100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting hoorcolleges PSKA $5.41   Add to cart

Summary

Samenvatting hoorcolleges PSKA

 10 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Een samenvatting van de hoorcolleges op een puntsgewijze, duidelijke en overzichtelijke manier.

Last document update: 2 year ago

Preview 3 out of 24  pages

  • January 25, 2022
  • January 25, 2022
  • 24
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting PSKA HC 2021-
2022
Roos van Duuren
HC 1 Theorieën opvoeding en socialisatie
Socialisatie
- Iedereen heeft andere behoeften, maar de basis is hetzelfde
- “is een proces waarbij kinderen kennis, vaardigheden en gedragingen
verkrijgen/aanleren, en overtuigen, waarden en normen eigen maken die eigen zijn aan
een bepaalde cultuur/samenleving, waardoor ze in staat zijn te participeren in de
samenleving.
o Unidirectioneel = eenzijdig socialisatieproces (ouders beïnvloeden kind)
o Bidirectioneel = proces gaat beide kanten op (ouders en kind beïnvloeden elkaar)
o Transdirectioneel = meerdere processen opgeteld samen (kind is een product van
meerdere processen uit de omgeving samen)

Psychodynamische benadering van socialisatie (Freud)
- Regulatie v/d impulsen
1. Impulsief gedrag wordt opgewekt door impulsen (sterke intrinsieke energie).
2. In de omgeving (van de ouders) is er externe controle en hierdoor ontstaat conflict.
3. Het kind internaliseert vervolgens de externe controle en identificeert zichzelf met de
ouders, waardoor zelfcontrole ontstaat.
4. Het kind heeft nu een ‘superego’ (geweten) ontwikkeld.
- Drie soorten volgens Freud
o Id = het primitieve, aangeboren deel van de persoonlijkheid aanwezig bij de
geboorte. Hiervoor geldt primitieve driften > genot.
o Ego = de realiteit, reguleert de impulsen van Id.
o Superego = het geweten, morele deel wat onderscheidt tussen goed en kwaad.
- De taak van de ouders is om de kinderen te helpen met het reguleren van hun impulsen.

Zelfregulatie
- 1970: Block & Block
o Ego-controle = de inhibitie/expressie van impulsen
o Ego-resiliency = mate van impulscontrole (flexibel)
- 1990: Rothbart
o Effortful control = Je aandacht goed kunnen verdelen en in staat zijn om te focussen.
Je hebt inhibitie. Je bent waarnemend sensitief; je kan aanvoelen wat de omgeving
nodig heeft en je hierop aanpassen. Hierdoor kan je alleen wel minder genieten van
het leven, omdat je de hele tijd bezig bent met anderen.

Socialisatie geschiedenis
Martinus Langeveld
- We moeten het kind zoveel mogelijk met rust laten, anders worden ze verwend. (Dit is
niet wetenschappelijk ondersteund.) Het doel van de opvoeding is de ‘mondige’
persoonlijkheid, oftewel moreel en betrouwbaar deelnemen aan de samenleving en
zelfvorming.
- Antropologische grondfeit = De volwassenen hebben alle verantwoordelijkheid, want
baby’s zijn fundamenteel hulpeloos. Hierdoor ligt de opvoedingsverhouding al klaar.

,- De opvoeder is het model van een ‘zelfverantwoordelijke persoonlijkheid’ totdat het
kind zelf tot zelfverantwoordelijke bepaling kan komen. Doel van de opvoeding is ook de
persoonlijke vrijheid en de opvoeding tot personen die achter hun morele oordelen
kunnen staan.
Spock
- Kinderen met genegenheid behandelen en hen als individuen zien. Juist meer sensitief
en flexibel zijn naar kinderen weer.
Behavioristisch perspectief
- Klassieke conditionering (Watson); kind kan je vormen zoals je wil (nurture)
o Versterken van associaties: stimulus > respons
o Little Albert: leren door associaties (Elke keer dat Albert met de rat ging spelen
kwam er een hard geluid, hierdoor werd Albert uiteindelijk bang voor de rat. Hij
associeerde de rat met hard geluid en dus een nare ervaring.)
o Pavlov-effect
o Volgens Watson moesten ouders ook niet zo veel knuffelen met hun kinderen, want
dan zouden slechte gewoontes ontstaan (bv vasthouden aan ouders).
- Operante conditionering (Skinner)
o Aanleren van ongewenst gedrag
o Stimulus-respons relaties
o Bekrachtiging positief gedrag vs bestraffen negatief gedrag
o “Ouders vormen hun kind”
o Bekrachtiging
 Positieve bekrachtiging = het toedienen van iets positief, bv je krijgt een koekje
na een goed antwoord.
 Negatieve bekrachtiging = het wegnemen van iets negatiefs, bv je belooft iets
niet meer te doen, nadat je straf hebt gekregen, dan wordt je straf
ingekort/weggehaald.

