In dit document staan alle casussen duidelijk uitgewerkt (1 t/m 7) met fijne plaatjes, die het nog eens extra verduidelijken. Een groot deel komt uit Marieb en ook zijn er een paar colleges in verwerkt.
Casus 1: Stress .........................................................................................................................................2
Casus 2 Rood water .............................................................................................................................. 10
Casus 3 Waterkracht ........................................................................................................................... 24
Casus 4 Ver-klaring ............................................................................................................................. 35
Casus 5 Waternood ............................................................................................................................... 41
Casus 6 Waterzucht ............................................................................................................................. 49
Casus 7 Waterdood ............................................................................................................................... 57
1
,Casus 1: Stress
Wat is homeostase en hoe werkt het in het lichaam?
Homeostase = het vermogen v.h. lichaam om relatief stabiele interne omstandigheden te kunnen behouden ook
als de externe omstandigheden veranderen.
Dit duidt altijd op een dynamisch evenwicht waarin waardes schommelen maar altijd binnen relatief kleine
grenzen.
Vrijwel elk orgaansysteem speelt een rol bij homeostase, homeostase behouden is lastig en er zijn veel eisen:
• Er moet altijd een adequaat niveau van voedingsstoffen zijn in het bloed.
• Hartactiviteit en bloeddruk moet constant gemonitord worden zodat alle weefsels de juiste hoeveelheid
zuurstof en voedingsstoffen krijgen.
• Afvalstoffen mogen niet ophopen.
• De lichaamstemperatuur moet relatief constant blijven.
• Communicatie in het lichaam.
Communicatie vindt met name plaats door het zenuw- en endocriene stelsel, die respectievelijk elektrische
pulsen of hormonen in het bloed gebruiken.
Alle homeostatische controlemechanismen bestaan uit minstens drie componenten:
1) De receptor = een sensor die het milieu in de gaten houdt en reageert op stimuli (= veranderingen van
het milieu), door impulsen te sturen naar het 2e component via afferente pathway (= aanvoerende
route).
2) Het controlecentrum (integrator) = deze bepaalt het setpoint (= de waarde v.d. grenzen waarin de
variabele moet blijven). Het analyseert ook de input die het krijgt en bepaalt de passende respons
hierop. Output gaat dan v.h. controlecentrum naar de 3e component via efferente pathway (=
afvoerende route).
3) De effector = geeft de middelen voor de respons v.h. controlecentrum (output) op de stimulus. Het
resultaat v.d. respons geeft feedback op de invloed van de stimulus. Dit kan zowel negatieve als
positieve feedback zijn.
Negatieve feedback:
In deze systemen stopt of verlaagd de output het effect v.d. stimulus op de receptor, het zorgt ervoor dat de
variabele verandert in de tegenovergestelde richting.
De meeste homeostatische controlemechanismen zijn negatieve feedback mechanismen.
Positieve feedback:
In deze systemen versterkt de respons het effect v.d. originele stimulus op de receptor, deze systemen kunnen
snel uit de hand lopen.
Positieve feedbackmechanismen regelen juist minder vaak voorkomende gebeurtenissen die niet continu
aangepast hoeven te worden. Ze zorgen vaak voor een cascade aan reacties die zichzelf voortzetten. (bv:
bloedstolling)
2
,Anatomie en histologie van de hypothalamus, hypofyse en de bijnieren
Hypothalamus ligt onder de thalamus.
In de hypothalamus bevindt zich ook het osmoseregulatiecentrum, hier liggen namelijk de sensoren.
PVN (paraventricular nucleus) = neurosecretoire cellen.
De epifyse ligt occipitaal ten opzichte van het derde ventrikel.
Kleine klier die produceert melatonine, dat de biologische klok
reguleert.
De hypofyse ligt aan de schedelbasis in het Turks zadel (sella
turcica) en de afmeting is te vergelijken met een bruine boon.
Dit zadel is een uitholling v.h. wiggebeen (os sphenoidale) en
dient als herkenningspunt bij röntgenfoto’s.
De hypofyse is omgeven door een bindweefselkapsel. Tussen het
periost v.h. wiggebeen en het kapsel zit bindweefsel waarin zich
een complex netwerk bevindt van arteriën.
Functie v.d. hypofyse: de hypothalamus oefent zijn invloed op het
endocriene systeem door de hypofyse aan te sturen of door zelf
hormonen uit te scheiden.
