100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting plantkunde deel plantkunde $11.42   Add to cart

Summary

Samenvatting plantkunde deel plantkunde

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Examen behaald aan de hand van dit document. Het bevat veel informatie en veel afbeeldingen. De plantencyclussen staan er ook in weergegeven. Het bevat alle hoofdstukken.

Preview 4 out of 88  pages

  • January 24, 2022
  • 88
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Penélope Arias Gil
Prof: Luc Pieters en Kris Vissenberg
Plantkunde

Plantkundige biologie: Systematiek

H1: Wat is plantenbiologie

1. Diversiteit van plantenstudies
• Plantenanatomie: De studie die zich bezig houdt met de interne structuren
en opbouw van planten.
• Dendrochronologie: kijken hoe atmosferische toestanden waren in het
jaar van de ring (klimaat uit verleden terug samenstellen)
• Forensische toepassing: misdaden oplossen, bv onder specifieke plant,
pollen op trui terugvinden
• Paleobotanie: verwantschap tussen planten te bepalen a.d.h.v. anatomie
van bladeren, stengels en andere plantendelen.
• Plantenfysiologie: functie van planten (onderliggende mechanismen van
groei, ontwikkeling en andere processen)
o Bv. wortel groeide in verkeerde richting, er vond zich dan een
proces plaats dat aanpaste dat hij toch in de juiste richting groeide
(richting bodem = meer voeding) dit gebeurde doordat aan de
onderzijde van de stengel meer oxine vrij kwam en dus trager
groeide wat zorgt voor afbuiging van de wortel (graviose respons)
• Taxonomie: beschrijft, benoemt en classificeert organismen. (oudste
plantenstudie)
• Systematiek: breder dan taxonomie, planten onderverdelen in groepen (er
zijn nog vele duizenden planten, schimmels en andere organismen die
moeten ontdekt en beschreven worden, belangrijk voor farmacie omdat
planten vele medicinale eigenschappen kunnen hebben.)
• Plantengeografie: hoe en waarom planten over de wereld verspreid zijn
• Plantenecologie: hoe planten met elkaar en de omgeving interageren (bv.
effect van klimaatopwarming)
• Plantenmorfologie: vorm en levenscycli van planten
• Plantengenetica: erfelijkheid tussen planten (genetische engineering:
gewassen kweken met verhoogde opbrengt en/of kwaliteit)
• Celbiologie: celstructuren en functie (celdeling = heel specifiek)
• Economische plantkunde – ethnobotanie: praktisch gebruik van planten
en plantaardige producten

2. Samenstelling en inhoud van de cursus

3. Plantennamen en classificatie
• Overal ter wereld verschillende benamingen voor dezelfde plant → in
latijn gemeenschappelijke
→ beschrijvende zinnetjes om een plant te benoemen
o Alle organismen gegroepeerd in genera met het Latijnse woord als
indicator van het genus
→ Linnaeus: classificatie van alle planten en dieren volgens hun genera
o Veranderde Latijnse zinnetjes door verwantschappen (Maximum
12 woorden – afkorting tot 2 delen)


1

,Penélope Arias Gil
Prof: Luc Pieters en Kris Vissenberg
→ Binomial System of Nomenclature
o Alle soorten en organismen benoemd via dit systeem, met
aanduiding van beschrijver (Linnaeus: alle planten in 24 classen,
afhankelijk van het aantal meeldraden)

4. Koninkrijk-concept
• Plantea
• animalia
• Archae
• Bacteria
• Protista
• fungi


H2: Protisten

1. algemeen: heel divers
2. chlorophyta – groenwieren
• 7500 soorten: bv.
o eencelligen
▪ Micromonias: kleinste eukaryote eencellige
▪ Chlorella: ruimtevaart (eten voor garnalen)
▪ Volvox: kolonievormde cellen
o Meercellige
▪ draadvormige of plaatvormige kolonies, netvormige buizen
of holle bollen
▪ chlorofylpigmenten en andere pigmenten van groenwieren
gelijkaardig aan die van hogere planten (voorloper)

