Belastingrecht examenmatrijs uitgewerkt
1.1 De kandidaat benoemt welk overheidsorgaan of overheidsinstantie een gegeven belasting of
heffing kan opleggen H1.7
Een manier om onderscheid aan te brengen in de verschillende soorten belastingen is om te kijken
naar welke overheidsinstantie de betreffende belasting heft. De overheid is van oudsher
onderverdeeld in verschillende bestuurslagen. We onderscheiden onder meer:
Rijk (de centrale overheid)
Provincie
Gemeente
Waterschappen
Het rijk heeft de ‘’grote’’ belastingen waaruit voor de (centrale) overheid de meeste inkomsten
voortvloeien: omzetbelasting, loon- en inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Verder
kunnen worden genoemd: kansspelbelasting, dividendbelasting, motorrijtuigenbelasting en bpm,
overdrachtsbelasting, accijnzen en bijvoorbeeld een aantal milieuheffingen. Het zijn rijksbelastingen
waarvan de opbrengsten terechtkomen in ’s Rijksschatkist.
Door de provincie worden zogenaamde opcenten geheven die door de houder van een motorrijtuig
moeten worden betaald tezamen met de motorrijtuigenbelasting.
Gemeenten heffen meerdere belastingen, waarvan de onroerendezaakbelasting de bekendste is.
Nederland kent ook regionale (provinciale) en lokale belastingen. Waterschapsbelasting wordt
geheven door het waterschap. Om de kwaliteit van het waterbeheer te waarborgen wordt door
waterschappen eveneens belasting geheven, de zogenaamde waterschapsbelasting.
Nog dichter bij huis-letterlijk- zijn er de lokale belastingen die door de gemeenten worden geheven
en dus gemeentelijke belastingen worden genoemd. Het rijkt ontvangt 93% van alle geheven
belastinggelden. De gemeente komt op een tweede plaats met 5%. De dunste bestuurslagen,
provincie en waterschap, ontvangen de resterende 2% van de belastingen.
Wettelijke basis:
De gemeenteraad besluit tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting
door het vaststellen van een belastingverordening. Gemeenten zijn vrij om te bepalen welke van die
belastingen van haar inwoners worden geheven. De algemene wet inzake rijksbelastingen AWR is, in
beginsel alleen van toepassing op rijksbelastingen. Er is echter bepaald dat gemeentelijke belastingen
worden geheven met toepassing van de AWR, net zoals rijksbelastingen.
Onroerendezaakbelasting: de bekendste en tegelijkertijd meest gevreesde gemeentelijke belasting is
de onroerendzaakbelasting OZB. Deze belasting wordt geheven van eigenaren van onroerende zaken
die in de betreffende gemeenten zijn gelegen, en soms ook van gebruikers. De belasting wordt
geheven:
Bij woningen: van de eigenaar
Bij niet-woningen: van de eigenaar en van de gebruiker.
De ozb wordt geheven over de waarde van de onroerende zaal. De waarde wordt bepaald aan de
hand van de wet waardering onroerende zaak. Deze zogenaamde WOZ-waarde zou de waarde
moeten zijn die de onroerende zaak in het economisch verkeer heeft. Gekeken wordt naar het
bedrag waarvoor de onroerende zaak aan de hoogstbiedende zou kunnen worden overgedragen.
,Reinigingsheffing (afvalstoffenheffing en reinigingsheffing): voor het inzamelen en verwerken van
huisvuil is de burger aangewezen op de gemeente waarin hij woont. Om de kosten daarvan te
bestrijden heft de gemeente jaarlijks bij de burger een belasting, de afvalstoffenbelasting. De
afvalstoffenbelasting wordt geheven per huishouden. De maatstaf is de omvang van het huishouden.
Hoeveel afval er per huishouden wordt geproduceerd, is niet relevant. Voor het ophalen van vuil bij
bedrijven wordt reinigingsrecht geheven.
Rioolheffing (rioolrechten): elk huishouden (of bedrijf) is aangesloten op het gemeentelijke
rioleringsnet. Via de riolering worden onder meer het huishoudelijk en bedrijfsafvalwater verzameld
en getransporteerd. Het afgevoerde water moet vervolgens worden gezuiverd. Ook het gevallen
regenwater moet worden verwerkt om nadelige gevolgen voor de bewoners van de gemeente zo
veel mogelijk te voorkomen. Om de kosten hiervan te bestrijden kan de gemeente onder de naam
rioolheffing een belasting heffen. Belastingplichtig zijn eigenaren van onroerende zaken.
Hondenbelasting: het hebben van een hond kan de houder van de hond belastingplichtig maken. De
gemeente is bevoegd hiervoor hondenbelasting te heffen. Voor elke hond zal dan hondenbelasting
moeten worden betaald. Het tarief kan bij elke volgende hond fors oplopen.
Precariobelasting: een minder bekende belasting is de precariobelasting. Deze belasting kan door
gemeenten worden geheven voor het hebben van voorwerpen in, op of boven de gemeentegrond.
Gedacht moet worden aan bijvoorbeeld een uithangbord of luifel boven een winkel, of het plaatsen
van een permanente afvalcontainer bij een restaurant.
