Criminaliteit, Cognitie En Persoonlijkheid (500186B6)
Institution
Tilburg University (UVT)
Gedetailleerde samenvatting van het lesmateriaal gebaseerd op hoorcolleges, het boek en bijhorende artikelen, deze uitgebreide samenvatting dekt de lading voor het tentamen goed, ik vond het erg leuk om dit document te maken en heb zelf een 8.5 gehaald! Graag een review achterlaten als je hem down...
Criminaliteit, Cognitie En Persoonlijkheid (500186B6)
All documents for this subject (4)
1
review
By: analtun • 7 months ago
By: annadewolff • 7 months ago
Hi, heb je feedback? :)
Seller
Follow
annadewolff
Reviews received
Content preview
Criminaliteit, cognitie en persoonlijkheid: samenvatting hoorcolleges 2021
Hoorcollege 1: introductie geweld en persoonlijkheid
DEFINITIE GEWELD
Geweldsdelict = Verwonding slachtoffer wat leidt tot angtsverspreiding onder gemeenschappen.
Heterogeniteit onder geweldsdelicten bestaat er heterogeniteit tussen
- Van alle daders die gewelddadige misdrijven pleegt, focust deze cursus op de groep van
mensen met psychische stoornissen, dit wordt een geestelijk gestoorde dader genoemd.
Geweld is dus bedoeld om schade toe te brengen aan een levend wezen dat gemotiveerd is om
schade te voorkomen: geweld is opzettelijk (dus geen auto-ongeluk), non-consensueel (geen BDSM)
en onvoordelig (operatie)
- Geweld verwijst naar zowel agressie als naar fysiek geweld
- Agressie = Sub-term binnen geweld, alleen is agressie niet per definitie fysiek schadelijk maar
kan ook psychologisch schadelijk zijn. Bijvoorbeeld persoonlijke bedreiging en negeren.
Tussen criminelen bestaat heterogeniteit. Dit betekent dat er een breed spectrum bestaat in
verschillenden criminelen:
- Naïef tot professioneel,
- Weinig geweld en geweld met voorbedachten rade.
- Triviaal tot ernstig gewelddadig.
Interpersoonlijk geweld is een groot maatschappelijk probleem: de gemeenschap leidt er namelijk
ook onder. → In dit vak gaan we alleen vanuit het individuele niveau verklaren.
Persoonlijkheidsstoornissen en geweld (PSn)
Mensen verschillen in de mate van aanleg tot geweld die ze hebben. Hierbij gaat het over het
samenspel van persoonlijkheid en omgeving die mensen ertoe zet om tot gewelddadig gedrag te
vertonen.
- Individuele verschillen in persoonlijkheid: denk aan de big-5
- Verschil persoonlijkheidsprocessen: Bijvoorbeeld emotionele regulatie, of cognitieve
processen zoals morele ontkoppeling: excuses om slecht gedrag goed te praten of de hostile
attribution bias: het idee dat iedereen slechte intenties heeft en vijandig is.
- Aan- of afwezigheid van een persoonlijkheidsstoornis (hiervoor moeten we een dimensionele
benadering gebruiken in plaats van een categorische cut-off
Multi-axiaal systeem:
- As I: Klinische stoornissen.
- As II: 10 Persoonlijkheidsstoornissen.
Een persoonlijkheidsstoornis is een blijvend patroon van innerlijke ervaringen zorgt voor distress of
verhindering: het is hoe je bent. Daarom wordt het ook als egosyntoon ervaren: zo ben ik altijd
geweest, zo ben ik gewoon. Kenmerken:
- Ernstige, aanhoudende en starre patronen
- Van gedrag en innerlijke beleving
- Die starten in de adolescentie of vroege volwassenheid
- Die ernstig afwijken van culturele verwachtingen
- Blijvende stress en beperkingen
- Problemen in relaties en het professioneel leven
- En door de patiënt als egosyntoon ervaren worden
,Een klinische stoornis lijkt soms op een persoonlijkheidsstoornis, maar een cruciaal verschil is dat je
het hebt in plaats van dat je het bent: je komt er daarom op gegeven moment weer van af. Mensen
ervaren de stoornis dan ook als egodystoon: het gevoel dat de klachten/ervaringen niet in lijn is met
hun persoonlijkheid: normaal ben ik niet zo.
