Goede en overzichtelijke IPO 1B college aantekeningen (tentamen hierdoor gehaald)
22 views 1 purchase
Course
IPO 1B
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Overzichtelijke en goede IPO 1B college aantekeningen voor een lage prijs. Door deze aantekeningen heb ik mijn tentamen IPO 1B gehaald, zeker een aanrader dus.
Ipo 1B college 1:
Orthopedagogiek en externaliserende gedragsproblematiek
Wat is orthopedagogiek?
• Ortho -> afgeleid van orthós (grieks voorvoegsel) = recht, juist, goed
• Pedagogiek-> afgeleid van paidagoogia (oud-grieks) = opvoeding
Kortom: bij een niet normatief verlopend opvoedingsproces of een dreiging daartoe, kan de
hulp van een orthopedagoog ingeschakeld worden
è Als de opvoeding niet normaal verloopt of dreiging daartoe komt kan de hulp van de
orthopedagoog ingeschakeld worden om de opvoeding weer recht te zetten
Wat is opvoeden?
• Van dale: grootbrengen, lichamelijk en geestelijk vormen
• Professor Kok (1987
- Wederzijdse beinvloeding van opvoeder en kind
- Dynamisch proces
è Kind ontwikkeld zich vanuit innerlijke en natuurlijke drang
è Opvoeder speelt in op de opvoedingsbehoefte (innerlijke drang)
De opvoedingsbehoeften is voor ieder kind anders
Orthopedagogiek:
• De wetenschap van de bijzondere of specifieke opvoeding en het in de ontwikkeling
belemmerde kind à kind kan zich niet volledig ontwikkelen en dan is er bijzonder of
speciale opvoeding nodig die is aangepast aan de behoeften van het kind.
è Gericht op opvoedingsproblemen (speciale opvoedingsopdracht bij problemen met
kinderen)
è Voorkomen en terugdringen van problemen: stagnerende ontwikkeling op gang
brengen en ‘herstel van het gewone leven’
Hoe onderscheid Orthopedagogiek zich?
• Pedagogiek?
- Opvoedkunde, leer van de opvoeding
- Orthopedagogiek: speciale opvoeding, aangepast aan het kind
• Ontwikkelingspsychologie?
- (problemen in) ontwikkeling (ook sociale ontwikkeling) bezien vanuithet kind
- Orthopedagogiek: problemen bezien vanuit perspectief van de
opvoedingsdynamiek
• Medische wetenschap (psychiatrie)?
- Problemen als ziektes en stoornissen (‘ziektebeelden’)
- Orthopedagogiek: problemen bezien vanuit perspectief van de
opvoedingsdynamiek
è Orthopedagogiek is divers, breed en heeft veel raakvlakken met andere disciplines
,Problematische opvoedingssituatie:
• De problematische opvoedingssituatie (Ter horst 1980)
- Situatie tussen opvoeders en kind, die perspectiefloos wordt ervaren en waarbij
hulp van buitenaf nodig is om weer perspectief te bieden –> er is sprake van een
ontwikkelingsbelemmering maar de situatie is perspectiefloos er is een
stagnerende ontwikkeling en er is hulp van buiten nodig om weer perspectief te
bieden
è Opvoeding als middel om tot positieve ontwikkelingsuitkomsten te komen
• Goodness of fit (Thomas&Chess, 1977)
- Afstemming tussen omgeving en individuele kind kenmerken -> de mate waarin
de omgeving en het kind op elkaar zijn afgestemd en als dat niet het geval is dan
kan het kind in zijn ontwikkeling belemmerd worden
è Optimalisering eisen en verwachtingen van omgeving aan temperament kind -> elk
kind heeft eigen ontwikkelingsdrang en dus moeten die eisen en verwachtingen
aangepast worden
• ‘werken op maat’
• Empirisch-analytische benadering (kennis vergaren)
- Systematische en methodische manier van kennisvermeerdering (De Groot,
1961)
- Evidence-based à dat hoe orthopedagogen werken niet zomaar wat proberen
maar dat het gestoelt is op theorieen en effectiviteit en bekwaamheid getoetst is
Orthopedagogiek is een wetenschappelijke discipline die de problematische
opvoedingssituatie bestudeert maar het is ook een handelingswetenschap, een praktische
wetenschap die gericht is op het vinden van oplossingen voor problematische
opvoedingssituaties.
Orthopedagogiek als discipline
• Orthopedagogiek is een handelingswetenschap die met haar kennis het handelen van
opvoeden en hulpverleners moet ondersteunen.
Praktijk vs wetenschap ?
