Samenvatting Literatuur Organisatietheorie en -dynamiek Bedrijfskunde J2
30 views 3 purchases
Course
Organisatietheorie En Dynamiek
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Samenvatting van het voorgeschreven boek voor Organisatietheorie en -dynamiek voor periode 8 van het tweede jaars Bedrijfskunde. De gehele stof is hierbij samengevat in overzichten.
Literatuur Organisatietheorie & -dynamiek
Hoofdstuk 1
Belangrijke theorieën binnen de organisatietheorie uit de geschiedenis:
Adam Smith:
o Division of labour: effectiever indien werk in taken per persoon wordt opgedeeld
o Taakdifferentiatie en specialisatie van belang
Karl Marx:
o Kapitalisme omvat een machtsrelatie tussen kapitaal (winstgevendheid) en werkers,
wat leidt tot exploitatie van werkers doordat dit als een kost wordt gezien
o Hierdoor zijn bijv. vakbonden nodig
Emile Durkheim:
o Hiërarchie en onderlinge taakafhankelijkheid
o Informele organisaties voor een organisatiecultuur
Karl Weber:
o Autoriteit op basis van rationaliteit en regels, dat zorgt voor beter gedrag
o Bureaucratie, maar dit zorgt voor erge gebondenheid daarom ook substantieve
rationaliteit naast formele rationaliteit
Frederick Taylor:
o Scientific management: technologische aspecten en motivatie van werkers door bijv.
standaardisatie van werk en doelen voor prestatie
o Efficiëntie in beweging
Mary Follet:
o Democratie op de werkplek en een non-hiërarchische structuur
o Interactie tijdens het werken aan gemeenschappelijke doel leidt tot individuele
bevrediging
Henri Fayol:
o Span of control: optimaal aantal ondergeschikten per manager
o Unity of command: iedere ondergeschikte heeft een leidinggevende
o Standard operating procedures voor ondergeschikten
Chester Barnard:
o Coöperatie door focus op integratie met communicatie van doelen
Moderne organisatietheorieën:
General systems theory:
o Sociale organisaties zijn een systeem van interacterende subsystemen die onderdeel
zijn van een supersysteem dat communiceert met andere systemen
o Regels en principes die toepasbaar zijn op alle systemen
o Het bestaan van een systeem is afhankelijk van de organisatie van zijn onderdelen
o Een systeem omvat niet enkel zijn subsystemen, het is meer dan dat samen
o Requisite variety: verschillende niveaus van complexiteit
Socio-technical systems theory:
o Technologie heeft invloed op sociale relaties, productiviteit, motivatie etc.
o Ontwerp dat samenwerking en zelfmanagement bevat is effectiever
Contingency theory:
o Ontwerp van organisatie is afhankelijk van specifieke situatie
Normativiteit = overtuigingen wat goed of slecht is
Deconstruction = opnieuw lezen van tekst in verschillende context, waardoor de interpretatie
kan veranderen
, Symbolistische perspectief:
Social construction theory:
o Sociale wereld is onderhandeld, georganiseerd en opgebouwd door onze
interpretatie van realiteit die gecommuniceerd worden door symbolen
o Intersubjectiviteit van de realiteit
o Processen van externalisatie, objectificatie en internalisatie
Enactment theory:
o Organisering gebeurt door bekrachtiging van overtuigingen wat waar is
o Organisatie is het resultaat van processen van organisationele cognitie
Institutionalization:
o Organisaties zijn rationele tools voor het bereiken van economische efficiëntie die
verdwijnen indien er een efficiëntere organisatie is
o Door sociale legitimatie kunnen dit instituties worden
Hoofdstuk 2
Structuur = relaties tussen onderdelen van een systeem of entiteit
Organisatiestructuur = structuur binnen organisatie
Fysieke structuur = ruimtelijke en temporele relaties tussen materiele elementen
Sociale structuur = relaties tussen de rollen en verantwoordelijkheden bijv. op basis van
groepen of units
Weber’s ideale bureaucratie
Vaste verdeling van taken: splitten van werk van organisatie over werknemers voor
efficiëntie en effectiviteit, groeperen van zelfde soort taken (departmentalization)
Duidelijke hiërarchie: hogere positie is meer autoriteit, formele relaties voor rapportering,
Geformaliseerde regels/procedures: formalisatie, verminderen vrije richting werknemers
Dimensies van organisatiestructuur:
Grootte: aantal werknemers in een organisatie
Administratieve component: percentage werknemers die een administratieve
verantwoordelijkheid hebben
Differentiatie: aantal niveaus van hiërarchie (verticaal) en aantal divisies (horizontaal)
Integratie: mate van coördinatie tussen activiteiten
Centralisatie: mate waarin autoriteit tot beslissingen aan top zit, kan verschillen per soort
beslissing
Standaardisatie: mate van gestandaardiseerde processen
Formalisatie: mate van formele omschrijvingen, regels etc.
Specialisatie: mate van specialisatie van taken
Types van organisatiestructuur
Simpel: kleine organisatie, bijna geen hiërarchie of formalisatie
Functioneel: groeperen van activiteiten op basis van functie
Multidivisioneel (M-vorm): verschillende, losse organisaties binnen een organisatie die
hun eigen functionele structuur daarbinnen hebben
o Bijvoorbeeld op basis van proces, klant of geografische locatie
Matrix: op basis van meerdere criteria groeperen in een matrix
Nieuwe organisatiestructuren:
Netwerkorganisatie: meerdere kleine bedrijven/werknemers die (tijdelijk) zijn
aangesloten op een netwerk
Supply chain: organisatie per onderdeel uit supply chain met informatiestromen
hiertussen
Crowdsourced: virtuele organisatie op basis van anderen losse entiteiten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chelseavangool. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.