Baatbelasting: gemeenten mogen baatbelasting heffen. Baten betekent voordeel hebben. De
baatbelasting speelt als een gemeente bijvoorbeeld een fietspad aanlegt of riolering aanlegt in het
buitengebied. De gemeente mag dan de eigenaren van de woningen of andere onroerende zaken die
daar voordeel van hebben een belasting in rekening brengen. De gemeente kan op deze manier de
kosten gedeeltelijk terugbetaald krijgen.
Reclamebelasting: voor reclame-belasting (of zoals de gemeentewet in art. 277 zegt ‘’openbare
aankondigen) kan een reclamebelasting worden geheven. Voorwaarde is dat de aankondiging vanaf
de openbare weg zichtbaar moet zijn. Bekend zijn de reclamezuilen, bijvoorbeeld die van de
Macdonalds.
Parkeerbelasting: er is nauwelijks een belasting te bedenken die zoveel antipathie oproept als de
parkeerbelasting. De parkeerbelasting is niet alleen een belangrijke bron van inkomsten, maar ook
een belangrijk instrument om parkeerbeleid mee te voeren. Bijvoorbeeld om het verkeer en het
parkeergedrag van burgers mee te beïnvloeden. Hoge tarieven zullen het gebruik van openbaar
vervoer bevorderen.
Toeristen- en forensenbelasting: verblijft een persoon in een andere gemeente dan waarin in hij is
ingeschreven in de basisregistratie personen, dan is hij toeristenbelasting verschuldigd. De belasting
wordt betaald aan het hotel, het pensioen of de camping. De hoogte van de belasting kan afhankelijk
zijn van de mate van luxe van de accommodatie: van nul tot vijf sterren. Overigens is niet van belang
of de betreffende persoon als toerist in de gemeente verblijft. Ook als het een verblijf voor zakelijke
doeleinden betreft, is er toeristenbelasting verschuldigd. Als iemand in een belastingjaar meer dan
negentig keer buiten zijn woonplaats overnacht, dan is in plaats van toeristenbelasting een andere
belasting verschuldigd, namelijk forensenbelasting.
, 1.1 De kandidaat benoemt wie belastingplichtig is in de zin van de Wet inkomstenbelasting H2.3
& 2.4.
Belastingsubjecten
De personen van wie belasting wordt geheven, worden de belastingsubjecten genoemd, ofwel de
belastingplichtigen. Voor de inkomstenbelasting zijn zoals gezegd alleen natuurlijke personen
belastingplichting. In beginsel kan iedere natuurlijk persoon belastingplichtig voor de
inkomstenbelasting zijn. Het kunnen zijn:
Nederlanders en buitenlanders
Meerderjarigen en minderjarigen
Gehuwden en ongehuwden
Ingezetenen en niet-ingezetene
Voor het systeem van de wet IB 2001 worden twee categorieën belastingplichtigen onderscheiden:
1. Natuurlijke personen die in Nederland wonen (binnenlands belastingplichtigen)
2. Natuurlijke personen die niet in Nederland wonen, maar wel binnenlands inkomen genieten
(buitenlands belastingplichtigen).
Binnenlands belastingplichtigen
Voor het onderscheid tussen binnenlands en buitenlands belastingplichtigen is bepalend of de
belastingplichtige al dan niet in Nederland woont. Iemand die blijvend (permanent) in Nederland
woont, wordt een ingezetene genoemd en is binnenlands belastingplichtig. De binnenlands
belastingplichtige wordt belast voor zijn gehele inkomen, waar ter wereld hij het inkomen ook heeft
verdiend, zijn wereldinkomen. Hij heeft, wat we noemen een onbeperkte belastingplicht. Doordat
deze belastingplichtige belast wordt voor zijn wereldinkomen, is het natuurlijk mogelijk dat hij tevens
in andere landen belastingplichtig is voor zijn inkomen aldaar. Het gevolg kan zijn dat zijn inkomen
dubbel wordt belast: zowel in het land waar het inkomen wordt verdiend als hier in Nederland.
Daarom heeft Nederland met veel landen verdragen gesloten die moeten voorkomen dat inkomsten
van een belastingplichtige dubbel worden belast. Er wordt dan over het inkomen uiteindelijk maar
eenmaal belasting geheven.
Buitenlands belastingplichtigen
Buitenlands belastingplichtig is de natuurlijke persoon die niet in Nederland woont, maar een
Nederlands inkomen geniet. Hij heeft een beperkte belastingplicht: alleen het inkomen dat in
Nederland wordt genoten, is belast voor de inkomstenbelasting.
Het begrip wonen: of iemand als binnenlands of buitenlands belastingplichtige wordt aangemerkt, is
dus van belang voor de heffing van de inkomstenbelasting. Het gaat er dus om of iemand al dan niet
in Nederland woont. De vraag is natuurlijk wanneer kan worden gezegd dat een belastingsubject in
Nederland woont?
Bepalend hiervoor zijn de feitelijke omstandigheden. Het gaat erom waar het sociale leven van de
belastingplichtige zich voornamelijk afspeelt. Zijn woonadres is daarbij een belangrijke aanwijzing,
maar niet per se doorslaggevend. In welke gemeente de belastingplichtige is ingeschreven, is dus niet
alleen bepalend. Het gaat om de feitelijke situatie: waar woont het gezin en waar gaan de kinderen
naar school?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kaltrinaahmedi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.