DSM 4 VS DSM 5
DSM-4 = sectie II
- Categoriaal perspectief: comorbiditeit (dingen komen tegelijk of samen voor) kwalitatief
verschil tussen normaal en abnormaal. Prototypisch.
- Multi-axiaal systeem maakt onderscheid tussen klinische en persoonlijkheidsstoornis.
- Geen onderscheid tussen anti-sociale PS en psychopathie
DSM-5 = sectie III
- De DSM5 is overgestapt naar zowel een dimensioneel perspectief als zowel het categoriale
perspectief.
- Dimensioneel perspectief: constellatie extreme positie op algemene trekken, associatie
tussen big-5 (of VFM). Kwanititatief verschil tussen normaal en abnormaal. PS als extreme
variant van algemene persoonlijkheidstrekken
- Verwerpt het multi-axiaal systeem: belang van onderscheid van soort stoornis is minder
belangrijk (klinisch vs persoonlijkheids)
- Maakt onderscheidt tussen anti-sociale PS en psychopathie.
Verschillende clusters:
- cluster A: exentriek: gestoorde interpersoonlijke beleving (paranoide, schizoide, schizotypisch
- Cluster B: theatraal-emotioneel: ik centraal beleefd: Antisociale, borderline en narcistische PS
- Cluster C: bezorgd/angstig nadruk op negatieve emotionaliteit: ontwijkende, afhankelijke en
obsessieve-compulsieve PS
Criteria PS volgens de DSM 5
1. Matige of ernstige beperkingen in persoonlijk functioneren: zowel voor het persoon zelf als
voor de mensen om zich zelf en interpersoonlijk. --> gemeten door level of personality
functioning scale
2. Een of meerdere pathologische trekken --> gemeten door personality inventory for DSM 5:
negatieve of omgekeerde big 5 (25 maladaptieve persoonlijkheidsstrekken) (negatief affect,
afstandelijkheid, antagonisme, disinhibitie, psychoticisme)
3. Inflexibel en pervasief, komen in brede uiting
4. Stabiel over tijd
5. Symptomen worden niet verklaard door andere mentale stoornis
6. Geen verklaring door fysiologische aandoeningen
Combinatie van trekken resulteert in 6 persoonlijkheidsstoornissen (ipv 10 volgens de DSM-4)
➢ Antisociale, vermijdende, borderline, narcistische, obsessief-compulsieve en schizotypische
PS
,Zoals eerder genoemd, gaat de DSM-5 dieper in op psychopathie specificatie, erkent dat de anti-
sociale PSn niet hetzelfde is als psychopathie maar eerder specifiek onderdeel binnen deze stoornis
(dus ergere mate van een antisociale stoornis)
GEWELD, PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS EN STRAF
Een persoonlijkheidsstoornis betekent niet dat iedereen gewelddadig is: de meeste mensen met een
stoornis zijn niet gewelddadig.
In cluster B (het theatraal-emotionele cluster waar de ik centraal staat) is er echter wel een stijging in
crimineel risico. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis dat in cluster B valt:
- Hebben 10x meer kans op strafrechtelijke veroordeling.
- Hebben 8x meer kans op een gevangenisstraf.
De antisociale PS is het sterkst gerelateerd aan geweld.
- Dit komt vooral omdat agressief gedrag een criterium is van deze diagnose. Deze redenatie is
echter problematisch, dit is namelijk circulair redeneren.
Delict door mensen met een PS vs andere geestesziekten:
- Hebben meer kans op recidive (terugval) na ontslag uit het ziekenhuis
- Hebben 7x meer kans op het plegen van ernstig recidive (terugval)
- Grotere kans om opnieuw te worden veroordeeld voor ernstige overtreding. (maar: de
meerderheid is helemaal niet opnieuw veroordeeld)
Dimensies die de kans op geweld kunnen voorspellen:
1. Impulscontrole
2. Emotieregulatie
3. Narcisme (heel gevoelig voor kritiek door wankel zelfbeeld)
4. Paranoïde cognitieve persoonlijkheidsstijl
Persoonlijkheid is niet noodzakelijk en niet voldoende om geweld mee te verklaren.
