De modellen die je zal moeten gebruiken tijdens het tentamen zijn uitgebreid meegenomen in deze samenvatting. Verder is het de kern die samengevat is want wie zit er te wachten op onnodige dingen leren ;). Ik heb dankzij deze samenvatting meteen een voldoende kunnen halen dus dan vast jij ook!
Human Resource Management, Bedrijfskunde, Facility Management & Logistie
Bedrijfskunde
All documents for this subject (7)
Seller
Follow
sannekoch
Content preview
H1.1: WAT IS EEN ORGANISATIE?
Kenmerken van een organisatie:
1. Menselijke factor (mens brengt samenwerking tot stand)
2. Samenwerkingsvorm
Synergie-effect: totale samenwerkingsverband is groter dan optelling van resultaten van
individuele prestaties ( 1 + 1 = 3)
3. Doelgerichtheid vb. winst maken of bewaken mensenrechten
4. Continuïteit
Going-concerngedachte: men gaat bij het nemen van managementbeslissingen uit van de
continuïteit van een organisatie (ongeacht wisselend eigendom na overname)
Niet meer van continuïteit uitgaan bij faillissement: evt. machines verkopen / mensen ontslaan
(normaal onvoordelig uitpakken)
Interne hoofddoelstelling: het voortbestaan van een organisatie
Externe hoofddoelstelling: voorzien in een maatschappelijke behoefte
Gemeenschappelijke kenmerken welvaartverhogende ondernemingen:
- Machtsverdeling in lagen
- Geschoold personeel
- Formele communicatie, regelgeving en methoden
- Werkverdeling naar functie
- Omschreven doelstellingen
Functioneel organisatiebegrip: Organiseren het effectief op elkaar afstemmen van activiteiten
Institutionele organisatiebegrip: object met een naam + vestiging (vb. HAN)
Instrumentele organisatiebegrip: middel waarmee we bepaalde doelstellingen kunnen
verwezenlijken (vb. opleiding binnen FEM)
H1.2: ORGANISATIE, BEDRIJF EN ONDERNEMING
Organisatie: menselijke samenwerking doelgericht en blijvend
Bedrijf: goederen/diensten voortbrengt met doel verkopen op
afzetmarkt (profit of non profit)
Onderneming: bedrijf met altijd winstoogmerk
H1.4: PRODUCTIVEIT, EFFECTIVITEIT EN EFFICIËNTIE
Productiviteit = resultaat / offers output / input
Maximale productiviteit = Rmax / Omin
Effectiviteit = Rwerkelijk / Rnorm
Wordt het doel bereikt (doeltreffendheid) gericht op output
Efficiëntie = Onorm / Owerkelijk
Hoe wordt het doel bereikt (doelmatigheid) gericht op input
H1.5: WAAROM ORGANISATIETHEORIEËN BESTUDEREN? (volgens Stoner en Freeman)
1. Theorieën zijn een leidraad bij beslissingen in managementpraktijk
2. Theorieën vormen onze visies op organisaties
3. Theorieën maken ons bewust van de omgeving van het bedrijf
4. Theorieën zijn een bron van nieuwe ideeën
H2.1: UITGANGSSITUATIE
,Start nieuwe organisatieontwikkeling ontstaan door:
1. Protestants-christelijke ethiek t.a.v. arbeid
Luther + Calvijn hard werken voor beter leven na de dood
2. Kapitalisme en de opdeling van arbeid
Adam Smith:
Meeste efficiënte regulering in stroom middelen door maatschappij bepaald
door natuurlijke wetten van vraag en aanbod + vrije concurrentie
Ieder individu vrij in vergaren van rijkdom + hebben van eigendomsrecht
Opdeling van arbeid leidt door specialisatie tot vergroting productiviteit
3. Industriële revolutie
James Watt: stoommachine efficiënter + grotere verbanden werken door aanschaf
4. Productiviteitsprobleem
Hoofdoorzaken:
Algemeen gebrek managementmethodes + getrainde managers
Moeite met implicaties van nieuwe technologieën voor werkomgeving van
de mens (vb. introductie lopende band)
Moeite met bepalen van juiste grootte van nieuwe industriële organisaties
om de juiste schaalvoordelen te bereiken
7 stromingen:
Gebaseerd op observaties, onderzoeken en
experimenten maar beïnvloed door het
paradigma (wereldbeeld) auteur
- Klassieke organisatiekunde
- Gedragskundige benadering
- Revisionisme
- Systeembenadering
- Contingentiebenadering
