100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ontwikkelingspsychologie (PB0112) $5.89   Add to cart

Summary

Samenvatting Ontwikkelingspsychologie (PB0112)

 24 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het vak Ontwikkelingspsychologie aan de Open Universiteit naar het boek Ontwikkelingspsychologie van Robert S. Feldman 8e editie. Ik heb hiermee mijn tentamen afgerond met een 7,5.

Preview 5 out of 106  pages

  • January 23, 2022
  • 106
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1 – een inleiding in de ontwikkeling
van het kind

Leerdoelen:
- een definitie van ontwikkelingspsychologie geven
- een beschrijving geven van de uitgangspunten en reikwijdte van het vakgebied
- de belangrijkste onderwerpen en vraagstukken binnen de ontwikkelingspsychologie
benoemen
- de recente ontwikkelingen en de toekomst van het vakgebied schetsen
- verschillende invloeden op de menselijke ontwikkeling onderscheiden.

1.1 – een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie  de wetenschappelijke studie naar patronen van groei,
verandering en stabiliteit bij mensen vanaf de conceptie tot aan de ouderdom, maar met
een accent op de jaren tot de volwassenheid, waarin veranderingen elkaar het snelst
opvolgen.
Het bestuderen van groei, verandering en stabiliteit kent een wetenschappelijke benadering.
Ontwikkelingspsychologie richt zich op menselijke ontwikkeling.
1.1.1 – de reikwijdte van het vakgebied
Thematische gebieden binnen de ontwikkelingspsychologie:
- Fysieke ontwikkeling  de invloed van het lichaam op ons gedrag
- Cognitieve ontwikkeling  hoe groei en verandering in intellectuele vermogens ons
gedrag beïnvloedt. Denken, leren, geheugen, probleemoplossing en intelligentie.
- Sociaal-emotionele ontwikkeling  de manier waarop de interacties van mensen en
hun sociale relaties in de loop van hun leven groeien, veranderen en stabiel blijven,
en om de manier waarop zij in toenemende mate hun emoties bewust ervaren en

, greep krijgen op hun emoties. De focus kan bijvoorbeeld liggen op seksuele
ontwikkeling.
- Persoonlijkheidsontwikkeling  of een mens tijdens zijn leven stabiele, duurzame
karaktertrekken bezit. Daarnaast kan de morele ontwikkeling een speciaal
aandachtsgebied zijn.
Onderverdeling van leeftijdsgroepen in boek:
- Prenatale periode (van conceptie tot geboorte)
- Babytijd (van geboorte tot 2 jaar)
- Peuter- en kleutertijd (van 2 tot 6 jaar)
- Schooltijd (van 6 tot 12 jaar)
- Adolescentie (van 12 tot 20 jaar) (Niet in deze cursus)
Sociale constructie  een idee over de realiteit dat breed geaccepteerd is, maar afhangt van
de maatschappij en de cultuur op een bepaald moment.
De leeftijdsgroepen zijn veelal gebaseerd op westers onderzoek en in vele opzichten ook
willekeurig. Sommige ontwikkelingsspecialisten hanteren meer specifieke
ontwikkelingsperioden zoals de puberteit.
Prepuberteit  de periode voorafgaand aan de puberteit, waarin al (hormonale)
veranderingen in het lichaam optreden, maar deze nog niet van buitenaf zichtbaar zijn.
De tijdstippen waarop gebeurtenissen zich in het leven van mensen voltrekken, kunnen
aanzienlijk variëren. Dit heeft zowel biologische oorzaken als omgevingsfactoren. Als
ontwikkelingspsychologen het over leeftijdsgroepen hebben, hebben zij het vaak over
westerse gemiddelden.
1.1.2 – invloeden op de ontwikkeling: ontwikkelen in een sociale wereld
Ieder mens behoort tot een specifieke cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op
dezelfde plek zijn geboren. Naast het cohort waartoe iemand behoort zijn er nog vele
andere factoren of gebeurtenissen die de ontwikkeling mede bepalen. We maken
onderscheid tussen normatieve en niet-normatieve gebeurtenissen.
Normatieve gebeurtenissen  gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen
een groep op dezelfde manier voltrekken.
Cohorteffecten (invloeden van cohorten op de ontwikkeling) zijn voorbeelden van historisch
bepaalde invloeden: omgevingsinvloeden en biologische invloeden die verbonden zijn aan
een specifiek historisch moment.
Leeftijdsgebonden invloeden  biologische invloeden en omgevingsinvloeden die gelijk zijn
voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien.
Niet-normatieve gebeurtenissen  specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven
van een bepaald persoon, terwijl de meeste andere mensen hier niet mee te maken krijgen.

