100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Dermatologie M. Garmyn, P. De Haes $6.96
Add to cart

Summary

Samenvatting Dermatologie M. Garmyn, P. De Haes

 74 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de slides van dermatologie, heel handig om te gebruiken als overzicht en om der leerstof efficiënt te herhalen.

Preview 4 out of 59  pages

  • January 26, 2022
  • 59
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
DERMATOLOGIE
DERMATOLOGIE – M. GARMYN, P. DE HAES
1. BULLEUZE DERMATOSEN
1.1. CONGENITAAL
1.1.1.Epidermolysis Bullosa Simplex
 Mildste vorm
 Beste prognose
 Heel oppervlakkige blaren (vooral handpalmen & voetzolen)
 Gaat niet echt met erosies gepaard
 Weinig functionele last
1.1.2.Junctionele Epidermolysis Bullosa
 Baby is bedekt met blaren tijdens de geboorte ; dit is meestal lethaal (baby overlijdt aan de aandoening)
1.1.3.Dystrofische Epidermolysis Bullosa
 Meestal NT lethaal voor de baby
 MAAR enorm ernstige functionele klachten: heel diepe blaarvorming  diepe erosies/wonden 
genezen met verlittekening  misvorming handen etc (bv fusie vingers of verlies vingers.)
 Heel gevoelig aan ontwikkeling v kwaadaardige tumoren ; nl spinocell carcinomen  ze overlijden
typisch op volwassen leeftijd aan een gemetastaseerd spinocell carcinoom (dus nt lethaal bij geboorte
maar wel vaak op latere leeftijd)
1.2. VERWORVEN
1.2.1.Pemphigus Vulgaris en ziektespectrum
 Pemphigus Vulgaris
o zeldzaam doch wereldwijd
o man = vrouw
o 40 j. - 60 j. (middelbare leetijd)
o Pathogenese: IgG antistoffen gericht tegen desmogleine 3 en/of desmogleine 1
o APO: intra-epidermale suprabasale blaarvorming, directe immuunfluorescentie (DIF):
intercellulaire depositie IgG/C3: honinggraatpatroon
o Mond: initiële aantasting in 50%
 pijnlijke erosies, trage heling: posterieure buccale mucosa gingiva, labiale en linguale
mucosa
o Kan lange tijd beperkt blijven tot mucosae (mucosaal type)
o Voorkeursplaatsen:
 gelaat
 romp: vooral intertrigineuze gebieden
o Efflorescenties: slappe, broze blaren en erosies op ogenschijnlijk normale huid (niet jeukend)
o Nikolsky: positief, loslating van de huid bij zijdelingse druk
 Pemphigus Vegetans
 Pemphigus Foliaceus, Erythematodes, Endemische Pemphigus Foliaceus
o Pathogenese: IgG antistoffen gericht tegen desmogleine 1
o APO: intra-epidermale subcorneale blaarvorming, directe immuunfluorescentie: intercellulaire
depositie IgG/C3: honinggraatpatroon
o Geen mucosale aantasting DD. Pemphigus vulgaris
o Huidaantasting: lokalisatie
 gelokaliseerde vorm  gegeneraliseerde vorm
 seborrhoische gebieden (hoofd, hals, romp)
o Huidaantasting: efflorescenties
 oppervlakkige zeer fragiele blaren (subcorneale splijting) erytheem, korstvorming en
schilfering
o Nikolsky positief
1.2.2.Bulleus Pemphigoid
 Minder zeldzaam dan pemphigus vulgaris
 M=V
 Bejaarden vooral (Alterspemphigus)
1

,  Pathogenese: IgG antistoffen gericht tegen bulleus pemphigoid antigeen (BPA) in de hemidesmosomen
 Anatomopathologie: subepidermale blaarvorming, directe immuunfluorescentie (DIF): lineaire
depositie IgG/C3 aan de dermo-epidermale junctie
 Jeuk: begeleidende, vaak eerste symptoom
 bullae: grote gespannen blaren (heldere of hemorrhagische inhoud)/ erosies/
o Omgevende huid: soms normaal, meestal urticarieel verheven erytheem of eczemateuze
afwijkingen, soms papels
o → polymorf beeld
 Lokalisatie: liezen, oksels, ledematen, laag abdominaal handpalmen en/of voetzolen
 Mucosae: zeer zelden aangetast
 Nikolsky negatief
 Bevestiging klinische diagnose: huidbiopsie en anatomopathologie
 R:/ eerst proberen met sterke topische corticosteroïden
o zo nodig orale corticosteroïden: lagere dosis dan bij pemphigus
o zelden andere immunosuppressiva
o orale corticosteroïden kunnen vrij dikwijls gestopt worden
 Verloop: chronisch over jaren
1.2.3.Pemphigoid Gestationis
 bulleuze zwangerschapsdermatose (2de en 3dezwangerschapstrimester)
 jeuk: initieel en begeleidend symptoom
 Pathogenese: IgG antistoffen gericht tegen Pemphigoid Gestationes- related proteïne / BP180 (binden
ook BM van het amnion)
 APO: subepidermale blaarvorming
 initieel urticariële plaques, waarin nadien gespannen blaren en vesicels ontstaan, vaak in de rand
(‘parelsnoeraspect’)
 Lokalisatie: in of rond navel, armen en benen, gelaat zeldzaam, geen mucosale aantasting
 R:/
o lokale corticosteroïden en antihistaminica
 meestal inefficiënt
o systemische corticosteroïden: prednisone 0,5 mg/kg/d, eventueel lagere
onderhoudsbehandeling
 Volgende zwangerschap : sneller en heviger verloop (meestal)
 Prognose:
o Kind:
 soms milde huidaantasting
 lichte neiging tot prematuriteit + SGA
o Moeder:
 Goed
 doch: opflakkering direct na bevalling opflakkering premenstrueel , exacerbatie bij
pilgebruik (20-50%)
1.2.4.Dermatitis Herpetiformis
 Chronische, intens jeukende huidaandoening gekenmerkt door het symmetrisch voorkomen van kleine
vesikels, papels en urticariele letsels, op de extensorzijden.
 man/vrouw: 2; LT 20-60 j, meestal jonge volwassenen
 geassocieerd met villusatrofie in dunne darm door gluten-enteropathie
 histologische gekenmerkte door subepidermale multiloculaire blaarvorming, neutrofiel infiltraat in de
dermale papillen en granulaire depositie van IgA thv de toppen van de dermale papillen
 jeuk: meestal eerste en tevens meest uitgesproken klacht
 polymorfe huidletsels:
o (urticarieel) erytheem, papels
o herpetiform gerangschikte vesikels
o excoriaties
o restpigmentaties  Landlopershuid
 Lokalisatie : symmetrisch op extensorzijden: schouders, ellebogen, knieën, sacrum
o zz. gelaat, liezen, scalp zeer zeldzaam orale letsels
 Gluten-enteropathie : bijna alle DH patienten
o zz. symptomen van malabsorptie (10-20%)
2