- Totale kwaliteitszorg
- De lerende organisatie
H2.2: KLASSIEKE ORGANISATIEKUNDE
Klassieke aanpak: Rol manager en gezagsverhoudingen binnen organisatie centraal
1. Scientific management van Taylor
- Leidinggeven: toepassen van wetenschappelijk verantwoorde methoden + technieken
- Scientific management: Richt zich op verbetering van efficiëntie van bedrijfsactiviteiten door
studie van werkmethoden, gereedschappen en productiviteitsstandaarden:
o Ontwikkel beste manier van uitvoeren van een taak door de arbeider
o Selecteer, train, onderwijs en ontwikkel iedere arbeider op wetenschappelijke wijze
o Werk samen met arbeider + lever stimulans (vaak geld) waardoor arbeider zijn taak
op de juiste manier uitvoert
o Verdeel het werk + verantwoordelijkheid gelijkelijk over management en arbeiders
veel gespecialiseerde managers
- Veroorzaken geestelijke revolutie voor arbeider + leidinggevende
- Eerlijke wetenschappelijke standaarden vaststellen voor beste werkmethodes +
effectiviteit/efficiëntie (m.b.v. werkmethodenonderzoek + tijdstudies) geen ruzies of
spanningen tussen arbeider en baas + prestatiebeloning methoden
- Kritiek:
o Normstellingen niet wetenschappelijk
, o Geen oog voor de mens (ontslag overtollig personeel + verveling door specialisatie)
2. Scientific management van Gilbreths (12 kinderen dozijn goedkoopste)
- Gebaseerd op arbeidsstudie: tijd + methodestudie
o Tijdstudie: onderzoek dat gericht is op tijdsbesteding van arbeiders per handeling
o Methodestudie: onderzoek naar gebruikte VS optimale werkmethoden
- Focus op bewegingen van een handeling beperken ergonomie: toepassen van biologische,
psychologische en technische kennis om een optimale onderlinge aanpassing van de mens +
werkomgeving te krijgen. (makkelijker maken voor mensen)
3. Algemene managementtheorieën van Fayol
- Algemene managementtheorie: management in algemene zin als universeel toepasbaar op
de gehele organisatie
- 14 managementprincipes belangrijkste: eenheid van gezag + bevel: 1 manager, 1
doelstelling, 1 plan
- Net als Taylor: leiding geven is aan te leren vaardigheid geen aangeboren eigenschap
- Kernelementen management volgens Fayol:
o Vooruitzien + plannen: toekomst proberen te voorspellen + actieplan maken
o Organiseren: opbouwen va organisatiestructuur, personeelsbestand en middelen
o Bevelen: personeel werkende houden
o Coördineren: bij elkaar brengen/harmoniseren van alle activiteiten + inspanningen
o Controleren: nagaan of alles binnen organisatie gebeurt volgens regels + bevelen
4. Algemene managementtheorieën van Weber
- Bureaucratie: managementtheorie die werkmethodiek loskoppelt van personen
- Efficiënte, effectieve, ideaaltypische (schoolvoorbeeldige) organisatievorm zonder
misverstanden of verschillende interpretaties door duidelijke werkmethodes en functies
H2.3: GEDRAGSKUNDIGE BENADERING
Humanrelationsbenadering: neemt de mens + menselijke relaties als uitgangspunt (aanvulling
scientific management)
Rationeel mensbeeld Sociaal mensbeeld
Geld is enige motivatie Bredere motivatie
Rationeel Irrationeel / emotioneel
Individualist Groepslid
Op zoek naar optimum, winst maximaliserend Niet op zoek naar optimum, maar naar
tevredenstelling
Informele organisatie: door sociale interacties in organisaties vormen groepen/relaties buiten
formele organisatiestructuur (vb. collega’s onder elkaar)
1. Elton Mayo
- Meer aandacht voor de mens: medewerker leeft op + presteert beter als hij regelmatig
aandacht krijgt
- Hawthorne-onderzoeken: menselijke verhoudingen + sociale behoeften + technische
aspecten van groot belang voor een onderneming
2. Abraham Maslow
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannekoch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.85. You're not tied to anything after your purchase.