Beco hoofdstuk 3:
Bedrijfseconomie wordt opgesplitst in financiering en accounting. Accounting wordt weer
onderverdeeld in financial accounting en management accounting.
Ondernemingsfinanciering=
Dit vakgebied houdt zich bezig met hoe de productiemiddelen gefinancierd worden en in
welke productiemiddelen het beste gefinancierd kan worden.
De activiteit die een bedrijf verricht is bepalend voor het soort productiemiddel waarin
geïnvesteerd gaat worden.
Investeringen:
Een onderneming investeert in productiemodellen om daarmee door het
transformatieproces waarde te creëren. Deze waarde zal hoger moeten zijn dan het
investeringsbedrag. Vaak zijn er verschillende alternatieven bij een investering.
Door selectiemaatstaven wordt bekeken welk alternatief het beste is. Bij het maken
van een keuze wordt het vermogen van de onderneming zo veel mogelijk in geld
uitgedrukt. Er wordt een schatting gemaakt wat de investering op zal brengen. Die als
lopende bedrijfskosten gedurende de looptijd voldaan moeten worden.
Niet financiële factoren spelen ook een rol bij de keuze van de investeringsbeslissing.
Alleen de factoren die direct financiële gevolgen hebben kan meegenomen worden
in het kostenplaatje.
Elke investering brengt financieringskosten met zich mee wordt geprobeerd om de
gedwongen investeringskosten zo laag mogelijk te houden.
Financiering: (funding)
Er moet een periode overbrugd worden tussen het moment van investering en het moment
dat er geldmiddelen vrijkomen als gevolg van de investering.
Het heeft een beslissingsondersteunende functie.
Voordeel huur of leasen:
Je hoeft niet aan het begin van het project met een groot bedrag over de brug te
komen.
Voor de financieringsmogelijkheden is de rechtsvorm van de onderneming mee bepalend.
Dit heeft vooral met het eigenvermogen te maken. Eenmanszaak heeft minder ev dan
bijvoorbeeld een nv en kan dus minder investeren of moet voor meer vreemd vermogen
zorgen.
Accounting:
Houdt zich bezig met het krijgen van vooral financiële informatie van de onderneming. Na de
doelgroep van deze informatie wordt er onderscheid gemaakt tussen financiële en
management accounting.
Management accounting: (interne verslaggeving)
Doel: het management van de onderneming te ondersteunen bij belangrijke en
moeilijke beslissingen die de onderneming dient te nemen.
, Kostprijsberekeningen maken een belangrijk deel uit van het vakgebied. De
activiteiten die door de onderneming zijn genomen bepalen haar kostenstructuur.
Voor het financiële beheer van de onderneming is het van belang om een systeem
van planning en control op te zetten. Dit zodat je kunt kijken of een onderneming
draait naar verwachting zodat zo nodig de bedrijfsvoering aangepast kan worden.
Een budgetteringssysteem is dus van belang.
Financial accounting:(externe verslaggeving)
Vindt vooral plaats door het publiceren van een jaarverslag. Dit is een
informatieverstrekking aan door de ondernemingsleiding aan de andere
belanghebbende van de onderneming. Zoals aandeelhouders, kredietverstrekkingen
en de overheid.
Het heeft een beslissingsondersteunende functie voor derden. De bank
gebruikt deze informatie om te kijken of ze krediet gaan verstrekken aan de
onderneming.
Er is spraken van een verantwoordingsfunctie=
Eigenaren van de onderneming gebruiken de gepresenteerde cijfers om een
oordeel te vellen op het door de directie gevoerde beleid.
Door gevolg in doelgroep zijn er een aantal verschillen tussen management en financial
accounting.
Management accounting heeft een puur beslissingsondersteunende functie en is dus
op de toekomst gericht.
Financial accounting heeft een belangrijke verantwoordingsfunctie en is dus vooral
op het verleden gericht.
3 belangrijke verschilpunten tussen beide vormen van accounting heeft te maken met het al
of niet van toepassing zijn van regelgeving:
1. Financial is gericht op wettelijke regelgeving. Ondernemingen met een rechtspersoon
moeten bepaalde financiële informatie naar buiten brengen. Terwijl het
management-accountingsysteem (welke gegevens het moet opleveren, ingericht
wordt) aan de onderneming zelf is.
2. Bij financial accounting komen ondernemingen sneller in de verleiding om gekleurde
informatie naar buiten te brengen door bijvoorbeeld een winstcijfer naar buiten te
brengen die hoger is dan de werkelijke winst. Dit noemen we creative accounting. Bij
management accounting heeft het weinig zin om jezelf voor gek te houden en zal
creatieve accounting zich niet voor doen.
3. Bij management accounting is de informatie vaak gedetailleerd en zonder veel
tijdverlies ter beschikken gesteld moet worden bij het management. Bij financial gaat
het er om dat er achteraf verantwoording wordt afgelegd. Snelheid is minder
belangrijk en het gaat meer om globale informatie.
Boekhouding:
Voor de informatieverschaffing heeft de accounting basisinformatie nodig die ze uit de
boekhouding van de onderneming kunnen halen. Daarna wordt deze informatie verder
bewerkt en geanalyseerd in het kader van financial en management accounting.
, Grootboekrekeningen= de ruggengraat van het boekhoudingsysteem. Hierin wordt
bijgehouden wat de veranderingen zijn in een periode in kosten, bezittingen schulden,
opbrengsten.
Grootboekrekening bedrijfsgebouw= hierop worden aantekeningen bijgehouden van de
investeringen van de panden en de waardevermindering
Grootboekrekening interest= de kosten die voortvloeien uit geleend geld staan hierop.
Een grootboek kan vele tientallen rekeningen bevatten
Ondernemingsrecht:
De plichten van een onderneming. Dit heeft te maken met wat voor onderneming het is. De
ene onderneming heeft wel publicatieplicht de andere niet. Alle ondernemingen zijn
verplicht om de boekhouding bij te houden.
Belastingrecht:
Over de winst van een onderneming moet belasting betaald worden. Bij eenmanszaak en vof
wordt inkomstenbelasting betaald. Bij kapitaalvennootschap gaat het om
vennootschapsbelasting. Ook elke onderneming heeft te maken met omzetbelasting.
Organisatiekunde:
Management accounting is erop gericht om de onderneming beheersbaar te houden.
Hiervoor hebben ze een goed informatiesysteem, efficiënte en effectieve organisatorische
structuur in de onderneming nodig. Budgetteringsproces en kostprijsberekeningen worden
ook bepaald door de organisatiestructuur.
Commerciële economie:
Commerciële beleid van de onderneming is noodzakelijk voor het succes van de
onderneming. Marketinginspanning moet ervoor zorgen dat er geld in het laatje komt.
Zonder commercie geen onderneming.
Bedrijfseconomische functies:
Hoe het organisatieschema eruitziet hangt af van de grootte van het bedrijf. Bij een kleine
onderneming is er vaak spraken van een all-rounder. Bij een grote onderneming is er vaak
spraken van specialisatie:
All-rounder= een financiële verantwoordelijke die alle werkzaamheden verricht die
bedrijfseconomisch van karakter zijn zoals: het maken van financieringsafspraken,
administratie, budgetteringscyclus etc. hij of zij is dus thuis op alle terreinen van de
bedrijfseconomie.
Specialisatie kan bijvoorbeeld op de volgende functies voorkomen:
Administrateur= verwerkt de boekhouding zoals: salaris, aan en verkoop,
afschrijvingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliebrouwers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.