Persoonlijkheid is niet alles: door de context kan iemand geweldig worden
- Hierbij speelt de mate van keuze in gebruik van geweld een belangrijke rol: ervaart de dader
moreel conflict, verlies van controle, of stress?
- Gratuit geweld: geweld plegen omwille van het geweld zelf.
Criminaliteit verminderen
Er zijn er verschillende doelstellingen bij het opleggen van een straf:
- Straffen werkt als signaal voor de samenleving: wat is wel/niet aanvaardbaar, wat is goed of
slecht?
- Criminaliteit voorkomen en verminderen. Helaas zijn de recidivepercentages na vrijlaten best
hoog: 55-60% van de daders valt terug in oude patronen.
Hoe kunnen we dan criminaliteit verminderen, als straf dit doel niet altijd kan bereiken?
- Therapie: vermindert recidive, zo'n 30-40% kleinere kans dat volwassenen weer terugvallen
en 60% minder kans dat jonge overtreders terugvallen. Dit is omdat jongeren kneedbaarder
zijn dan oudere overtreders.
Mensen met een geestesziektes, geestelijke beperkingen of met dementie worden niet snel gestraft,
omdat het ze geen rationele beslissingen kunnen maken, verlies van controle over gedrag ervaren en
geen bewustzijn van schade hebben.
.
, Maar is niet ook zo bij mensen met persoonlijkheidsproblemen? -> er heerst een dubbele standaard
tussen PSn en andere geestelijke aandoeningen
- Ze worden namelijk verantwoordelijk gehouden voor hun daden
- Zo heeft een antisociale PSn geen controle over het gedrag terwijl ze wel bewust zijn van de
gevolgen van hun gedrag.
Indien verantwoordelijk: moet er gezocht worden naar een proportionele straf en wordt er gekeken
naar of deze straf een effect zal hebben op dit persoon.
Straf is nodig als:
1 Iemand de straf kan begrijpen
2 Als het kan leiden tot een verandering in houding of gedrag.
Een staf moet uiteindelijk leiden tot gedagsverandering, daarom moet deze direct gebeuren en moet
onvermijdelijk zijn
Mensen met antisociale PS en psychopathie zijn biopsychosociaal benadeeld: verdienen deze mensen
dan verzachtende omstandigheid voor schuld?
- Antisociale PS kan leren van straf, een psychopaat kan dat niet.
- Het behandelen persoonlijkheidsproblemen kan zorgen voor gedragsverandering
Daarom gaat behandeling en straf gepaard: strafrecht + geestelijke gezondheidszorg
Intermitterende explosieve stoornis of PS:
- Agressie staat niet in verhouding tot de graad van provocate (emotionele disregulatie) →
geweld gedreven door woede
psychopathie
- Geweld gedreven door mogelijke voordelen: geweld omwille van controle of materiele
voordelen → Verdienen deze mensen behandeling?
Behandeldoel is om geweld verminderen: Daarom moeten we eerst begrijpen waarom iemand zo
gewelddadig is: hiervoor wordt het levensloopontwikkelingsmodel gebruikt. In dit model wordt dus
gekeken hoe ontwikkeling bijdraagt/verklarend werkt voor latere gedrags-en
persoonlijkheidsproblemen.
Antisociale PS indicatoren in de kindertijd
Vroege impulsiviteit is een goede indicator voor latere gedragsprobleme)
➢ Lage MAOA (monoamine oxidase) activiteit + mishandeling bij jongens:
- Kans op een gedragsstoornis 3x zo groot
- 10x zo'n grote kans om veroordeeld te worden voor een gewelddadig delict.
Risicofactoren: conflict en antisociaal gedrag in gezinnen, schoolverzuim, deliquente leeftijdsgenoten,
lage SES en criminele omgeving.
Behandeldoelen psychopathie:
Normaal gesproken is agressie in de kindertijd is meestal reactief. Dit betekent dat het als reactie op
een trigger is.
- Wanneer kinderen intrumentele agressie gebruiken (manipulatie: om iets te krijgen), en dit
komt samen voor met koele en niet-emotionele trekken: CU-traits, callous unemotional,
vormt dat samen met hoge erfelijkheid de kern van psychopathie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annadewolff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.45. You're not tied to anything after your purchase.