,Hoofdstuk 1 (HC1, 2 en 3)
Stroming Wat zegt het Voorbeeld Veel of Welk hfstk
weinig in / blz
boek?
Behaviorisme Studie van diergedrag in Pavlov (kwijlende Weinig → H1 blz 8
lab (gecontroleerd) dieren), gaat over
skinner dieren
(conditioneren →
belonen is meer
doen)
Ethologie Dieren in het wild Eerst ding wat kuikens Weinig → H1, blz 5
bestuderen zien is wat ze volgen gaat over
dieren
De why vragen
Cognitivisme Studie mentale Zinsbouw leren van Komt veel
processen die ten kind voor
grondslag liggen aan
gedrag
Evolutionaire Studie van de evolutie Cinderella effect Veel H1, blz
psychologie van mentale processen Sekse verschillen
die ten grondslag liggen Naturalistic fallacy
aan gedrag (vanuit (wat natuurlijk is is
cognitivisme) niet perse goed)
Kennis van evolutionaire Zakmes
bio met verwachting dat
deze kennis bijdraagt aan Domein-specifieke
kennis over werking van systemen
menselijke psyche.
Kijken naar adapties die
zijn gemaakt door
selectie drukken
Gedragsecologie Studie van de evolutie Hoe passen dieren Weinig H1, blz 11
(/ sociobiology) van gedrag (vanuit hun gedrag aan de
ethologie). De omgeving aan? Blz 28
functionele aspecten
ervan Altruisme
Optimaliteitsmodellen
Comparatieve De menselijke psyche is Vergelijking met Weinig
psychologie geëvolueerd, die we diersoorten
deels gemeenschappelijk
met andere diersoorten
hebben
,Why vragen van tinbergen
4 vragen die we ons zouden moeten afvragen als het gaat om verklaringen van gedrag.
1. wat is de functie (waarom leidt het tot hogere fitness)
2. wat is de causatie (oorzaak-gevolg) (wat is de oorzaak dat bepaald gedrag voorkomt)
3. ontwikkeling (is het aangeleerd)
4. evolutionaire historie (komt het voor bij vorige soorten / soorten waaruit ze zijn gekomen)
- Gedrag is gedreven door adaptaties → zijn beter om reproductief te kunnen overleven
- Psyche bestaat uit adapties → door natuurlijke selectie
- Adapties zijn functioneel gespecialiseerd
- Adaptie = iets wat ontstaan is door natuurlijke selectie of seksuele selectie wat de survival en
reproductieve kansen verhoogd. (fitness verhogen)
o Zorgt voor probleem oplossen en overleven → daarom vaak in zelfde soort aanwezig
▪ Hoeft niet perse genetisch te zijn, kan wel
• Leren bijv is niet genetisch (blz 19)
o 3 criteria: reliability, economy and efficiency
▪ Reliabilty = of ieder groepslid het heeft bij normale omgevingsfactoren
▪ Economie = adaptief probleem oplossen zonder grote kosten in future succes
▪ Efficiency = het moet goed werken
Hoe test je aannames?
- Reverse engineering
o Start met huidige psyche en gedrag → hoe konden problemen uit verleden hiermee
worden opgelost
- Adaptive thinking
o Start met problemen → welke adapties passen hierbij
Voorbeeld: General process learning theory vs functioneel gespecialeersde mechansimen
➔ Hypothese associatie tussen iedere CS en US kan met gemakt worden geleerd
o Maar vanuit evolutionair verleden: gespecialiseerde zintuigen, motoriek, cogntiie
(preparedness)
▪ Ratten likten zoet water + lichtflitsen en harde geluiden + X-ray → ziek
worden geassocieerd met zoetwater ipv licht = garcia effect
▪ Zoet water + lichtflitsen + elektrisch schok → aversie tegen licht ipv zoet
water
• Dit komt door preparedness → meer associatie tussen smaak en
ziekte en licht/geluid en schok
• Juist geen preparedness voor licht en ziekte en smaak en schok
➔ Preparedness → kinderen kunnen beter leren of iets gevaarlijk is of niet tov wat het dieet
van iets is. Shuar kunnen dit nog beter dan kinderen uit US.
- Just so stories
o Makkelijk om iets te bedenken hoe iets aan iets komt maar is het niet getoetst.
o Denken dat er een adaptatie is die er niet is.
- Panglossianism
o Alles komt door een adaptie
o Alles heeft een positief doel -> alles heeft een doel
Behaviour vs cognitieve adaptaties (blz 22)
Cognitief als → moet beslissing bij te pas komen, is direct voor een doel, mentale representatie
Domein specifieke modules
➔ Flexibel kunnen reageren op deze dingen
Probleem met fitness bij mensen
➔ Mensen die streven niet naar maximale fitness
o Evidentie: staan niet in de rij bij de spermabank, voorbehoedsmiddelen, voorkeur
voor vet en zoet voedsel
➔ De mogelijkheid om cultuur te produceren = biologische adaptie → zorgt voor reproductief
succes
➔ Cultuur is een 2e systeem van overerving en evolutie die parallel loopt met biologische
evolutie
➔ De 2 systemen (cultuur en biologisch) interacteren met elkaar
o Maar cultuur kan evalueren zowel alleen als interactief (hoeft niet perse biologisch,
wat wel het geval is bij HBE = human behavioral ecology = Gedrag wordt aangepast
op beste overlevingsmogelijkheid en wordt zo optimaal)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambersmns. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.