100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting bestuursrecht week 1-7 incl. alle arresten en r.o. + stappenplannen $7.07   Add to cart

Summary

Samenvatting bestuursrecht week 1-7 incl. alle arresten en r.o. + stappenplannen

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting bestuursrecht week 1-7 incl. alle arresten en r.o. + stappenplannen.

Preview 3 out of 28  pages

  • January 26, 2022
  • 28
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting onderwerpen eindtentamen bestuursrecht + rechtspraak

Week 1: het systeem en de actoren

Rechtspraak:

- ABRvS Stichting Openbare Ruimte: belanghebbende, rechtspersoon die opkomt voor
algemeen belang, feitelijke werkzaamheden.
- ABRVS 19 dec 2014, H.D. Tolsma readers Bestuursrecht (MOB): Belanghebbende die
opkomt voor algemeen belang, feitelijke werkzaamheden.
- ABRvS Belangenvereniging Indische Buurt: Belanghebbende die opkomt voor
collectief belang.
- ABRvS Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schiphol: Bestuursorgaan, b-
orgaan.
- ABRvS Mestbassin Mechelen: Belanghebbende, OPERA, persoonlijk
(omgevingsbesluiten).
- ABRvS Minicamping de Heksenketel: Belanghebbende, OPERA, persoonlijk
(concurrentiebelang).
- CRvB Intrekking Pgb: Belanghebbende, OPERA, Rechtstreeks (afgeleid belang of
niet?).


Onderwerpen:

- Bestuursrechtelijke rechtsbescherming: moet sprake zijn van een 1) besluit van een
2) bestuursorgaan waarbij in beroep wordt gegaan door een 3) belanghebbende
burger. Dan apellabel in de zin van art. 8:1 Awb: ‘Een belanghebbende kan tegen
een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter.’
- Begrip bestuursorgaan art. 1:1 lid 1 Awb:
- Belanghebbende begrip, art. 1:2 Awb.
- Besluit begrip, art. 1:3 Awb (week 2).


Artikelen/uitwerking onderwerpen:

- 1:1 Awb: sub a: A-orgaan, sub b: b- orgaan. begrip bestuursrorgaan.

- 2:1 lid 1 en 2 BW: Concluderen dat het een A-orgaan is:

 Stap 1: Lid 1: 1) de staat, 2) de provincies, 3) de gemeenten en 4) de waterschappen,
alsmede alle lichamen waaraan krachtens de Grondwet verordende bevoegdheid is
verleend, bezitten rechtspersoonlijkheid (A-organen) (standaardgevallen).

Lid 2 houdt ook de mogelijkheid open dat er in een andere wet rechtspersoonlijkheid is
toegewezen aan een openbaar lichaam. Jen noemt dan de art. 2:1 lid 2 BW + de bijzondere
grondslag. Bijvoorbeeld: art. 26 Politiewet 2012: de politie heeft rechtspersoonlijkheid en is
gevestigd in een door Onze Minister aan te wijzen gemeente (A-orgaan). Tip: probeer te

,kijken in de relevante instellingswet, als je op een tentamen wordt geconfronteerd met een
orgaan dat je nog niet eerder voorbij hebt zien komen. Voor het CBR kijkt men bijvoorbeeld
in de Wegenverkeerswet 1994.

 Stap 2: Is het een ‘orgaan’? De instantie die wordt genoemd in de casus (bv B&W) is
een orgaan van deze rechtspersoon, omdat deze wordt genoemd in: 1) in dit geval
Art. 6 Gemeentewet, of Art. 6 Pronvinciewet (voor organen van de gemeente of de
provincie). 2) Ofwel een bijzondere instellingswet waarin een bepaald ambt expliciet
bepaalde bevoegdheden toegewezen krijgt.

- Art. 1:1 lid 2 Awb: uitgezonderde ‘organen’: 1) de wetgevende macht 2) de Rvs, 3)
onafhankelijke, bij de wet ingestelde organen die met rechtspraak zijn belast.




- 1:1 lid 1 sub b: beargumenteren dat het gaat om een b-orgaan:
1: met enig openbaar gezag bekleed:
 Eenzijdige taken
 Publieke-taak jurisprudentie: Er moet een wettelijk voorschrift zijn waarin een
bepaald persoon deze bevoegdheid verkrijgt. Op de regel bestaat een
uitzondering: ABRvS Stichting bevordering leefkwaliteit schiphol. De uitzondering
geldt alleen voor privaatrechtelijke rechtspersonen die geldelijke uitkeringen of
op geld waardeerbare voorzieningen aan derden verstrekken (r.o. 5.1).

