100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting incl. aantekeningen en wetsartikelen van Verbintenissen en Ondernemingsrecht $3.80   Add to cart

Summary

Samenvatting incl. aantekeningen en wetsartikelen van Verbintenissen en Ondernemingsrecht

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Genomen aantekeningen incl. benoemde wetsartikelen zijn meegenomen in de samenvatting om zo alle informatie centraal te krijgen. Overzichtelijk weergegeven in rijtjes per onderwerp en verschillende kleuren markering van de wetsartikelen.

Preview 3 out of 17  pages

  • Yes
  • January 24, 2022
  • 17
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Verbintenissenrecht H1 t/m 12
HOOFDSTUK 1
Rechtsregels: regels zijn nodig om de maatschappij te ordenen
4 rechtsbronnen (waar recht te vinden is):
1. Wet: geschreven rechtsregel
2. Verdrag: afspraken tussen 2 of meer landen
 Self-executing: geldt rechtstreeks in landen die zijn aangesloten bij het verdrag
3. Jurisprudentie: rechtspraak (uitspraken van rechters)
 Arrest: uitspraak van gerechtshof of Hoge Raad
 Vonnis: uitspraak van rechtbank
4. Gewoonterecht: meeste gewoontes opgenomen in wet;
Codificeren: Vastleggen van regels in de wet
Onderscheid binnen het recht:
1. Privaat – publiek
- Publiekrecht: overheid maakt gebruik van een bijzondere bevoegdheid die burgers niet
hebben (verlenen van vergunningen); overheden onderling
- Privaatrecht: alles wat geen publiekrecht is (printer kopen  kan iedereen); burgers
onderling
2. Objectief – subjectief
- Objectief: al het recht in zijn algemeenheid (geschreven + ongeschreven)
- Subjectief: individueel recht dat geldt in een specifieke verhouding
3. Dwingend – aanvullend – regelend
- Aanvullend en regelend recht is 1 begrip: mag je vanaf wijken d.m.v. een overeenkomst
(vb. product thuis laten bezorgen ipv ophalen  toevoeging wet) zonder onderlinge
afspraken, wordt het automatisch aangevuld
- Dwingend: recht waarvan je niet mag afwijken; moet je naleven (vb.
arbeidsovereenkomsten waarbij zwakkere werknemer beschermd wordt)
4. Formeel – materieel
- Formeel recht: procedure regels (welke rechtbank, termijnen voor dagvaarding)  hoe
krijg ik waar ik recht op heb? (materieel recht afdwingen)
- Materieel recht: regelt inhoud (rechten en plichten)  waar heb ik recht op?
- Wet in materiële zin: Wet die voor iedereen geldt
- Wet in formele zin: wet op hoogste niveau in NL is aangenomen (aangenomen door
regering + staten generaal: Koning, ministers, Eerste en Tweede Kamer)
 wet kan WIM en WIF zijn
Wettenbundel:
BW verdeeld in boeken
 titels: hoofstukken in een boek
 afdelingen: paragraaf binnen een hoofdstuk
Verwijzing:
Art. boeknummer: artikelnummer en afkorting van het boek
Art. 3:1 BW
Verwijzing naar nummer in artikel: Art. 3:3 lid 2 BW
Verwijzing naar letter onder nummer in artikel: Art. 3:15a lid 2 sub e BW
Cijfers  leden; letters  sub

