HC 1 - Introductie
Behaviorisme – James Watson
- Al het gedrag is aangeleerd gedrag, maar je kan gedrag ook afleren
Permissieve opvoedingsstijl – Benjamin Spock (The common sense book of baby and child
care)
- Meer toelaten, minder straffen
Meerdere factoren naast de ouders
- Buurt
- Vriendjes
- Basisschool/middelbare school
Ontwikkeling is complex samenspel van factoren
- Biologische systemen = genen, lichaam, hormonen etc.
- Sociale/Ecologische systemen = (gezin, school etc.) Culturele overdracht
- Chronosysteem = ontwikkelingen in de samenleving
- Fysische omgeving = veiligheid, voeding, kwaliteit
- Toeval! (moeilijk om de ontwikkeling te voorspellen)
Martinus J. Langeveld
- Femonologische benadering
- Zonder vooroordeel naar het individueel kijken
- Zelfverantwoordelijke bepaling
De Winter – hoop en optimisme
- Hoopgevende sociale pedagogiek
- Minder individueel en meer sociaal, meer gericht op groei en toekomst
- Belang van opvoedingsidealen (normatief)
HC2 – Bio-ecologische model: G x E
Nature vs nurture
Herrstein en Murray – ongelijkheid vs rechtvaardigheid vanwege genetische ongelijkheid
Gedragsgenetica – The nurture assumption (Sir Cybil Burt – geloofde niet dat nurture
belangrijker was dan nature)
- Erfelijkheid belangrijkst, opvoeding doet er niet toe
Tweeling onderzoek en adoptiekinderen
,Spoetnik effect
- Rusland brengt als eerste satelliet in een baan
- Amerika reageert en wil ook meer intelligente mensen -> pedagogische programmas
- Pedagogisch programma ‘Head Start’ tegen armoede
o Alleen gericht op verhogen IQ
o Niet professioneel
o Geen blijvend effect
o Arthur Jensen “intelligentie kan niet veranderd worden” -> g-factor
Bezwaren gedragsgenetica:
- Geen ‘inhoudelijke’ theorie over genotype die omgezet wordt in fenotype
o Genotype = genen
o Fenotype = gedrag, intelligentie, persoonlijkheid
- Afwijkende bevindingen
- Epigenese = het proces waardoor de genen tot uitdrukking komen in het fenotype
Gottlieb’s “developmental manifold”
- Probablistische-epigenetica = ontwikkeling van een organisme hangt af invloeden
biologie vs omgeving
- Developmental manifold = geen vooraf bepaald ontwikkelingspad
Genetisch-biologisch determinisme = wederkerig
HC3 – Bio-ecologische model: Bronfenbrenner
Genotype / fenotype = tweerichtingsverkeer
- Antisociaalgedrag: G x E
o Emotieregulatiesysteem
- Cognitieve scores x SES = invloed op elkaar
Genen zijn/vormen een potentieel dat zich door interactie met de omgeving tot
eigenschappen ontwikkelt.
Polygenetische vaardigheden zijn vaardigheden waar veel genen mee bezig zijn.
Individuele ontwikkeling
Proces = persoon x context x tijd
- Persoon = genetische basis individu, ervaring, groei
- Context = fysieke, sociale, culturele omgeving, ontwikkeling
- Tijd = micro-interactie persoon met object, herhaling actie, veranderingen
eeuw/omgeving tijd
Proximale processen (epigenese)
- Interactie van persoon met de onmiddelijke omgeving (materialen, personen,
symbolen)
o Kwantiteit (kracht/duur/samenhang)
o Kwaliteit (initiatief/responsiviteit (van individu))
o Inhoud (persoonskenmerken/kennis/gedragsstijlen)
Beschrijvend vs verklarend = toename vs invloed/verandering
, Kenmerken genotype
- Temperament (basale reactiviteit)
o Traag/snel? Heftig/matig?
- Leervermogen
o Snelle verwerkingscapaciteit etc
- Controle vaardigheden
Tijd
- Microtijd = tijd van interactie activiteit ‘minuten, uren’ bv boekje lezen
- Mesotijd = continüiteit/verandering ‘weken, maanden, jaren’
- Macrotijd = ‘decennia eeuwen’ bv technologie ontwikkeling
Dysfunctie vs competentie
- Dysfunctie = stoornissen
o Kwaliteit proximale processen is een buffer tegen dysfunctionele
ontwikkelingen
o Negatieve emoties/stress/risico cumulatie zijn dreiging
o Pedagogisch handelen = beschermen
- Competentie
o Inhoud proximale processen bevordert optimale competentie ontwikkeling
o Beschikbaarheid hulpbronnen helpt
o Pedagogisch handelne = stimuleren
HC4 Het biologische systeem: genen
Genen en omgeving beïnvloeden elkaar
Reciprocal = kind en omgeving beïnvloeden elkaar
Dynamic = voordurende veranderende wisselwerking
Inzichten
1. Ziektes etc in de ontwikkeling worden veroorzaakt door een wisselwerking tussen
gentische processen en de omgeving
2. Rol van ontwikkelingstijd en het bestaan van sensitieve en kritieke perioden in de
ontwikkeling
a. Kritieke perioden = ervaring onomkeerbare effecten op de hersenen
b. Sensitieve perioden = ervaring groter effect op bepaalde periode op de
hersenen dan op een ander moment
3. Vroege negatieve psychosociale gebeurtenissen kunnen belangrijke korte- en
langetermijn effecten hebben op de hersenontwikkeling en de werking en calibratie
van het hormonale stressysteem
4. Er bestaan grote individuele verschillen tussen kinderen in de mate waarin zij
gevoelig zijn voor de blootstelling aan zowel +/- omgevingen
Gen-omgeving correlaties
- Passief = de genen van de ouders passen bij de omgeving waar het kind zich in bevind
(bv vader speelt gitaar en kind leert dit ook gemakkelijk)
- Evocatief = de genen van het kind lokken bepaalde interacties uit (bv het kind is
muzikaal dus de ouders geven het kind een instrument)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Roosvanduuren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.