2. Er moet worden voldaan aan het inhoudelijke vereiste. Dit betekent dat de beslissing om
uitkeringen te doen of voorzieningen te verstrekken voor 2/3de of meer wordt bepaald door
a-organen (De staat bepaalt).
3. Daarnaast moet er worden voldaan aan het financiële vereiste. Dit betekent dat de
voorziening of uitkering voor 2/3de of meer wordt bepaald door de a-organen (De staat
betaalt).

- 1:2 lid 1 Awb: Onder belanghebbende wordt verstaan degene wiens belang
rechtstreeks bij een besluit betrokken is.
 Stap 1: Normaddressaat (besluit is tot die partij gericht) = belanghebbende.
 Stap 2: Niet – normaddressaat? Dan sprake van een derde-belanghebbende ->
OPERA-criteria:

,  Objectief: Moet niet gaan on enkel de subjectieve belevingswereld van de
persoon. Het belang moet objectief te bepalen zijn. (denk bv aan lawaai;
overlast van lawaai indien je naast een club woont is objectief bepaalbaar).
 Persoonlijk: een individu moet zich onderscheiden van de amorfe massa. Zijn
eigen belang moet dus bijzonder, individueel of persoonlijk zijn:

- Voor omgevingsbesluiten: ABRvS Mestbassin Mechelen; criterium ‘gevolgen van
enige betekenis’ (r.o. 3.2): letten op nabijheids- en zichtscriterium:
Gevolgen van enige betekenis ontbreken indien de gevolgen van de activiteit in de
woon- leef- of bedrijfssituatie van de betrokkene dermate gering zijn dat een persoonlijk
belang bij het besluit ontbreekt. Hierbij wordt acht geslagen op de factoren ‘afstand tot’
‘zicht op’ ‘planologische uitstraling van’ en ‘milieugevolgen’ van de activiteit die het
besluit toestaat. Ook de aard, intensiteit en frequentie van de feiteliike gevolgen kunnen
van belang zijn. Als er een wettelijke norm wordt aangegeven is deze norm niet bepalend
voor de vraag of de betrokkene belanghebbende is bij het besluit. De kring van
belanghebbenden kan ook verschillen gebaseerd op de aard van het besluit. Bij besluiten
over activiteiten uit het omgevingsrecht is het de taak van het bestuursorgaan om de
kring van de belanghebbenden vast te stellen, gebaseerd op de feitelijke gevolgen.
Slechts indien er gevolgen van enige betekenis’ ontbreken, kan en mag de betrokkene
worden gevraagd om aan te tonen welke feitelijke gevolgen hij ondervindt of vreest te
ondervinden. Indien er geen gevolgen van enige betekenis zijn, dan is iemand die feitelijk
wel gevolgen ervaart – die niet van enige betekenis zijn – dus geen belanghebbende.

- Indien sprake van concurrentiebelang: ABRvs Minicamping de Heksenketel:
concurrenten kunnen belanghebbenden zijn, indien een besluit effect heeft op de
concurrentieverhoudingen. Daarvoor vaststellen of de partijen daadwerkelijk
concurrenten:

1. Vast stellen dat de niet-normadressaat opereert in (1) hetzelfde marktsegment (zelfde
diensten of goederen; aard; kapper concurreert niet met bakker) en 2) hetzelfde
verzorgingsgebied (topografisch element: jumbo Maastricht niet in gevaar indien College van
B&W een vergunning verleent om uit te breiden aan de Albert Heijn in Groningen.
2. Indien het concurrentiebelang vaststaat moet worden gekeken of een concurrent een
rechtstreeks bij het besluit betrokken heeft. Dit hangt af van de aard van het te nemen
besluit en de gevolgen die de concurrent daarvan ondervindt. Ook dit wordt genoemd in HR
Minicamping Heksenketel.

 Eigen: Niet opkomen voor het belang van een ander, maar voor zijn/haar eigen
belang.
 Rechtstreeks: Ook wel direct belang. Is er een direct verband tussen het besluit en de
(potentieel) belanghebbende? Komt in gevaar indien er meerdere schakels bestaan
(betrokken derden). De minst betrokken partij (derde) heeft dan een afgeleid belang.
Er zijn twee situaties waarin dit toch niet in de weg staat aan het aannemen van
rechtstreeks belang:

1. Het kan zijn dat de twee betrokken burgerpartijen in de contractuele relatie met elkaar
een parallel belang hebben. Het belang van beide partijen valt dan samen. Uitzondering in

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pleunebing. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.07
  • (0)
  Add to cart