Coercion cycle (Patterson)
- Negatieve bekrachtiging
o Ouder dringt binnen op ‘aversieve’ manier bij activiteit kind.
o Kind gaat in de tegenaanval.
o Moeder stopt met ruzie maken.
 Korte termijneffect: er is een snelle oplossing (rust)
 Lange termijneffect: het kind weet wat te doen om een conflict te winnen en
gaat vaker in de tegenaanval/minder grip op kind
o Kind staakt tegenaanval, maar weet nu dat dit werkt.

Sociaal cognitieve leertheorie (Bandura); maakt onderscheid tussen mens en dier
- Leren door observeren/imiteren
- Performance vs learning
o Motivatie is nodig voor performance, omdat het anders alleen onthouden wordt,
maar niet gereproduceerd.
o Hoge mate van self-efficacy is nodig, een hoge mate staat voor competent in
problemen oplossen en proberen. Een lage mate betekent pessimistisch zijn over
probleemoplossend vermogen.
- Taak van de ouders: een goed model te zijn voor de kinderen.

, Socialisatie is het resultaat van evolutie;
Ethologische theorie (Lorenz)
- Kritische/sensitieve periode waarin gehecht moet worden. In de genen zit een
hechtingsmechanisme voor een specifieke periode in ieders leven.
- Taak van de ouders: in kritische/sensitieve perioden een kind iets aan leren
Experimenten van Harlow
- Koestering is belangrijker dan voeding

Opvoedstijlen
- Autoritair, autoritatief (democratische stijl), permissief, verwaarlozend. Ligt aan de
verhouding responsiviteit en controle.
- Democratische stijl heeft de beste resultaten.

Soorten opvoeden
1. Opvoedingsstijl -> gedrag kind (emotionele-/gedragsaanpassing)
a. Autoritaire opvoeding -> levert boosheid frustratie bij kind
2. Gedrag kind -> opvoeding
a. Evocatieve processen (kindkenmerken beïnvloeden de omgeving)
b. Unidirecitoneel
c. Angstige kinderen -> lokken ouderlijke controle uit. De ouders gaan
anticiperen op angst bij het kind.
d. Ouderlijke controle -> lokt weer angst bij kind uit. Er bestaat een toenemende
perceptie van dreiging, een afname van zelfcontrole en er bestaan geen
gelegenheden voor verkennen van de omgeving en ontwikkelen kind.
3. Gedrag kind x opvoeding -> sociale ontwikkeling
a. Moderator effect = relatie tussen 2 variabelen is afhankelijk van een derde
variabele.
Interacties kind en omgeving
- Diathesis Stress Model (Kwetsbaarheidsmodel)
o Een individu draagt een kwetsbaarheid mee, maar er spelen ook omgevingsfactoren
een rol -> ‘dual-risk’.
- Differential Susceptibility Model
o Kinderen zijn niet alleen sensitief voor negatieve ervaringen, maar ook voor
positieve ervaringen.
4. Gedrag kind via opvoeding -> ontwikkeling
a. Mediatie effect = variabele die relatie tussen 2 andere variabelen verklaard.

Overige begrippen
Additief effect = variabelen hebben afzonderlijk van elkaar invloed op een ander variabele en
lopen als het ware parallel aan elkaar
Scientific Democracy = manier van opvoeden met het begrip democratie. De ouders zijn
afstandelijk en maken zich emotioneel los van het kind om autoriteit v/d ouders vast te
stellen.

HC 2 Gehechtheid
Gehechtheid meten
- The Strange Situation Procedure, SSP, (Ainsworth)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Roosvanduuren. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60904 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.41  2x  sold
  • (0)
  Add to cart