De neurohypofyse = de achterkwab, deze is verbonden met de
hypothalamus d.m.v. de hypofysesteel (infundibulum).
Deze steel is omgeven door een vlies, het diaphragma sellae.
In de steel lopen axonen (uitlopers van neuronen in de
hypothalamus) die uitmonden in de hypofyseachterkwab.
In de hypofyseachterkwab laat het axon zijn
secretieproduct (neurotransmitter) los à via een netwerk
van capillairen in de hypofyseachterkwab, komen deze
neurotransmitters in het bloed terecht.
3
,De neurohypofyse bestaat uit twee delen:
• Neurohypofyse (achterkwab) à secretie van hormonen. Deze bestaat uit:
o De infundibulum; brug tussen de hypothalamus en hypofyse
o De pars posterior (achterkwab)
• Adenohypofyse (voorkwab) à produceert hormonen en laat ze vrij. Deze bestaat uit:
o De pars intermedia (tussenkwab)
o De pars tuberalis à wikkelt zich om het infundibulum
o De pars anterior/distalis (voorkwab, dit is het grootste deel v.d. adenohypofyse)
§ Bestaat uit verschillende soorten endocriene cellen (hormoonproducerende cellen) met een
netwerk van wijde en goed toegankelijke capillairen eromheen.
§ Tussen de hypothalamus en pars anterior ligt een portaal vaatsysteem (= veneuze verbinding
tussen twee capillaire stelsels). Via deze weg geeft de hypothalamus stoffen mee met het
bloed (de releasing factors en inhibiting factors) die in de cellen v.d. hypofyse de afgifte
van bepaalde hormonen stimuleren of remmen.
* Releasing- en inhibiting-factors à neurotransmitters, ze zijn door neuronen
geproduceerd. Ze stimuleren/remmen in cellen v.d. hypofyse de afgifte van bepaalde
hormonen. Doordat ze via de bloedbaan naar hypofyse worden vervoerd, worden ze
hormonen genoemd.
Bloedvoorziening hypofyse:
De bloedvoorziening van de hypofyse wordt gereguleerd door 4 arteriën:
• a. hypophysialis inferior sinistra Zorgen voor bloedvoorziening van een gedeelte v.d. steel en pars posterior
• a. hypophysialis inferior dextra
Vertakken zich al snel in een capillair netwerk, de venen hiervan komen dan
• a. hypophysialis superior sinistra bij elkaar en vormen direct daarna weer een capillair netwerk.
• a. hypophysialis superior dextra Poortaderstelsel = als twee van die capillair netwerken kort achter elkaar
liggen en gescheiden worden door een veneus gedeelte. Dit tweede netwerk is
er om de releasing hormonen in de pars distalis te krijgen, ze worden in het
primaire netwerk afgegeven.
4
,De bijnieren (suprarenalis)
De bijnieren liggen als een kapje over de nieren heen en over de bijnieren zit nog een beschermende vetachtige
laag, de capsule. In de bijnier zijn vier lagen te onderscheiden, van buiten naar binnen:
1. Zona glomerulosa:
- Scheidt aldosteron uit, dit komt omdat deze laag als enigste het enzym aldosteron synthase bevat.
2. Zona fasciculata:
- Scheidt glucocorticoïden (cortisol, corticosteron), DHEA’s (adrenale androgenen) en oestrogeen
uit.
- Dit gedeelte neemt ongeveer 80% v.h. volume v.d. schors in.
3. Zona reticularis:
- Produceert veel DHEA’s en oestrogeen en weinig glucocorticoïden.
- Dit gedeelte neemt ongeveer 5% v.h. volume v.d. schors in.
4. Medulla:
- Scheidt no- en adrenaline (catecholamines) uit door dopamine om te zetten.
De bijnieren bestaan uit twee delen:
De cortex (schors)
De schors scheidt corticosteroïden uit (= chemische stoffen die allemaal zijn opgebouwd uit cholesterol
en die allemaal dezelfde formule hebben, maar verschillen in structuur). 3 soorten:
• Mineraalcorticosteroïden: vooral aldosteron, ze reguleren de Na-kaliumhuishouding.
• Glucocorticosteroïden: vooral cortisol, ze hebben een ingrijpend effect op de eiwit-, vet- en
koolhydraatstofwisseling en op ontstekingsreacties in het lichaam.
• Adrenale androgenen: vooral androgenen geslachtshormonen.
