Psychologische thema’s
Hoofdstuk 1: Psychologie en gedrag
Psychologie
= De wetenschap die het gedrag bestudeert om zo het gedrag te kunnen
verklaren, voorspellen en beïnvloeden
Intuïtieve mensenkennis wordt wetenschap
Doel wetenschappelijke psychologie: formuleren van algemene
uitspraken/wetmatigheden betreffende gedragingen en psychische processen.
Gedrag
1) Betekenisvolle reacties op een situatie
Cliënt is bang van de kraan nadat hij zich verbrand heeft aan het
hete water
2) Doelgericht, en doelgerichtheid is complex
Gericht op het halen van een bepaald doel, dit doel is in het 1 e
opzicht niet altijd even duidelijk
i. Motivationele richting ≠ observeerbaar gedrag
ii. ≠ gedragingen 1 doel
iii. 1 gedraging ≠ doelen
iv. Eenzelfde gedrag op ≠ ogenblikken ≠ doelen
v. Niet alle doelen zijn bewust
vi. Nagestreefd doel om een hoger doel te bereiken
3) Steeds te situeren tegenover een persoon in zijn omgeving
Gedrag wordt gedetermineerd door factoren in de persoon en
factoren in de situatie
[kennis, gevoel en lichaam] ↔ omgeving/situatie
Betekenisvolle reactie van de totale persoon op een zinvolle prikkel
uit de omgeving
De psychologie is op zoek naar algemeenheden en wetmatigheden in het gedrag
van de mens. Toch blijft elke mens uniek. Er zijn in het menselijk gedrag
algemene wetmatigheden terug te vinden, maar de inhoud waarmee iemand
deze algemeenheid invult is anders.
Vb:
,Functieanalyse of ABC-schema
= Schema om gedrag te analyseren via antecedenten, het concrete gedrag en de
consequenties
Antecedenten Behavior (gedrag) Consequentie
Welke prikkels zijn er? Concreet waarneembaar Wat volgt op het gedrag?
Wie is aanwezig? en meetbaar gedrag vaak meer dan één
Duidelijke omlijning van GEEN interpretaties! consequentie!
de situatie
- Functie van het gedrag bestuderen Waarom stelt X dit gedrag?
o Doel: gerichte interventie kunnen bieden
- Op welke wijze is het gedrag een “zinvolle reactie” en op welke
“betekenisvolle situatie” is het gericht?
- Hypothese opstellen over de factoren die het probleemgedrag van dit
individu in stand houden
of de consequenties prettig of onprettig worden bevonden wordt bepaald
! door de cliënt, niet door de opvoeder.
Situatie kan bekeken worden vanuit ≠ invalshoeken
Hoofdstuk 2: Leertheorie
Inleiding
Tubula rasa: mensen komen “blanco” op de wereld; alle gedrag is aangeleerd
(nurture begrensd door nature)
Psychische stoornissen zijn aangeleerde
gewoonten, dus geen symptomen van een onderliggende psychische ziekte
Leerprocessen staan centraal om gedrag te verklaren
S O S O R; prikkel (S) wordt verwerkt door het organisme (O) tot
betekenisvolle situatie (S) die wordt verwerkt door het organisme tot een
bepaalde gedragsreactie (R)
Studieobject van de leerpsychologie/leertheorie
Leren ≠ rechtstreeks waarneembaar, men kan het afleiden uit het gedrag en de
veranderingen die daarin optreden
Gedragsveranderingen kunnen toevallig of systematisch zijn:
Toevallig: reactie wordt veroorzaakt door een tijdelijke toestand in het organisme
vb: honger, ziekte…
, Systematisch: Wanneer het individu in de toekomst een bepaalde tijd steeds, of
meestal op eenzelfde nieuwe wijze zal reageren (als gevolg van maturatie of
ervaringen)
Leren = systematische gedragsverandering die steunt op een ervaring
Verklaringen van systematische gedragsveranderingen kan men opsplitsen:
Associatief: leren door associaties, stimulus-respons leren of conditionering
Cognitief: Verwerven van kennis, vaardigheden en attitudes waarbij aandacht,
selectie, anticipatie, betekenistoekenning en reflectie een rol spelen.
Soorten leren: Habituatie, conditionering, cognitief leren en sociaal leren
Habituatie of gewenningsleren
Onze prikkels worden geselecteerd op relevantie, na verloop van tijd kunnen
relevante prikkels irrelevant worden (vb: knarstanden van Geert) Habituatie
kan niet los gezien worden van de leefwereld van het individu
Associatief leren of conditionering
= leggen of versterken van rechtstreekse associaties tussen fysische stimuli en
fysiologische reacties systematische gedragsveranderingen op basis van
de ervaring dat bepaalde gebeurtenissen samen voorkomen
Klassieke conditionering van Pavlov
= leervorm waarbij voortgebouwd wordt op een al bestaande, aangeboren reflex
vb: hard geluid veroorzaakt schrikreactie (OS), fel licht is een
neutrale stimulus, hard geluid + fel licht kan ervoor zorgen dat enkel fel
licht een schrikreactie kan oproepen
Vb: kwijlende honden van Pavlov bij bel
Wanneer de VS herhaaldelijk voor komt met de OS, kan deze een VR veroorzaken
temporele contiguïteit, wanneer OS en VS niet meer samen voorkomen, dooft
de conditionering uit
Voor conditionering:
bel oriënteerreflex naar geluidsbron
OS (voedsel) OR (speekselsecretie)
Tijdens conditionering:
bel + OS (voedsel) OR
Na de conditionering:
VS (belgeluid) VR (speekselsecretie)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller heleenvandervelden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.