonlijk
• Groepscomm.
• Organisatiecomm.
2
,RVC
1ste Bach communicatiewetenschappen
• Massacomm.
2.3 elementen in communicatieproces
We gaan van bron/zender naar een gedachte die wordt omgezet in tekens, die door middel van een
medium worden omgezet in signalen, die op hun beurt via een kanaal worden verstuurd naar de
ontvanger.
2.3.1 zender/bron
Technische communicatiemodellen: enkel de zender en niet de bron
• Wanneer men een onderscheid maakt tussen een “bron” en een “zender”, dan refereert
men naar de persoon die de boodschap verstuurt
• Het begrip “zender” hanteert men in dat geval als technisch apparaat Bv: telefoon
In de eerste comm.modellen benadrukte men vooral de macht van de zender die als actief werd
aanschouwd en de ontvanger als passief --> later werd het publiek dus als actief beschouwd
2.3.2 ontvanger
Ontvangt de boodschap en decodeert en interpreteert daarna
• Constructivisme: onderstreept de cognitieve activiteiten van mensen bij de ontvangst en de
verwerking van boodschappen
2.3.3 boodschap
= verwijzen naar datgene wat wordt uitgedrukt door de zender en overgedragen naar de ontvanger
• Tekens zijn non-verbale stimuli die betekenis dragen, iets “betekenen”
• Een teken bestaat dus uit een signifiant (betekenaar) en signifié (betekende)
• Tekens kunnen worden opgedeeld in drie categorieën:
o Symbolen: geen natuurlijke relatie tussen de betekenaar en het betekende, bewuste
of onbewuste afsrpaak tussen mensen om op een bepaalde manier uitdrukking te
geven aan bewustzijnsinhoud.
o Iconen: fysieke gelijkenis tussen de betekenaar en het betekende
o Indices: wanneer sensorische ervaring A verwijst naar B
• Een code is een systeem van betekenissen, gemeenschappelijk voor leden van een cultuur of
subcultuur. Een code bestaat uit tekens en regels en conventies die bepalen hoe en in welke
context deze tekens worden gebruikt.
• Coderen is het omzetten van een code die transmissie mogelijk maakt
• Primaire signalen: kenmerken voor gesprekken en dialogen (face to face)
3
, RVC
1ste Bach communicatiewetenschappen
• Secundaire signalen: gebruikt bij indirecte comm.
o Mechanische wijze: signalen door instrumenten of werktuigen Bv: fototoestel
o Technische wijze: signalen door elektrische stroom, pulscodemodulatie
2.3.5 kanaal
= bindmiddel of verbinding die de ruimtelijke scheiding tussen zender en ontvanger overbrugt
Bv: telefoonlijn, televisiekabel, lucht…
2.3.6 medium
• Fauconnier meent dat een medium in feite een object is dat de boodschap draagt of een
technisch middel dat het tot uiting brengen en waarnemen van de boodschap via zintuigen
mogelijk maakt.
Bv: televisie, radio, krant, telefoon…
Het wordt moeilijker om te bepalen wat het medium is bij een face to face situatie
(ongemedieerde comm.)
• Bordewijk en Van Kaam (1986)
Media wordt ingedeeld naargelang de graad van interactiviteit die ze toelaten.
Op basis van 2 dimensies:
o Controle over de informatiebron
o Controle over tijd en onderwerpkeuze
Voor beide dimensies berust de cintrole ofwel bij een centrale bron ofwel bij een individu:
4 communicatiepatronen:
o Allocutie: one way comm., de zender bepaalt de tijd en het aanbod Bv: radio, tv pro-
gramma
o Conversatie: uitwisselen van informatie tussen individuen
o Consulatie: centraal beheerde databank wordt geconsulteerd door een individu Bv: boek,
krant, serie
o Registratie: centraal orgaan wint informatie in over individuen in de periferie Bv: exa-
mens
2.3.7 ruis
= elke stimulus die de ontvangst van de boodschap belemmert
4 categorieën ruis
• Fysieke/ mechanische/ kanaalruis (noise): storing van de fysieke transmissie van het signaal
Bv: te luide muziek in een café
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosievancalster. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.27. You're not tied to anything after your purchase.