De medulla (merg)
Het merg scheidt catecholamines uit, zoals adrenaline en noradrenaline, door sympathische stimulatie
en de lokale effecten van cortisol. Epinefrine en norepinefrine geven positieve feedback op de hypofyse.
Voornamelijk betrokken bij het sympathische deel v.h. zenuwstelsel.
Bloedvoorziening bijnieren:
Elke bijnier wordt voorzien van bloed door 3 arteriën:
• a. suprarenal superior
• a. suprarenal middel
• a. suprarenal inferior
Voor de arteriën de capsule ingaan, worden ze gesplitst en ontstaat er een groot netwerk van kleine arteriën. Dit
netwerk is onder te verdelen in drie groepen van bloedverdeling:
• capsule capillairen: voorzien de capsule van bloed.
• Fenestrated cortical sinusoidal capillaires: voorzien de cortex van bloed.
• Medullary arterioles: brengen bloed naar de medullary capillary sinusoids.
Het bloed wordt afgevoerd door de suprarenal veen, deze gaat rechtstreeks naar de vena cava inferior.
5
,Hoe werkt de HPA-as en de bijbehorende hormonen?
HPA is een Engelse afkorting voor hypothalamus pituitary adrenal axis, dit betekent hypothalamus-hypofyse-
bijnier-as.
Functies:
Þ Heeft een centrale rol in het reguleren van vele homeostatische systemen zoals het metabolische
systeem, cardiovasculair systeem, immuunsysteem, reproductiesysteem en centrale zenuwstelsel.
Þ Integreert fysieke en psychosociale invloeden zodat een organisme zich effectief kan aanpassen aan het
milieu.
Þ Speelt een belangrijke rol in de stressrespons.
De belangrijkste elementen van de HPA-as zijn:
• De paraventriculaire nucleus v.d. hypothalamus à bevatten neuro-endocriene neuronen, die
antidiuretisch hormoon (ADH, vasopressine) en corticotropine-releasing hormone (CRH)
uitscheiden.
o CRH stimuleert de afgifte van adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
o Toename plasma osmolariteit en afname centraal veneuze druk leidt tot stijging v.d. plasma
vasopressine concentratie.
6
, Hoe werkt een stressreactie in het lichaam?
Bij een stressprikkel ontstaat er een ‘fight or flight’ actie, deze begint bij de activatie v.d. paraventriculaire
nucleus en kan daarna op 2 verschillende manieren plaatsvinden:
Snelle stressreactie:
Bloedvaten contraheren en hartslag
Activatie fight or
stijgt à bloeddruk stijgt
flight reactie à
sympathische
zenuwstelsel Glucosewaarden stijgen
gemobiliseerd
Preganglionaire sympathische
zenuwuiteinden in de adrenale
medulla zorgen voor afgifte van
catecholamines (80% adrenaline en
20% noradrenaline). Adrenaline en noradrenaline binden
® Adrenaline à stimulator v.d. op G-eiwit-gekoppelde receptoren
metabolische activiteit, en werken vervolgens via de
bronchodilatatie en toename cAMP-pathway
v.d. bloedflow naar
skeletspieren en het hart
® Noradrenaline à invloed op
perifere vasoconstrictie en
bloeddruk
Langzame stressreactie:
Toename bloedwaardes van
glucose, vetzuren en aminozuren
Activatie fight or flight reactie à
cortisol ritme wordt beïnvloed
doordat hogere centra v.h. centrale Het eerste metabolische effect van cortisol
zenuwstelsel de inhibitoire is veroorzaken van gluconeogenese in
effecten v.d. toegenomen levercellen, de formatie van glucose uit
cortisolwaarde tenietdoen en vetten en eiwitten.
CRH-afgifte triggeren
Cortisol zet eiwitten om in
bouwblokken voor reparatie of het
maken van enzymen voor
Toename van ACTH metabolische processen.
Cortisol versterkt het
vasoconstrictie effect v.h.
Afgifte van cortisol vanuit sympathische zenuwstelsel en
adrenale cortex daarmee de stijging v.d. bloeddruk
à daardoor kunnen alle
voedingsstoffen snel naar de cellen.
Cortisol kan door celmembraan
heen diffunderen en bindt daar aan
een intracellulaire receptor om
vervolgens de gen transcriptie te
activeren.
Lipogenese in vetcellen à proces
in de lever waarbij suikers
(glucose) worden omgezet in
vetzuren.
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukvanwalsem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.36. You're not tied to anything after your purchase.