,  verhoogd risico : GI lymfoom
 verhoogde incidentie :
o auto-immune schildklieraandoening
o diabetes mellitus type I
 R:/
o Dapsone (voorkeur) of Sulfapyridine
o Steeds in associatie met Glutenvrij dieet
1.2.5.Lineaire IgA Dermatose
 Vesicolo-bulleuze dermatose (subepidermale blaren) gekenmerkt door ‘lineaire depositie van IgA’ thv
de dermo-epidermale junctie
 DIF: liniare depositie IgA
 Kan medicamenteus (o.a. vancomycine) uitgelokt worden.
 onderliggende enteropathie : 0%
 respons op Dapsone : goed, doch eventueel aan te vullen met corticosteroiden
 Kliniek
o Chronische verloop over jaren
o Kliniek: BP of DH-like
o Blaren op een erythemateuze ondergrond.
 Ze zijn dikwijls als een annulaire ‘parelsnoer’ gerangschikt
 zit vaak in de liezen, rond genitalia en thv de dijen




3

, 2. PSORIASIS
2.1. EPIDEMIOLOGIE
 meest frequent in Noord-Europa en Noord-Amerika (blanken): 1,5-3 %
 minder frequent in Afrika, Zuid-Afrika en Azië
 incidentie bij de man= vrouw
 startleeftijd: 2 pieken: 16-22 jaar en 50-60 jaar
 zeldzaam bij kinderen < 8 jaar
2.2. GENETISCHE FACTOREN
 positieve familiale voor geschiedenis bij 30 % van de
 patiënten
 kans op psoriasis :
o ongeveer 2 % (ouders normaal)
o 50 % (twee ouders psoriasis en broer of zus)
 afhankelijk van het klinisch subtype van psoriasis associatie met HLA -B27, HLA-Cw6, HLA-B13, HLA-B17,
 genetici hebben ten minste 9 chromosomale loci geidentificeerd die gelinked zijn aan psoriasis (psor 1-9)
2.3. UITLOKKENDE FACTOREN
 irritatie, wrijving, trauma, UV (koebner)
 infecties (streptokokken)
 geneesmiddelen
o Beta-blokkers
o Lithiumcarbonaat
o Antimalariamiddelen
 psychische stress
2.4. PATHOFYSIOLOGIE
 abnormale proliferatie en differentiatie van de keratinocyten
 angiogenetische factoren
 inflammatoire factoren (infiltratie PMN in acute fase)
 immunologische factoren (Th1 respons)
2.5. KLINIEK
2.5.1.Psoriasis vulgaris
 Psoriasis ‘en plaques’
o eerder chronisch verloop
o meest voorkomende vorm
o scherp omgrensde, dieprode plaques van wisselende grootte
o dikke witte schilferlaag - kaarsvetfenomeen
o min of meer symmetrisch
o voorkeursplaatsen zijn de ellebogen, de knieën en het sacrum
o Moeilijker te behandelen lokalisaties zijn
 de handpalmen en de voetzolen
 de genitalia
 de plooien
 de scalp
 het aangezicht
 Psoriasis van de scalp
o met of zonder andere psoriasislokalisaties
o bij minstens 50 % der psoriasispatiënten
o dikke witte schilfering op de scalp
o dikwijls schilfers en korsten achter de oren
o soms een sterke jeuk
o geen haarverlies
 Psoriasis guttata
o meer acuut verloop
o talrijke, kleine, druppelgrote letsels over het ganse lichaam
o minder infiltratie en minder schilfering
o frequenter bij jonge personen/kinderen
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emilytilleman1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added