,1.2 – kinderen: verleden, heden en toekomst
Kinderen zijn al lang het onderwerp van studie. Kinderen worden pas kort vanuit een
wetenschappelijke invalshoek bestudeerd.
1.2.3 – vraagstukken bij de thema’s van de ontwikkelingspsychologie
Continue versus discontinue verandering:
- Continue verandering  geleidelijk en de
prestaties vloeien op een bepaald niveau
voort uit de prestaties op de vorige niveaus.
Kwantitatief, de vaardigheden veranderen
niet in aard maar wel in omvang.
- Discontinue verandering  in aparte
stappen of stadia. Kwalitatief, inhoudelijk en qua hoedanigheid anders dan gedrag in
eerdere stadia.
Kritieke en gevoelige perioden:
- Kritieke periode  een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis de grootste – en zelfs onomkeerbare – gevolgen heeft. Bepaalde
soorten omgevingsstimuli zijn noodzakelijk voor een normale ontwikkeling, of
bepaalde stimuli hebben abnormale ontwikkeling tot gevolg.
- Gevoelige periode  wordt nu vaker gebruikt. Organismen zijn extra ontvankelijk
voor bepaalde soorten stimuli in hun omgeving. Het is de optimale periode voor
bepaalde vermogens om zich te ontwikkelen. Mensen zijn op veel vlakken flexibeler
dan aanvankelijk werd aangenomen. Er manifesteert zich een aanzienlijke
plasticiteit op sociaal-emotioneel, cognitief en persoonlijk vlak.
Levensloopmodel versus focus op specifieke perioden:
Vroeger lag de nadruk op de babytijd en de adolescentie. Tegenwoordig wordt de hele
periode van conceptie tot en met de volwassenheid van belang geacht. Er is namelijk in elk
levensstadium sprake van ontwikkelingsgroei en -verandering.
Nature versus nurture:
Nature-nurturedebat  in hoeverre ons gedrag het gevolg is van onze genetisch bepaalde
natuur enerzijds en de fysieke en sociale omgeving waarin we opgroeien anderzijds.
Nature  eigenschappen, vermogens en capaciteiten die mensen van hun ouders erven.
Nurture  de omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen.
Ontwikkelingspsychologen gaan er niet van uit dat gedrag puur het resultaat is van het een
of het ander. De vraag is meer in welke mate nature en nurture hun invloed laten gelden.
Bovendien is de interactie tussen genetische factoren en omgevingsfactoren complex.
Tegenwoordig wordt aangenomen dat gedrag een biopsychosociale verklaring nodig heeft,
waarbij de verschillende biologische, psychische en sociale factoren elkaar wederzijds
beïnvloeden.

,1.2.4 – de toekomst van de ontwikkelingspsychologie
- Het vakgebied zal zich steeds meer specialiseren en er zullen nieuwe
onderzoeksgebieden en perspectieven ontstaan.
- De explosie van informatie over genen en de neurobiologische aspecten van gedrag
zal alle domeinen van de ontwikkelingspsychologie beïnvloeden. De epigenetica is
hierbij een belangrijke opkomende onderzoekstak, die de effecten bestudeert van
omgevingsinvloeden en ervaringen op de uiting van onze genen.
- De groeiende etnische, taalkundige en culturele diversiteit van de bevolking zal
leiden tot meer aandacht voor diversiteitsvraagstukken.

, Hoofdstuk 2 – theoretische perspectieven en
onderzoek

Leerdoelen:
- kennis en inzicht demonstreren van/in de belangrijkste theoretische perspectieven
binnen de ontwikkelingspsychologie
- uitleggen wat wordt verstaan onder de wetenschappelijke werkwijze en hoe deze
kan worden gebruikt om ontwikkelingsvraagstukken te beantwoorden
- een beschrijving geven van de belangrijkste onderzoeksstrategieën en -problemen
waar de ontwikkelingspsycholoog mee in aanraking komt.

2.1 – perspectieven bij het kijken naar kinderen
Ontwikkelingspsychologen hebben hun eigen visies op de kindertijd. Deze zijn doelbewust
en precies en bevatten een of meer theorieën en voorspellingen over het verschijnsel
waarop ze zich richten. Aan de hand van theorieën kunnen psychologen eerdere observaties
samenvatten en ordenen en nieuwe conclusies trekken, die verder gaan dan alleen de
bestaande observaties. Hieronder bespreek ik vijf belangrijke theoretische perspectieven op
de ontwikkeling van het kind.
2.1.1 – het psychodynamisch perspectief: focus op innerlijke krachten
Voorstanders van het psychodynamisch perspectief geloven dat gedrag gemotiveerd wordt
door innerlijke krachten en herinneringen waarvan een persoon zich nauwelijks bewust is
en waarover hij weinig controle heeft. Deze innerlijke krachten, die hun oorsprong hebben
in de kindertijd, zouden iemands gedrag gedurende zijn hele leven blijven beïnvloeden.
Dit perspectief is nauw verbonden aan Sigmund Freud en zijn psychoanalytische theorie.
Deze theorie gaat ervan uit dat onbewuste krachten bepalend zijn voor iemands
persoonlijkheid en gedrag. Met het onbewuste bedoelde hij het deel van iemands
persoonlijkheid dat kinderlijke wensen, verlangens en behoeften bevat, die vanwege hun
verstorende aard afgesloten zijn van het bewustzijn.
Volgens Freud kent elke persoonlijkheid drie aspecten:
- Id  het primitieve, ongeorganiseerde, aangeboren deel van de persoonlijkheid. Het
staat voor onze primitieve driften. Het opereert vanuit het genotsprincipe, met als
doel zo veel mogelijk bevrediging en zo weinig mogelijk spanning.
- Ego  het rationele en redelijke deel van de persoonlijkheid. Het vormt een buffer
tussen de echte wereld en ons id. Het opereert vanuit het realiteitsprincipe; het
houdt de instinctieve energie in toom om te helpen te integreren in de samenleving.
- Superego  iemands geweten. Hiermee maken we onderscheid tussen goed en
kwaad. Het ontwikkelt zich volgens Freud rond 5- of 6-jarige leeftijd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosbergmans. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  1x  sold
  • (0)
  Add to cart