Empirische wetenschap: Theorievorming van problemen/beschrijving van stagnerende
factoren
è Praktijk moet zelf de vertaalslag maken (top-down)
Praktische wetenschap: naast kennis ook kunde, er moeten vaardigheden ontwikkeld
worden
è Praktijk moet aanpak kunnen verantwoorden (bottom-up)
,Externaliserende gedragsproblematiek
Antisociaal of externaliserend gedrag
• Opstandig, dwars, uitdagend, driftig, prikkelbaar, agressief en/of delinquent
(crimineel) gedrag -> gaat vooral om gedrag van kind
• Onwenselijk, storend, schadelijk -> gaat om wat de omgeving daarvan vind
• Normaal onderdeel van ontwikkeling -> als het niet normaal meer hoort bij het
normale onderdeel kan er soms sprake zijn van een stoornis
• Soms sprake van stoornis (DSM-V) DSM-Vijf
- Oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD) -> oppositional disfying disorder
-> een patroon waarbij kinderen bozig of geirriteerde stemmingen vaak, ze zijn
ook wraakzuchtig, dit is zodanig dat de omgeving er stress van heeft bijvoorbeeld
het gezin of dat dit leidt tot verstoring van sociale of academische (op school)
vorming
- Norm overschrijdende gedragsstoornis (CD) -> conduct disorder
-> deze is nog ernstiger, hierbij doet het kind of de jongere regelmatig de basale
rechten van andere overtreedt of dat er echt sprake is van grootschalige
overtreding van maatschappelijke regels of wetten. Dan hebben we het over
agressie naar mensen of dieren, schade toebrengen aan anders eigendommen
Probleem is dat deze stoornissen vaak stabiel zijn, dat wil zeggen dat als iemand op jonge
leeftijd ODD blijft dat vaak lang bij hem en kan zich dan ook ontwikkelen in CD, en andere
stoornissen. Vaak is dit een stabiele eigenschap en daarom is het van belang om vroeg in te
grijpen.
Theoretische kaders
• Bronfenbrenner: Probleemsituatie kan alleen begrepen worden in de context van de
omgeving van het kind
1. Microsysteem: de onmiddellijke omgeving zoals de ouders, verzorgers, broertjes,
zusjes, opa en oma, vriendjes, ooms en tantes, school --> iedereen waar het kind
rechtstreeks mee te maken heeft
2. Mesosysteem: alle microsystemen samen (en hun verbindingen)à gaat over de
verbindingen tussen die verschillende microsystemen. Die relaties tussen die
personen zijn ook erg belangrijk bijv. zijn de ouders gescheiden, woont het kind bij
zijn broertjes en zusjes, hoe is de relatie tussen de school en de ouders
3. Exosysteem: indirecte invloeden (bijv. zorgstelsel)à extern van buiten. De niet
onmiddellijke omgeving bijvoorbeeld dat bijna iedereen in Nederland het best goed
heeft, dat ouders keuze vrijheid hebben in een school kiezen -> deze dingen zorgen
erook voor of het kind tot ontwikkeling komt
4. Macrosysteem: culturele invloeden (politiek, economie, normen en waarden) -> wat
wij van kinderen verwachten bijvoorbeeld verplichte dienstplicht
5. Chronosysteem: tijd, historische gebeurtenissen
, chronosystem: changes over time
marcosystem: social and cultural values
exosystem: indirect environment
mesosystem: connections
Microsysteem: immediate
environment
CHILD
volgens bronfenbrenner moeten we naar al deze factoren kijken om te kijken en begrijpen
wat eraan de hand is. Bronfenbrenner maakte onderscheid van zogenaamde risicofactoren
en beschermende factoren. Binnen ieder systeem zijn bepaalde risico’s bijvoorbeeld een
echtscheiding tussen de ouders, dat kan de ontwikkeling van het kind belemmeren maar er
zijn ook beschermende factoren bijvoorbeeld als de ouders desondanks dat ze uit elkaar zijn
goed contact hebben met elkaar dan is dat weer een beschermende factor. Theorieen die
gebaseerd op bronfenbrenner die stellen dat om de opvoedingsproblemen op te lossen een
belangrijk aspect daarvan is het verminderen van risicofactoren (neutraliseren van
risicofactoren) terwijl de beschermende factoren versterkt worden ook wel vergroot worden
van de draagkracht.
Theoretisch kader- Omgeving
è Sociale leertheorie (Bandura, 1977)
- Was een psycholoog, ging hem erom van hoe leren kinderen
- Operante conditionering (o.a Skinner)
- De kans op gedrag neemt toe na positieve bekrachtiging (beloning)
• Observationeel leren (wij hebben een natuurlijke neiging om te leren van anderen
zijn gedrag)
- Imitatie
- Observationele bekrachtiging -> zien of mensen worden gestraft of beloond
worden door gedrag en daardoor leren wat gepast is en wat niet gepast is
- Pop experiment -> wij volwassenen en verzorgers de speciale
verantwoordelijkheid hebben om het goede voorbeeld te geven
Theoretisch kader- kindfactoren
• Temperament als voorspeller van gedragsproblemen
- Negatieve emotionaliteit, irriteerbaarheid, lage zelfcontrole
• Persoonlijkheid- big five personality traits
- Extraversie à de mate waarin iemand gericht is op sociale contacten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnnexD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.