,Inhoudsopgave
Week 1.......................................................................................................................................................... 4
1. Groen/Schroevers: HR 14 november 1997, NJ 1998, 149................................................................................4
2. ABN AMRO Bank N.V./Malhi, HR 5 april 2002, NJ 2003, 124..........................................................................5
3. Taxi Dorenbos Drenthe, HR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:312..............................................................6
4. X/Amsterdam, HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746.........................................................................7
5. maaltijdbezorgers Deliveroo, Hof Amsterdam 16 februari 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:392.........................7
..............................................................................................................................................................................9
Week 2........................................................................................................................................................ 10
1. Stoof / Mammoet, HR 11 juli 2008, JAR 2008/204........................................................................................10
2. SGBO/MAK, HR 27 juni 2008, JAR 2008/188..................................................................................................11
3. Kummeling/Oskam BV, HR 30 september 2011, JAR 2011/277....................................................................12
4. Van Hertum / Connexxion, HR 10 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:923.............................................................13
5. FNV/ Pontmeyer, HR 22 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:976..............................................................................14
6. Fair Play centers I, HR 29 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1864...............................................................15
7. Fair play centers II, HR 17 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:72.......................................................................15
Week 3........................................................................................................................................................ 16
1. AVM/Osinga, HR 5 januari 2007, RvdW 2007................................................................................................16
2. Parallel Entry / KLM........................................................................................................................................17
3. Van der Pol/KLM, HR 13 juli 2012, JAR 2012/209..........................................................................................18
4. WABE en Muller: Neutraliteitsbeleid.............................................................................................................19
5. Max planck / Gesellschaft: Verval vakantiedagen.........................................................................................20
Week 5: bijzondere opzeggingen en beëindigingsovereenkomst...................................................................25
1. GTM: HR 15 februari 1980, NJ 1980/328 (GTM)............................................................................................25
2. Ameva/Van Venrooij, HR 9 februari 1999......................................................................................................26
3. Hema / P, HR 21 januari 2000, JAR 2000/45..................................................................................................27
4. New Hairstyle, HR 6 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1187..................................................................................28
5. Dräger, HR 30 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:484.........................................................................................29
6. Kolom, HR 14 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1617.................................................................................30
7. Ess, HR 30 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2222.......................................................................................31
8. Woondroomzorg B.V., HR 8 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:203.................................................................32
, 9. Xella, HR 8 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1734......................................................................................33
10. Victoria, HR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:283...................................................................................35
11. Sipor, HR 17 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:749.............................................................................................36
12. Nayak Aircraft Netherlands, HR 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1286.........................................................37
Week 6........................................................................................................................................................ 38
1. Mediant, HR 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2998..............................................................................38
2. Vlisco Netherlands B.V., HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:571...............................................................39
3. Meriant, HR 22 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3241...............................................................................41
4. Decor Handelsmaatschappij B.V., HR 16 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:182.............................................42
5. Bossers & Cnossen, HR 16 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:220...................................................................44
6. Werknemer / werkgever, HR 08 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:857.................................................................45
7. Stichting Zinzia Zorggroep, HR 08 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:878..............................................................46
8. Wilco, HR 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1209..............................................................................................47
9. Ecofys, HR 14 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:933..............................................................................................49
Week 7........................................................................................................................................................ 50
1. Mungra/Van Meir, HR 6 maart 1992, NJ 1991, 509......................................................................................50
2. Heesen Yacht Builders, HR 9 januari 2015, JAR 2015/36...............................................................................51
3. Strubbe / Stichting Leerorkest, HR 02 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2757............................................52
4. Constar Plastics B.V., HR 17 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:2905...........................................................53
, Week 1
1. Groen/Schroevers: HR 14 november 1997, NJ 1998, 149
Casus
De heer Groen is een zelfstandig gevestigd belastingadviseur, hij drijft zijn onderneming in de rechtsvorm van
een commanditaire vennootschap, de C.V. Groen Belastingadviseurs. Groen heeft sinds 1 maart 1991 uit
hoofde van een mondelinge overeenkomst onderwijswerkzaamheden voor en bij Schoevers verricht. Schoevers
heeft ingevolge die overeenkomst, behoudens twee maal, steeds betaald aan de vennootschap na door deze
gezonden facturen waarbij ook BTW in rekening werd gebracht.
Door Schoevers werd noch loonbelasting ingehouden, noch premies sociale verzekeringen of premies AOW.
Ook werd door Schoevers geen vakantiegeld uitbetaald. De bij Schoevers toepasselijke
Arbeidsvoorwaardenregeling, op grond waarvan haar werknemers onder andere aanspraak konden maken op
een eindejaarsuitkering, een bijdrage in de ziektekostenverzekering, pensioenregeling en aanvullende
betalingen in geval van ziekte, werd niet ten behoeve van Groen toegepast. Voormelde overeenkomst is in
deze vorm gesloten op voorstel van Groen.
Groen was van de voormelde arbeidsvoorwaarden volledig op de hoogte. Groen noch de vennootschap heeft
daartegen ooit bezwaar gemaakt. Bij brief van 26 augustus 1993 heeft Schoevers de overeenkomst beëindigd
per 1 november 1993. Naar aanleiding van de beëindiging van de overeenkomst heeft Groen tegen Schoevers
een aantal vorderingen ingesteld, die allen berusten op het standpunt dat de overeenkomst moet worden
aangemerkt als een arbeidsovereenkomst tussen hem en Schoevers.
Groen vordert te bepalen dat het door Schoevers aan hem verleende ontslag onrechtmatig c.q. kennelijk
onredelijk is. Verder vordert Groen Schoevers te veroordelen om aan hem een schadevergoeding van 55.000
gulden te betalen en daarnaast een immateriële schadevergoeding van 15.000 gulden, dan wel een billijke
materiële en immateriële schadevergoeding, als ook een bedrag aan openstaande declaraties van 21.642,35
gulden vermeerderd met de wettelijke verhoging en rente.
Rechtsregel
Voor het antwoord op de vraag of tussen partijen een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 van het
Burgerlijk Wetboek bestaat, moet dit beoordeeld worden aan de hand van de feiten en omstandigheden van
het geval, waaronder de vraag of partijen totstandkoming van een arbeidsovereenkomst hebben beoogd,
alsmede de wijze waarop partijen feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven. Daarnaast dient er
tussen partijen een gezagsverhouding te bestaan, dat ligt besloten in de zinsnede ‘in dienst van de andere
partij’ in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek. Tot slot dient er rekening te worden gehouden met de
maatschappelijke en economische positie van partijen. Ro 3.4.
Niet één kenmerk is beslissend, de rechtsgevolgen moeten in hun onderling verband worden bezien. Ook als
blijkt dat partijen hebben bedoeld geen arbeidsovereenkomst te hebben gesloten, doch blijkt dat de
overeenkomst die zij de facto zijn aangegaan, alle kenmerken van een arbeidsovereenkomst bezit, dan zal hun
overeenkomst, in weerwil van hun bedoeling (waaraan dan in ieder geval geen doorslaggevende betekenis
toekomt) als arbeidsovereenkomst moeten worden gekwalificeerd.
Essentie
In dit arrest komt de vraag aan de orde, wanneer er sprake dient te zijn van een arbeidsovereenkomst tussen
partijen. De Hoge Raad kijkt hierbij naar hetgeen partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond,
en naar de wijze waarop partijen feitelijk uitvoering aan de overeenkomst hebben gegeven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bedumvd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.40. You're not tied to anything after your purchase.