,HOOFDSTUK 2
Verbintenis:
1. juridische relatie tussen 2 of meer personen
2. bestaat uit minimaal 1 recht en 1 plicht
vb. verkoper heeft recht op betaling; koper plicht tot betaling  betalingsverbintenis
Eenzijdige overeenkomst: 1 recht, 1 plicht (schenkingsovereenkomst)
Wederkerige overeenkomst: voor beide partijen ontstaan over en weer verbintenissen uit de
overeenkomst (beide partijen schuldeiser en schuldenaar)  meerdere rechten/plichten
Bronnen van verbintenissen:
1. Wet
2. Overeenkomst
3. Rechterlijke uitspraken
Onregelmatige daad: bij iemand schade aanrichten zonder dat je een overeenkomst hebt
Relatief recht: recht kan je alleen uitoefenen tegenover 1 bepaalde persoon of bepaalde groep (recht
op loon alleen bij eigen werkgever uitoefenen)
Absoluut recht: recht dat je tegenover iedereen kunt uitoefenen (eigendom terugeisen =
revindiceren)
Rechtshandeling: handeling gericht op een bepaald rechtsgevolg (rechtsgevolg tot stand brengen)
vb. aanvaarding, aanbod, overeenkomst sluiten
1. Eenzijdige rechtshandelingen: komen tot stand door 1 persoon
2. Meerzijdige rechtshandelingen: komen tot stand door 2 of meer personen
Feitelijke handeling: handeling is niet gericht op een rechtsgevolg (lopen, slokje nemen)
 niet bedoelt om rechtsgevolgen te krijgen maar is wel mogelijk
Rechtsfeit: feit dat relevant is voor het recht vb. feit waarbij
bepaalde regels gaan gelden, overeenkomst sluiten, 18 worden
- Gewone rechtsfeiten (menselijk handelen)
- Blote rechtsfeiten: Rechtsfeit waarvoor je niets hoeft te
doen (geboorte, 18 worden)1
Rechtsgevolg: gevolg dat relevant is voor het recht vb. bepaalde
regels gaan gelden, ontstaan plichten / rechten
HOOFDSTUK 3
Overeenkomst: Art. 6:217 BW
1. 1 van de bronnen van verbintenissen
2. Door aanvaarding van het aanbod wordt de overeenkomst gesloten
(wilsovereenstemming)
3. Overeenkomsten zijn veelal vormvrij (stilzwijgend/mondeling/schriftelijk etc.)
4. Een mondeling gesloten overeenkomst kan schriftelijk worden vastgelegd (contract/akte)
Aanbod (eenzijdige rechtshandeling) + aanvaarding (eenz. rh) = OVK (overeenkomst)
Nietig en vernietigbaar (gaat over rechtshandeling) Art. 3:33 BW
- Als er sprake is van een ‘duidelijk’ misverstand, is de overeenkomst nietig (=ongeldig)
 Nietig: bestaat volgens de wet niet / ongeldig (bepaal je niet zelf)
- Als iemand onder invloed van een geestelijke stoornis een overeenkomst sluit, dan is de
overeenkomst vernietigbaar dwz. Geldig maar kan met terugwerkende kracht ongeldig
worden gemaakt
 Vernietigbaar: schriftelijk/door rechter vernietigen  wordt nietig (bepaal je zelf)

, Wil + verklaring = rechtshandeling
 Vergissing: Rh  nietig (verkeerde bedrag bij een aanbod)
 (tijdelijke ) geestelijke stoornis: RH  vernietigbaar door terugwerkende kracht
 Art. 3.35 BW (wilsvertrouwensleer)
Gerechtvaardigde vertrouwen: Het is alleen nietig of vernietigbaar als de wederpartij niet mocht
vertrouwen (auto verkopen voor 500 euro mag de wederpartij niet vertrouwen)  geldt niet wanneer
overeenkomst negatief uitpakt voor iemand met geestelijke stoornis
Verval van aanbod
- Als een aanbod vervalt, dan kan het aanbod niet (meer) worden aanvaard  er komt geen
overeenkomst tot stand
- Oorzaken verval van aanbod:
1. Verstrijken van tijdsduur
o Schriftelijk aanbod: redelijke termijn geldig Art. 6:221 BW
o Mondeling aanbod: moet meteen worden aanvaard, vervalt anders
2. Verwerping van het aanbod (afwijzen)  tegenvoorstel is ook een verwerping Art.
6:225 BW
3. Herroeping van aanbod (terugtrekken) Art 6:219 BW
Karakter aanbod:
1. Vrijblijvend: kan je herroepen na direct ontvangen van aanvaarding
2. Onherroepelijk: kan niet herroepen worden (termijnaanbod)
3. Herroepelijk: herroepelijk tot het moment dat aanvaarding is verstuurd
Uitnodiging tot doen van een aanbod is geen aanbod (incompleet) voorbeelden:
- Personeelsadvertentie
- Advertentie tot betrekking tot een individuele zaak (fiets verkopen zonder
fietsenhandelaar te zijn)
HOOFDSTUK 4
Handelingsbekwaamheid:
- Personen zijn handelingsbekwaam als zij zelfstandig overeenkomsten kunnen sluiten
- Personen heten juridisch: rechtssubjecten  dragers van rechten en plichten
(rechtspersonen/natuurlijke personen) Art. 2:1 BW + art. 2:3 BW
- Art. 3:32 BW: ieder persoon handelingsbekwaam tenzij de wet anders bepaalt vb.
minderjarigen (art. 1:233 BW) + meerderjarigen die onder curatele zijn gesteld  kunnen
niet goed voor eigen financiën zorgen door bijv. dementie (art. 1:378 BW)
- Handelingsonbekwame sluit wel overeenkomst  vernietigbaar + prestaties moeten
ongedaan worden gemaakt
- Rechten van minderjarige: testament (16 jaar), uitgaven voor studie/levensonderhoud
(17 jaar), handlichting en in maatschappelijk verkeer gebruikelijke rechtshandelingen
(ijsje kopen)
o Handlichting: toestemming van rechter om wat te doen (jonge ondernemer)
o Onder curatele stellen: iemand anders (curator) moet toestemming geven voor
de overeenkomst die een onder curatele gestelde wil aangaan (bescherming)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannekoch. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.80
  • (0)
  Add to cart