3. Chromophyta
• 7600 soorten (bezitten extra pigmenten)
a) Xanthophyceae = geel-groenwieren
▪ Meestal zoetwaterorgansimen
▪ Geen fucoxanthin
▪ Flagellen van bewegelijke cellen in tegengestelde zin
georiënteerd
b) Chrysophyceae = goud-bruinwieren
▪ Plankton in zoetwater
c) Bacillariophyceae = diatomeeën
▪ Vele levende soorten maar ook fossiele vormen
▪ Grote vormenrijkdom en verschillende afmetingen
d) Phaeophyceae = bruinwieren
▪ Bruine tot olijfgroene vertegenwoordigers
▪ Relatief groot, geen enkele eencellig of kolonievormend
▪ Meestal in koud oceaanwater
▪ Grootste levend organisme: Kelp – Macrocystis pyrifera
(tot 270m)
▪ Bladachtige structuren met tot 40 procent alginezuur (bij
uitdunning vormt het blubber → te vinden in kompressen,


2

,Penélope Arias Gil
Prof: Luc Pieters en Kris Vissenberg
veel calcium (bevat alginaten), bij afdrukken maken,
voedingssupplementen omdat de kelp veel ionen opnemen)
→ Fucoxanthine, bruin pigment

4. Rhodophyta - roodwieren
• Veel kleiner max 1m
• Bezit pigment Phycobilines (rood-blauw)
• Gelidium → Agar uit halen als stevige bodem
• carrageenan → verdikkingsmiddel (bv. in tandpasta, ijs,…)

5. Euglenophyta

6. Dinophyta
• Ontstaan door plotselinge vermenigvuldiging van eencellige organismen
(dinoflagellaten) en vormen een rode tij die neurotoxines uitscheiden die
inwerken op het zenuwstelsel. Bij ontstaan van deze toxines gaan alle
oesters, mosselen en andere schaaldieren verloren.
• Zeevonk – Noctiluca → geven bij stress fluorescentie af (licht)

7. Cryptophyta
8. Prymnesiophyta
9. Charopyta – kranswieren

10. Myxomycota – plasmodiale slijmzwammen
• Bevatten geen chlorofyl = geen eigen voedsel aanmaken → dood
materiaal opnemen in de cellen
• Deel van hun levenscycli als afzonderlijke cel dei zich voortbewegen als
amoebe. Cellen weten niet goed naar waar ze moeten, er wordt ergens
een signaalmoleculen die alle amoebe aantrekken en dan samen een
geheel vormen.

11. Oomycota – waterschimmels
• Celwand bestaat uit glucanen en cellulose, geen chitine zoals schimmels
• Vormt mycelium = draadachtige structuren
• Veroorzaken bekende ziektes bij planten zoals bv.
o Meeldauw bij druiven
o Wortelrot bij kerstboom

H3: Fungi

1. Algemeen:
• Filamenteuze (alles buiten gisten en chytriden) of eencellige heterotrofe
organismen die voedsel absorberen doorheen hun celwand.
• Ofwel saprotoof (levend op dood materiaal), parasitaire afbrekers of
mutuele relatie met planten.
• Filamenteuze schimmels produceren hyphen.

2. Chitridiomycota
• Parasiet → Amfibieënsterfte : vallen kikkers aan


3

, Penélope Arias Gil
Prof: Luc Pieters en Kris Vissenberg

3. Coenocytische fungi
• Bv. zwarte broodschimmel
• Verhoging concentratie vit B, gemakkelijke vertering, gebruikt in de pil,
verdovingsmiddelen, gele kleur van margarine,…

4. Ascomycota (zakjeszwammen)
• Truffel
• Meer dan 30.000 soorten
• Celwanden met chitine
• Aseksuele voortplanting via sporen of knopvorming (bv. bakkersgist)
• Valse morel, wanneer slecht gekookt: heel vluchtig toxine (vroeger
gebruikt als brandstof in raketten)
• Moederkoorn (groeit op sommige graansoorten): moederkoornalkaloïden
(ergotamine (geneesmiddel tegen migraine, geboorte inleiding –
abortus,…))
• Bij maak van brood, alcohol → gist toedienen, suikers gaan fermenteren,
bij geen zuurstof zorgt het voor alcohol en bruis, gist moet er erna nog
uitgehaald worden want stinkt enorm.
• Zit in LSD

5. Basidiomycota (steeltjeszwammen)
• Levenscycli kennen en kunnen schetsen




• Levenssyclus:
o Spore landt op een geschikte plek en vormt mycelium onder het
oppervlak met een-kerninge cellen


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller penelopeariasgil. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.42
  • (0)
  Add to cart